Theologenblog: Davos en het laatst der dagen
Wie uit de Bijbel Gods kloppend hart voor Zijn schepping heeft leren kennen, kan ontspannen en vasthoudend werken aan een betere zorg voor die schepping, stelt Arco den Heijer.
Afgelopen week vergaderde het World Economic Forum in Davos. Terwijl in Kaapstad het waterrantsoen opnieuw werd aangescherpt, wegens de extreme droogte, was er in Davos zoveel sneeuw gevallen dat het even de vraag was of president Trump er zijn helikopter wel aan de grond zou kunnen zetten.
Beide voorvallen illustreren de grootste bedreiging die de wereld volgens het jaarlijkse Global Risk Report van het forum te wachten staat: de toename van extreem weer. De achterliggende oorzaak, klimaatverandering door broeikasgassen, stond afgelopen week dan ook hoog op de agenda.
De prangende vraag in het klimaatdebat is steeds: kunnen we de rampscenario’s die de wetenschap uittekent nog afwenden? Is er nog iets aan te doen? Of, zoals een radiopresentator het deze week formuleerde: „Kunnen we nog gered worden?”
Nieuw onderzoek, vorige week gepubliceerd in het tijdschrift ”Nature”, bevestigt wat veel klimaatonderzoekers al langer stellen: Ja, dat kan, maar dan moeten we wel alle zeilen bijzetten.
Die vraag „Kunnen we nog gered worden?” roept bij mij als theoloog van alles op. Het is de vraag van de Joden in Jeruzalem na de Pinksterpreek van Petrus, de vraag die de prediking van het komende oordeel de eeuwen door heeft willen oproepen. De voortdurende oproep tot verandering in het licht van de dreigende catastrofe klinkt als een seculiere variant van de aloude oproep tot bekering.
Ondanks alle gelijkenis ontbreekt in de seculiere oproep tot bekering het cruciale: het kloppend hart van een God die mensen liefheeft. De seculiere theologie kent een zondeleer (het onheil is de straf voor ons egoïsme en onze drang tot overheersen) en een verlossingsleer (als we ons bekeren, kunnen we onszelf en toekomstige generaties nog redden).
Tegelijk staat de ecologische catastrofe die op ons afstevent onverschillig ten opzichte van het lijden dat ze veroorzaakt. Bovendien weet je als mens nooit of je wel genoeg gedaan hebt. Misschien wijst nader onderzoek wel uit dat de klimaatverandering onherroepelijk in een stroomversnelling raakt. Heilszekerheid bestaat niet. De natuur kent geen genade en biedt geen hoop.
Het christelijke verhaal spreekt wél van de levende God, die persoonlijk betrokken is, van genade en van hoop. Maar de praktische vraag is of dit ons wel voldoende motiveert om ons leven te veranderen. Diezelfde vraag werd in de zestiende eeuw aan de reformatoren gesteld en wordt door moslims vandaag aan christenen gesteld: Maakt genade niet lui?
In de discussie over klimaatverandering komt daar nog iets anders bij. Een christen zou zich kunnen onttrekken aan de vraag hoe de wereld er over honderd jaar uit zal zien, door te denken: „Ach, dan bestaat de wereld niet meer. God laat het vast niet zover komen.”
En inderdaad: als ik me voorstel wat de 21e eeuw ons gaat brengen, bid ik des te vuriger om de komst van onze Heer. Maar zou ik daar ook passief van worden? Ik denk van niet. Ongeloof maakt passief. Juist in momenten van ongeloof krijg ik de neiging om het bijltje erbij neer te leggen en maar gewoon voor mijn eigen comfort te gaan.
Zulke momenten van ongeloof kent de seculiere klimaatactivist vast ook. De onzekerheid of we als mensen wel genoeg doen om klimaatverandering te bestrijden, kan motiveren om alles op alles te zetten, maar kan ook verlammend werken.
Voor gelovigen ligt de hoop op een betere wereld – voorbij het oordeel – verankerd in de kruisiging en opstanding van Jezus. Wie daarvan doordrongen is en uit de Bijbel Gods kloppend hart voor Zijn schepping heeft leren kennen, kan ontspannen en vasthoudend werken aan een betere zorg voor die schepping. Als christenen daarin tekortschieten – en dat doen we veelvuldig – ligt dat niet aan het evangelie van genade, maar aan ons ongeloof.
De auteur is promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de theologische universiteiten in Apeldoorn en Kampen.