Trump heeft een plaats in het heilsplan voor Israël
Zou het niet juist Gods wijze van werken zijn om een kromme stok zoals Trump te gebruiken voor Zijn soevereine plannen met Israël? oppert H. David Schuringa.
In de twintigste eeuw zijn er meer Joden tot Christus gekomen dan in de 1900 jaren daarvoor. In diezelfde eeuw nam het aantal Joodse inwoners van Palestina toe tot ruim 6 miljoen. Wat is er gaande?
Terwijl het evangelicalisme de markt overspoelt met uiteenlopende visies op het Jodendom, moeten we niet over het hoofd zien dat ook de gereformeerde eschatologie leert dat er iets bijzonders aan de hand is met het Joodse volk, in het slothoofdstuk van de geschiedenis van de mensheid.
Cessationisten (theologen die geen speciale plek meer zien voor het Israël van vandaag) zoals Herman Bavinck (1854-1921) en Herman Ridderbos (1909-2007) namen hier trouwens aanstoot aan. Abraham Kuyper (1837-1920) stond er ambivalent tegenover.
Toch hebben heel veel andere gereformeerde theologen altijd de overtuiging gehad dat de Bijbel in zekere zin een unieke plaats inruimt voor de Joden. Tot hen behoren Theodorus Beza, Gisbertus Voetius, Herman Witsius, John Owen, Wilhelmus à Brakel, William Perkins, Thomas Goodwin, Jonathan Edwards, Charles Hodge, Geerhardus Vos, John Murray en niet te vergeten Charles Spurgeon en Matthew Henry.
Deze heldere lichten, en ontelbaar veel anderen, waren voorafgegaan door niemand minder dan Johannes Calvijn. Deze brak met een traditie van antisemitische Bijbeluitleg en zette voor zijn volgelingen de deur open om voort te borduren op een nieuwe denktrant.
Gereformeerde schrijvers zijn overigens altijd onmiskenbaar terughoudend geweest in het aandragen van gegevens met betrekking tot de laatste dagen, buiten dat wat de Schrift duidelijk openbaart.
Zalig
God heeft geen afstand gedaan van Zijn beloften voor Zijn volk naar het vlees, het volk waaruit de Messias geboren zou worden. Verhelderend hierbij zijn de Bijbelse termen ”nieuw Israël”, ”oud Israël”” en ”geheel Israël”.
Ongetwijfeld zijn allen die in Christus zijn ”Abrahams nageslacht” en het ”nieuwe Israël” (Gal. 3:29; Rom. 4). De oudtestamentische geschiedenis is inderdaad kérkgeschiedenis (Hand. 7:38). Echter, het ”oude Israël”, de natuurlijke takken, zal weer worden geënt in Gods olijfboom, op Gods tijd. Nu allengs, maar spoedig in rijke mate (Jes. 59:20; Zach. 12:10; Rom. 9:2; 10:1; 11:24; Rom. 9-11).
Dan zal ”geheel Israël” zalig worden, zoals Calvijn concludeert op grond van Rom. 11:26: dat zijn alle Joden die in Christus geloven en alle heidenen die in Christus geloven (Rom. 11:11-26; 2 Kor. 3:14-16; Gal. 6:16).
Verder ontlenen gereformeerde theologen aan de Schrift ook een overtuigend argument voor de aanname dat de buitensporige verlossing in de eindtijd van heidenen en Joden een terugkeer naar het Beloofde Land impliceert. „Want Ik zal u uit de heidenen halen, en zal u uit al de landen vergaderen, en Ik zal u in uw land brengen. Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden; van al uw onreinheden en van al uw drekgoden zal Ik u reinigen. En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u” (Ez. 36:24-26a; vgl. Hos. 3:5; Amos 9:15; Ez. 37:21)
Kerkgeschiedenis
Tragisch genoeg heeft de kerk een ongelukkige geschiedenis als het om de Joden gaat. Altijd was er de leer dat Jodenbekeringen in de eindtijd de tweede komst van Christus zouden inluiden. Deze overtuiging zorgde echter constant voor een houding tegenover de Joden die uitliep op racisme en vooringenomenheid, vervolging en geweld, en die ten slotte executies en moordpartijen sanctioneerde.
Vanaf het jaar 70 na Chr. kwamen geregeld massale verbanningen voor vanuit landen waar de Joden eerst een veilige haven meenden te hebben gevonden. De Joden ondergingen meedogenloze en onmenselijke ‘oplossingen’, bedoeld om hen uit te roeien en bedacht door mensen die zich christenen noemden.
