Opinie

Armoedeval kind van de rekening van Rutte III

Het tegengaan van de armoedeval vraagt om een grote opknapbeurt van het hele belasting- en toeslagenstelsel, stellen Raymond Gradus en Arjen Siegmann.

Raymond Gradus en Arjen Siegmann
25 October 2017 13:19Gewijzigd op 16 November 2020 11:47
„Er moet echt iets gebeuren, wil men een normale relatie tussen inspanning en beloning voor de groep met een middeninkomen versterken.” Foto: Een werkplek in een verzamelgebouw in Amsterdam. beeld ANP, Lex van Lieshout
„Er moet echt iets gebeuren, wil men een normale relatie tussen inspanning en beloning voor de groep met een middeninkomen versterken.” Foto: Een werkplek in een verzamelgebouw in Amsterdam. beeld ANP, Lex van Lieshout

Het kabinet-Rutte III gaat de lasten verlagen. Maar het is de vraag of dit wel op de goede manier gebeurt. Als de plannen doorgaan, wordt het voor mensen in de bijstand minder lonend om te gaan werken. En voor nog meer groepen wordt de prikkel om extra te verdienen kleiner. Dit is een onderbelicht thema maar raakt aan de economische toekomst van Nederland.

De grote boosdoener, verergerd gedurende Rutte II, is het ingewikkelde systeem van belastingen, inkomensafhankelijke kortingen en toeslagen. Welgeteld betreft het hier 118 aftrekposten, kortingen en andere belastingbeperkende regelingen, met een omvang van circa 100 miljard euro.

Toen Rutte II de algemene heffingskorting liet aflopen, ontstond er een marginale tariefstructuur die voor inkomensgroepen rond modaal oploopt tot 56 procent (het marginale tarief is het belastingpercentage dat van toepassing is op het extra inkomen dat een belastingbetaler verdient of zou gaan verdienen). Dit betekent dat van een stijging van het inkomen meer dan de helft weglekt naar belastingen. Als we daar de huurtoeslag bij optellen, met een marginale druk van 30 tot 40 procent, en een regeling zoals de zorgtoeslag (15 procent), dan wordt snel duidelijk dat een grote groep mensen tegen een hoog marginaal tarief aankijkt: van elke extra euro inkomsten blijft na belastingen steeds minder over. Als een modaal huishouden dus gebruikmaakt van zowel de huur- als de zorgtoeslag, zal een stijging van het bruto inkomen niet of amper resulteren in een hoger beschikbaar inkomen en is men dus gevangen in een ”armoedeval”.

Onevenwichtig

Het was de stille hoop van velen dat het aantredende kabinet dit ongewenste verschijnsel zou gaan opheffen. En de eerste tekenen waren positief. Zo zorgt een sociale vlaktaks ervoor dat inkomens tussen minimum en twee keer modaal geconfronteerd worden met een marginale druk die enkele procenten lager is. Dit is precies wat in eerdere CDA-rapporten is voorgesteld: een eenvoudiger en vlakker belastingsysteem (met minder aftrekposten) vermindert de armoedeval en zorgt voor een eerlijker verdeling van de belastingdruk, ook binnen een huishouden.

Echter, de optelsom van plannen uit het nieuwe regeerakkoord leidt juist tot een vergroting van de problematiek. Zo wordt de algemene heffingskorting met 350 euro opgehoogd en vervolgens sneller afgebouwd. Ook de arbeidskorting wordt meteen nadat die het maximum bereikt heeft weer afgebouwd, met een afbouwpercentage van 6 percent.

Eerder wees de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs al op de uitvoeringsaspecten van heffingskortingen die worden afgebouwd. De orde sprak van een onevenwichtig en uiterst grillig verloop van de marginale tariefstructuur. Werkenden zien door de bomen het bos niet meer. Dit zal onder het kabinet-Rutte III niet verbeteren.

Zorgtoeslag

Ook bij toeslagen wordt er vooral ”geïntensiveerd” (er wordt meer geld voor uitgetrokken). Het is de bedoeling dat meer mensen van de huurtoeslag gebruik gaan maken. Het lijkt mooi, maar de consequentie is dat ook nieuwe huurtoeslaggebruikers met een armoedeval geconfronteerd gaan worden.

Ook het kindgebonden budget wordt geïntensiveerd, met een bedrag van 500 miljoen euro, evenals de kinderopvangtoeslag (250 miljoen euro). Kortom, de groep die van toeslagen gebruikmaakt, wordt systematisch uitgebreid. Ook inkomens hoger dan modaal zullen dan met een armoedeval geconfronteerd worden.

Bij de zorgtoeslag wordt het huidige aantal gebruikers van maar liefst 4,5 miljoen huishoudens alleen maar groter: het CPB berekent dat in 2021 de zorgtoeslag 1,2 miljard euro duurder zal worden, vanwege de compensatie voor hogere zorgkosten. Rutte III probeert de zorgkosten en daarmee het oplopende gebruik van deze toeslag in te dammen, maar het CPB geeft daar vooralsnog weinig voor. Het zou daarom van wijsheid getuigen om juist de systematiek van de zorgtoeslag ter discussie te stellen.

Commissie-Van Dijkhuizen

In het regeerakkoord staat dat er „mogelijk vereenvoudigingen van de huurtoeslag” doorgevoerd worden. Een nadere uitwerking ontbreekt. Rond andere toeslagen en regelingen is het nog stiller. Het verminderen van de armoedeval is niet ingewikkeld maar vraagt wel om een grote opknapbeurt van het hele belasting- en toeslagenstelsel.

De commissie-Van Dijkhuizen gaf in 2012 concrete handvatten om de belastingen en de toeslagen te vereenvoudigen. Er zou een huishoudentoeslag moeten komen die meer toegespitst kan worden op de onderkant van het inkomensgebouw. Toeslagen voor de middeninkomens worden verlaagd of afgebouwd met een verlaging van belastingen. Er moet echt iets gebeuren, wil men een normale verhouding tussen inspanning en beloning voor deze groep bewerkstelligen. Wat zou het mooi zijn als Rutte III dit ter hand zou nemen.

Raymond Gradus is hoogleraar economie aan de VU Amsterdam, Arjen Siegmann is universitair hoofddocent financiële economie aan de VU en medewerker van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer