Ex-priester Bodden: Afstand tussen Rome en Reformatie nog steeds groot
De afstand tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de protestantse kerken is sinds het begin van de Reformatie niet kleiner geworden. Ex-priester Ley Bodden: „Protestanten moeten hun wortels niet verloochenen. Laten we niet afdwalen van de Bijbelse waarheden die we kennen.”
In Gorinchem werd donderdagavond het boek ”Van de wierook naar het Woord. De weg van twaalf voormalige rooms-katholieken naar het protestantisme” van Huib de Vries gepresenteerd. In de bundel, een uitgave van stichting In de Rechte Straat (IRS) en uitgeverij De Banier in Apeldoorn, komen mensen aan het woord die het rooms-katholicisme van binnenuit kennen. Na een kortere of langere periode van twijfel namen ze afscheid van de Rooms-Katholieke Kerk. „Hun getuigenissen bieden inzicht in de rooms-katholieke denkwijze en cultuur”, aldus De Vries. „Ze zijn een les voor protestanten die menen dat het verschil tussen Rome en de Reformatie vandaag van betrekkelijke betekenis is.”
Uit de gesprekken die De Vries voerde, bleek hoe ongelooflijk snel de afbraak van het orthodoxe rooms-katholicisme vanaf de jaren zestig ging. Dat had volgens de journalist van de Erdee Media Groep te maken met de secularisatie, maar ook met de geringe aandacht voor de Bijbel binnen de kerk van Rome. „Zelfs voor veel priesters is het een gesloten boek, ook vandaag nog. Het heil komt in de rooms-katholieke theologie niet tot mensen via het Woord, maar via de kerk en in het bijzonder de sacramenten, met de geestelijken als bemiddelaars van het heil. Als die van hun voetstuk vallen, onder meer door berichten over seksueel misbruik, blijft er niets over. Omdat de vastheid van Gods Woord, ongeacht het handelen van ambtsdragers, geen plaats heeft in het denken van de mensen.”
De overgang naar het protestantisme zorgde bij het merendeel van de geïnterviewden voor een gebrouilleerde verhouding met de familie. Door de marginale plaats van de Bijbel is het rooms-katholicisme volgens De Vries veel sterker dan het protestantisme in de eerste plaats een cultuur. „De overgang naar het protestantisme wordt ervaren als verraad van de eigen cultuur.”
Vrijwel alle geïnterviewden blijken negatief te staan tegenover pogingen tot oecumene tussen Rome en Reformatie. Volgens Bas van der Ven, jarenlang de economische rechterhand van de bisschoppen Eijk en De Korte, beseffen protestanten onvoldoende hoezeer machtsbesef en superioriteitsgevoel eigen zijn aan de Rooms-Katholieke Kerk.
Ex-priester Tomasz Pieczko: „De dialoog komt voort uit een naïef optimisme van protestanten die niet beseffen waar het de Rooms-Katholieke Kerk om gaat. Van die kant is het enige doel dat de afgedwaalde broeders terugkeren in de schoot van de ware kudde.”
Tegelijk zien voormalige rooms-katholieken veel sterker dan behoudende protestanten het kwaad van de verdeeldheid in het protestantse kamp. „Koen van den Munckhof uit Horst heeft het in de loop der jaren al wat te horen gekregen van rooms-katholieke dorpsgenoten: „Hoe is het mogelijk dat protestanten zeven kerken voorbij lopen, om de achtste binnen te gaan?” Dat maakt hun getuigenis naar buiten zwak.”
Voormalige rooms-katholieken houden de gereformeerde gezindte ook een spiegel voor, vindt De Vries. „Dwalingen die door de voordeur werden verwijderd, kwamen soms via de achterdeur in een wat gewijzigde vorm weer binnen.
Zo verbaast ex-priester Toon Vanhuysse zich over de waardering in bevindelijk gereformeerde kring voor het boek ”De navolging van Christus” van Thomas a Kempis. „Terwijl het toch een typisch rooms boek is. Steeds weer proef je hoe de eigen vroomheid wordt gesteld op de plaats die Christus hoort te hebben. Er is veel overeenkomst tussen de roomse mystiek en ongezonde protestantse bevindelijkheid”, aldus Vanhuysse.”
Wordt de afstand tussen Rome en Reformatie kleiner? Volgens ex-priester Bodden, een van de geïnterviewden, niet. „Maar ja, die paus dan? Die is toch heel vriendelijk, sociaal en pastoraal? Ja, misschien wel. Maar de leer over de paus is niet veranderd en zal ook niet veranderen.”
Hij verwees naar de overeenkomst die de Rooms-Katholieke Kerk en protestantse kerken over de rechtvaardiging hebben gesloten. „Toch vindt Rome dat genade bemiddeld moet worden. Daar zijn volgens haar priesters en zeven sacramenten voor nodig. De Reformatie leert echter dat we alleen God nodig hebben.”
In rooms-katholieke kerken staan beelden van heiligen en Maria. „Ze worden nog steeds aangeroepen, ondanks dat er een beeldenstorm heeft plaatsgevonden. En de eucharistie? Nog steeds geldt de leer van de transsubstantiatie. Nog steeds zegt de Rooms-Katholieke Kerk dat het brood en de wijn werkelijk veranderen in het lichaam en bloed van de Heere Jezus.”
Verder wees hij op de leer van het vagevuur en de aflaten. „Toenadering is dus niet mogelijk. De Rooms-Katholieke Kerk ziet zich als de enige ware kerk. Als mensen zalig willen worden, zouden ze allemaal rooms-katholiek moet zijn. Die stelling zal Rome nooit verlaten.”
Protestanten mogen dus hun wortels niet verloochenen, vindt de ex-priester. „En dat is de Bijbel. Laten we niet afdwalen van de Bijbelse waarheden die we kennen.”
Toch denken veel christenen dat er geen verschillen meer bestaan tussen Rome en Reformatie, zei IRS-voorzitter dr. M. Klaassen. „Rooms-katholieken en lutheranen zijn het toch eens geworden over de rechtvaardigingsleer? De lutherse hoogleraar Markus Matthias wees er onlangs in het Nederlands Dagblad terecht op dat dit niet het geval is. De echte inhoud van het christelijk geloof is de rechtvaardiging van de goddeloze. Door het geloof in Christus geeft God mensen uit genade een nieuwe identiteit: een bestaan in Christus, los van wie je bent en los van wat je doet. Dat heeft Rome nooit goed begrepen.”
Volgens Rome is rechtvaardiging een levenslang proces, aldus de hervormde predikant uit Arnemuiden. „Wie in Christus is, doet echter geen goede werken om gered te worden maar omdat hij gered is. Luther sprak over een vrolijke ruil: U mijn zonden en ik Uw gerechtigheid. Wie dat wonder heeft leren kennen, wordt getuige van Zijn Evangelie.”
Iemand uit de zaal vraagt of voorbede voor rooms-katholieken een grotere plaats in de eredienst moet innemen. „Mensen kunnen veranderen door Gods genade.”
Dr. Klaassen: „Ik denk dat dit inderdaad te weinig gebeurt. En dan moet ik de hand in eigen boezem steken. Ik heb een keer voorbede gedaan, bij de verkiezing van de paus. Maar dan krijg je toch ook weer opmerkingen. In ieder geval: laten we onze rooms-katholieke medemens meenemen in onze gebeden.”