Op deze manier wierp de kerk zo’n 2000 jaar lang veelvuldig een blokkade op tegen de bekering van de Joden. Deze bejegening zit diep in de herinnering van de Joden gegrift.
Te midden van deze genadeloze duisternis schijnt echter het felle licht van de reformatiebeweging van Johannes Calvijn, in de vorm van aantekeningen in de Geneefse Bijbel (en in de Statenvertaling en de hiermee verwante King James Version) die verwijzen naar een Bijbelse eindtijdleer. De theologen van de Nadere Reformatie en hun geestelijke nazaten borduren hierop voort. Hun filosemitisme was in ferme tegenspraak met het felle antisemitisme van hun rooms-katholieke en lutherse tegenhangers. ”Reformatie 500” heeft zich helaas voornamelijk stil gehouden over Luthers houding tegenover de Joden en het feit dat zijn geschriften later aangehaald zouden worden door de aanstichters van de Holocaust.
Vertrouwen
Het lijvige boek ”Constantine’s Sword” van James Carroll biedt een heldere terugblik op het beschamende verleden van de kerk als het om de houding tegenover de Joden gaat. De calvinisten echter, aan wie de auteur overigens verder geen aandacht schenkt, worden door hem, zij het met tegenzin, aangeduid als de énige christelijke groepering die weigerde de Joden te vervolgen, maar hen veeleer juist beschermde. Dit hebben de Joden óók onthouden. En het was hierom dat de Joodse zakenpartners van mijn vader veel vertrouwen in hem hadden.
In het jaar 1492, toen Columbus over de oceaan zeilde, verdreef het Spaanse imperium de Joden. Geen wonder dat velen na deze afschuwelijke uitzetting uiteindelijk een zekere mate van veiligheid aantroffen in Noord-Europa. Bijvoorbeeld in de Nederlanden.
Volgens Isaac da Costa werden de Lage Landen in feite „een nieuw centrum voor Juda’s verstrooiden.” Historici hebben bewijzen aangedragen voor een zekere interactie tussen Joden en Nederlandse en Engelse puriteinen. Die interactie leidde tot thema’s die gereformeerden na aan het hart liggen, zoals (de bestudering van) het Oude Testament, het verbond, het houden van de sabbat en het Bijbelse gezinsleven.
Toevluchtsoord
Ondertussen, terwijl elders deuren waren of werden gesloten, durfde een handvol Joden het aan om een weg naar Palestina te zoeken, met als doel daar een definitief toevluchtsoord te hebben. Toen gereformeerde theologen in de 19e eeuw zagen hoe de Joodse bevolking van Palestina van niets toenam tot meer dan 20.000, begonnen ze zich af te vragen: „Zou dit het begin van het einde kunnen zijn?”
En dan te bedenken dat wat zij waarnamen eigenlijk nog niets voorstelde. Zouden onze voorvaderen ook maar enigszins hebben kunnen vermoeden dat er in onze dagen al 6,4 miljoen Joden in Israël zouden wonen?
De historische stichting van de Joodse staat in 1948 was mogelijk gemaakt door de Balfourverklaring van 1917, nu honderd jaar geleden. Die werd uitgevaardigd door de Britse regering en onderschreven door de Volkerenbond. Hierdoor werd aan de Joden een veilig thuis in Palestina beloofd. Sindsdien zijn de biologische kinderen van Abraham in groten getale teruggekomen in hun eigen land. Uit meer dan 120 landen.
Bondgenoot
Zou het kunnen zijn dat de Joodse diaspora nu wordt omgebogen tot een profetische openbaringsclimax in de wereldgeschiedenis? Zo ja, dan zullen er nog meer Joden naar Israël gaan, gelet op de naar schatting 5,9 miljoen Joden die nu in de Verenigde Staten wonen, de 300.000 Joden in Canada, de 175.000 Joden in Groot-Brittannië en de 2 miljoen Joden die elders op aarde wonen.
Hoe het ook zij, 82 procent van de Joden op aarde woont in de Verenigde Staten of Israël. Is het dan zo verwonderlijk dat Amerika, met zijn calvinistische wortels, zich vastberaden als trouwe bondgenoot (soms als enige) van Israël opstelt?
Wij in Noord-Amerika dragen een zware verantwoordelijkheid met het oog op wat er gebeurt in het Midden-Oosten, net als Groot-Brittannië. Tragisch genoeg wordt er op de Verenigde Naties druk uitgeoefend om het ”Joodse probleem” in het Midden-Oosten op te lossen door Israël van het wereldtoneel te verbannen. Daarmee laten ze in een andere vorm gruweldaden uit het verleden terugkeren.
