Murakami vervlecht werkelijkheid en bovennatuurlijkheid
Precies op de verjaardag van de Japanse schrijver Haruki Murakami, 12 januari, verscheen het tweede deel van zijn nieuwe grote roman. Even daarvoor, in december, kwam het eerste deel uit: ”De moord op Commendatore”.
De in 1949 in Kyoto geboren Japanner brak in 1987 door met ”Norwegian wood”. Murakami schreef daarna een scala aan boeken met wonderlijke titels als ”Opwindvogelkronieken”. Zijn nieuwste roman draagt een titel die doet denken aan een thriller.
Met wereldwijd talloze fans, heeft Murakami intussen de status van een literaire cultfiguur bereikt. Hij valt niet makkelijk in een hokje te plaatsen en geeft zelden een interview. Zo was hij niet aanwezig op het tweedaagse Murakamifestival dat op 13 en 14 januari in Rotterdam gehouden werd.
In het oeuvre van Murakami zijn de hoofdpersonages onderworpen aan tijd, ruimte en waarschijnlijkheid. Zolang ze leven, kunnen ze niet ontsnappen aan die beperkingen. Wie voortleeft, blijft aan alle kanten omsloten door stevige muren. Meestal gebeurt er iets waardoor een personage uit balans raakt. Hij moet zich dan heroriënteren en een offer brengen om antwoord te krijgen op existentiële vragen. Tal van mensen geven aan dat zij zich herkennen in de personages van Murakami en dat verklaart zijn populariteit. Wie ben ik en waar moet ik heen? Murakami geeft in zijn boeken een ‘antwoord’ op de spirituele verlangens van de 21e-eeuwse mens.
Portretschilder
De hoofdpersonage in ”De moord op Commendatore” is een 36-jarige pas gescheiden portretschilder die het heerlijk vindt om naar een onbeschilderd wit doek te staren. Hij noemt dat „doek-zen.” De schilder neemt intrek in het huis van de vader van een vriend nadat hij eerst een reis van negen maanden door Japan heeft gemaakt. Om de pijn te doven, het oude los te laten en opnieuw te beginnen.
Het huis ligt hoog in de bergen en het is nog maar net geleden dat de befaamde nihongaschilder Tomohiko Amado hier woonde. Amado is nu opgenomen in een verpleeghuis. Zijn atelier is nog helemaal intact en vanuit het huis heeft de hoofdpersoon een schitterend uitzicht. Af en toe daalt hij af naar beneden en geeft daar kinderen tekenles. Mooi detail is dat de portretschilder „op de berg alleen” verstoken is van internet en mobiele telefoon en daar zichzelf tegenkomt.
Op de zolder die hij via een geheimzinnig luikje ontdekt, treft hij zowel een vertroostende ooruil als een geheimzinnig schilderij met de titel ”De moord op Commendatore” aan. Vanuit een grafheuveltje in het bos klinkt ’s nachts het geluid van een bel. Opeens zit een 60 centimeter hoog mannetje op de bank. Hij is de Commendatore, die regelrecht van het schilderij is gestapt. Hierna gaan bestaan en niet-bestaan volledig door elkaar lopen.
Commendatore bepaalt later het offer dat de portretschilder moet brengen. Hij moet de Commendatore doden en een tocht van drie(!) dagen door een onherbergzaam landschap maken om het verdwenen meisje Marie Akigawa te redden. „Waarom was mijn tocht door die ondergrondse wereld nodig geweest? Om die wereld te betreden, was ik verplicht eigenhandig Commendatore dood te steken. Hij offerde zich op en liet het leven, en ik doorstond een aantal beproevingen in die duistere wereld”, zegt de hoofdpersoon achteraf.
Wenen en Nanking
”De moord op Commendatore” haakt aan bij de grote wereldgeschiedenis en dan vooral de rol van Japan in de Tweede Wereldoorlog. De portretschilder gaat op onderzoek uit naar het verleden van de eigenaar van het huis op de berg. Hij ontdekt dat Tomohiko Amado betrokken was bij het beramen van een aanslag tegen de Duitsers in het Wenen van 1938, waar hij op dat moment studeerde. De ”Anschluss” van Oostenrijk bij nazi-Duitsland was net een feit en Japan en Duitsland vormden met Italië de grootste mogendheden.
De schilder komt er ook achter dat de broer van Tomohiko zelfmoord pleegde nadat hij als militair had deelgenomen aan het bloedbad dat de Japanners eind 1937/begin 1938 in het Chinese Nanking aanrichtten. Deze broer was een zachtaardige pianist en kon het wrede geweld niet aan; daarom legde hij de hand aan zichzelf. Zelfmoord kwam in het woordenboek van nationalistisch Japan niet voor, het werd verzwegen.
Tomohiko, uit Wenen teruggehaald, moest zich schikken in het rechtse klimaat van het naoorlogse Japan. Eenmaal terug in Japan zette hij de schrijnende ervaring in Wenen om in symbolisch beeld in de stijl van nihonga. Hij vertaalde het naar een gebeurtenis uit de Asukaperiode van duizend jaar eerder, om de herinnering uit zijn jeugd te bewaren. Het markante aan al zijn nihongawerk zat hem in de ”lege ruimtes”: door het aan te durven daar niet te schilderen, kon hij wat hij wel wilde afbeelden duidelijker doen opvallen.
Zelfonderzoek
Op een knappe manier vlecht Murakami de dramatiek van de Tweede Wereldoorlog door deze roman. Onwillekeurig dringt de vraag zich op of het geen tijd wordt dat Japan schoon schip gaat maken en in het reine komt met het oorlogsverleden. Immers, een land kan pas bouwen aan zijn ware identiteit als de ”muren” van het verleden zijn verdwenen.
Een frappant personage in de roman is meneer Wataru Menshiki, die in de luxe villa woont waar de portretschilder tegenaan kijkt. Menshiki kun je zien als de vleesgeworden versie van het hedendaagse gearriveerde rijke Japan. Hij heeft vanwege frauduleuze handelingen 435 dagen in een krappe cel gezeten. „Ik dacht dat alles mogelijk was. En ik dacht dat ik in de toekomst een vrijwel perfect mens zou worden. Dat ik een hoge positie zou bereiken zodat ik de hele wereld kon overzien. Maar ik heb ontdekt dat hoge muren de mens machteloos maken.” Menshiki kijkt in de spiegel en zegt: „Toen was ik jong, nu ben ik de vijftig gepasseerd, en wat ik ontdek als ik naar mezelf kijk in de spiegel is een leeg mens. Ik ben niets. Of een mens van stro, zoals T. S. Eliot het noemt.” Mensen zonder geweten worden als vogelverschrikkers: gevuld met het stro van lege ideeën, op elkaar leunend vanwege de vrees voor de eigen individuele ver- antwoordelijkheid die zij hebben.
Genade
Murakami laat in de roman werkelijkheid en bovennatuurlijkheid door elkaar lopen. De portretschilder zegt aan het slot van het verhaal dat het voor hem geen zin had zich tegen ”Commendatore”, een transfiguratie ofwel een ”Idea”, te verzetten: hij is er echt en je kunt het maar beter geloven. De roman eindigt met een soort belijdenis van de portretschilder, die dan een tevreden leventje leidt, nadat hij met zijn ex Yuzu en haar dochtertje herenigd is. Hij beschouwt het leven als een „vorm van genade.”
Voor de zin van zijn bestaan heeft hij geen „lastige kunstgrepen” nodig. „Omdat ik beschik over de kracht om te geloven. Ze mogen mij in om het even welke nauwe, donkere plek stoppen, me in om het even welke woeste wildernis droppen, er zal ergens iemand zijn die me de weg wijst. Dat geloof ik oprecht.”
Nadenken
Murakami laat in deze roman de ontvankelijkheid voor het niet direct zichtbare, de andere wereld, zien. Hij creëert als het ware een postmoderne Japanse variant op het magisch realisme, waarvan de Vlaming Hubert Lampo ooit een vertegenwoordiger was.
Resteert de lastige vraag of je dit boek wel of niet moet lezen. Ja, wie Jezus Christus kent als de Ene, de Waarheid en het Leven, weet dat ”Ideas” en ”Metaforen” niet bestaan en mag wat mij betreft genieten van dit meeslepende verhaal. Ja, voor wie benieuwd is naar Japan, waar ze de Heer verwarren met de zon. Dit gedachtegoed wordt onder andere beschreven door de Japanse auteur Shusako Endo, die schreef vanuit een Japans-katholiek perspectief. Nee, voor wie moeite heeft met expliciete erotische scènes (van de portretschilder met een getrouwde vrouw) en voor wie Murakami een grens overschrijdt als hij allerlei christelijke en boeddhistische elementen door elkaar mengt. En nee, voor wie vindt dat je gewoon niet te veel moet lezen, op de Bijbel en een paar kerk- en oudvaders na dan, want de tijd is kostbaar en je ziel kan erdoor bezoedeld raken. Maar toch. Murakami levert geen fundamentele roman af, maar wel een waar je over moet nadenken.
Boekgegevens
”De moord op Commendatore. Deel 1: Een Idea verschijnt”, Haruki Murakami; vertaling Elbrich Fennema en Luk Van Haute; uitg. Atlas Contact, 2017; ISBN 978 90 254 5134 9; 508 blz.; € 29,99; De moord op Commendatore. Deel 2: Metaforen verschuiven; Haruki Murakami; vertaling Elbrich Fennema en Luk Van Haute; uitg. Atlas Contact, 2018; ISBN 978 90 254 5159 2; 535 blz.; € 29,99.