Een miniem volk van 15 miljoen mensen, op een wereldbevolking van 7,6 miljard, houdt stand als stuwende kracht in de heilsgeschiedenis. Of zoals een gereformeerde theoloog opmerkt: „Je moet wel net zo blind als de Joden zijn als je niet ziet dat God de natuurlijke takken aan het bijeenroepen is.”
Kromme stokken
Ook als we weigeren mee te gaan in de vaak misleidende en dubieuze voorzeggingen van zogenoemde eindtijdprofeten, kunnen we toch niet voorbijzien aan het feit dat president Trump zijn orthodox Joodse schoonzoon Jared Kushner benoemde tot senior adviseur in het Witte Huis met betrekking tot handel en het Midden-Oosten. Trumps dochter Ivanka, een bekeerlinge van het judaïsme, speelt eveneens een invloedrijke rol in het Witte Huis. Hun kinderen gaan naar een Joodse basisschool.
Wat hebben we te danken aan Kushner? De verplaatsing van de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem. In 1989 tekenden de Verenigde Staten en Israël een contract voor de 99 jaar lange huur van een stukje onroerend goed in Jeruzalem dat nog geen bestemming had. Voor de prijs van een dollar per jaar. In 1995 ging het Amerikaanse Congres akkoord met een wet voor de verhuizing van de ambassade naar Jeruzalem. Die hete politieke aardappel werd vervolgens echter stelselmatig omzeild door de opeenvolgende presidenten.
Na acht jaar anti-Israëlpolitiek van Obama heeft Trump te kennen gegeven dat hij de band met Israël weer wil versterken. Die band verklaarde hij als „onverbrekelijk.” Gaat hij wellicht de beste deal van zijn leven in het Beloofde Land sluiten?
De grote en onmiskenbare fouten van de president worden door de media dagelijks opgesomd en tot vervelens toe herhaald. Maar zou het niet juist Gods wijze van werken zijn om een kromme stok zoals Trump (met een Congres dat voor 92 procent uit christenen bestaat) te gebruiken voor Zijn soevereine plannen? De tijd zal het leren.
En wie weigert Trump te respecteren om zijn ambt, moet niet vergeten dat God een Nebukadnezar en een Kores inschakelde voor de eerste kleinschalige terugkeringen naar het Beloofde Land. Zij waren echter slechts een voorafschaduwing van de slotfase van de omvangrijke heilsgeschiedenis.
Vrede van Jeruzalem
Zullen we er dus getuigen van zijn dat een profetie in vervulling gaat? Oordeel zelf. Denk overigens niet dat welke gebeurtenissen ook maar in Israël een gouden eeuw kunnen laten ontstaan, terwijl de kerk zit te dutten in een geestelijke hangmat. Er komt weliswaar een onmetelijk aantal heidenen en Joden tot geloof, maar ook zal de goddeloosheid omhoogschieten in de tabellen, met een onovertroffen driestheid en een schuimbekkende vijandigheid tegenover de waarheid van God (2 Tim. 3:1-8).
De reden hiervan is dat ”heel Israël” alleen zal bestaan uit een bescheiden overblijfsel te midden van een wereldomvattende, vermetele rebellie tegen de enige ware God. Deze volslagen tegenstelling zal de eindstrijd van Armageddon teweegbrengen (Openb. 16:16; Matth. 24), als Jezus wederkomt in al Zijn heerlijkheid, om de Zijnen te redden en vergelding te geven (Openb. 20:9-15; Matth. 25:46).
Wij spelen vandaag de dag een actieve rol in Gods eindtijdplan als we bidden voor de vrede van Jeruzalem (Ps. 122:6) en voor de standvastigheid van onze leiders (I Tim. 2:2). Helaas zijn velen die in naam christen zijn pro-islam en anti-Israël!
Bovendien (en dat heeft er alles mee te maken), terwijl de cultuur in hoog tempo steeds dieper verzinkt in onuitsprekelijk kwaad (2 Tim. 3:13), heeft de kerk de opdracht moedig en onverschrokken verder te gaan en de paulinische missiologie hoog op te heffen, namelijk: „eerst voor de Jood, en ook voor de Griek” (Rom. 1:16-17).
Ook al is de hedendaagse tweespalt in de kerk, als het om Israël gaat, uiterst ongelukkig, calvinisten kunnen wat Israël betreft rustig vertrouwen op de hand van de Vader (Gen. 12:3).
De auteur is emeritus predikant en theoloog binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken in Noord-Amerika. Hij werkt mee aan het tijdschrift Christian Renewal en is commissaris van de gouverneur van de staat Michigan.