Mens & samenleving

Irakees helpt vluchtelingen bij wederopbouw Ninevé

Als vluchteling kwamen ze jaren geleden naar Nederland. Nu verlenen diverse Irakezen hulp aan landgenoten ver weg. Van kleding en voedsel voor weeskinderen in Noord-Irak tot steun voor christenen bij de wederopbouw van Mosul.

14 September 2017 16:50Gewijzigd op 16 November 2020 11:28
Stichting De Herder is betrokken bij een training die Iraakse vrouwen volgen voor naaister.  beeld De Herder
Stichting De Herder is betrokken bij een training die Iraakse vrouwen volgen voor naaister.  beeld De Herder

Benjamin Jahola (61) is een drukbezet man. Hij is directeur van het TIP College in zijn woonplaats Nijkerk. Vluchtelingen en migranten volgen er trainingen op het gebied van taal, integratie en participatie, onder meer ter voorbereiding op een inburgeringsexamen. Via stichting De Herder biedt Jahola, geboren en getogen in Mosul –het voormalige Ninevé– intussen hulp aan christenen in Irak.

Zelf ontvluchtte de hoogleraar Engels in 1998 met zijn vrouw en twee kinderen zijn land. „Als christenen liepen we er gevaar.” Na vijf jaar kregen ze in Nederland een verblijfsvergunning. Daarna werkte Jahola als docent Engels op onder meer de Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn en Uddel en het Deltion College in Zwolle, voordat hij het TIP College begon.

Via ‘zijn’ stichting De Herder, opgericht in 2003, steunde Jahola lange tijd 25 kinderen die onderdak hadden gekregen in een weeshuis in het christelijke dorp Alqosh. „De profeet Nahum kwam daar vandaan.” Andere weeskinderen wonen bij grootouders of gezinnen in diverse christelijke steden en dorpen in de regio. Na aanvallen van IS vluchtten de gezinnen met deze weeskinderen in 2014 naar andere delen van Irak en raakten ze voor een groot deel uit beeld.

Huizen verbrand

Jahola, die geregeld de diensten van de hervormde gemeente De Fontein in Nijkerk bezoekt, volgt de ontwikkelingen in zijn geboorteland op de voet. Nu de christelijke dorpen in de vlakte van Ninevé het afgelopen jaar zijn heroverd op IS, moedigt hij Irakezen aan om terug te keren naar dit gebied.

„Ninevé moet weer van de Ninevieten worden. Het is er nu redelijk veilig voor christenen, maar ze zijn alles kwijt. Ons doel is hen te steunen bij de wederopbouw, want alles is verwoest. Moslims hebben de huizen van christenen in brand gestoken en hun spullen gestolen.”

Met steun van onder anderen Wilbrand Rakhorst, sinds kort voorzitter van De Herder, wil Jahola de hulpverlening in Irak intensiveren. Zoals hij eerder al deed, wil hij ook de komende tijd voedselpakketten en tweedehands kleding verstrekken aan arme gezinnen in het noorden van het land.

Ook is Jahola, in samenwerking met stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC), gestart met projecten om huizen op te knappen en gezinnen te voorzien van spullen om terug te kunnen gaan. Christenvrouwen –onder wie veel weduwen– krijgen een training voor kapster of naaister. Hierdoor kunnen ze kleding van hun gezin repareren. Ook moet de opleiding hen helpen om zelf een inkomen te verwerven. „We kopen stof voor hen waarmee ze kleding kunnen naaien. Inmiddels hebben we meer dan 250 vrouwen getraind. Dat willen we verder uitbreiden.”

Velen lijden als gevolg van de oorlog aan een posttraumatische stressstoornis. Jahola: „Wij bieden met enkele vrouwelijke hoogleraren hulpverlening aan voor vrouwen die veel geweld hebben meegemaakt en hun leven opnieuw moeten vormgeven.”

Kippenboerderij

Jahola bezocht Irak de afgelopen jaren meer dan eens, onder meer met een delegatie van de SGP. Hij beijvert zich niet alleen om financiële steun voor zijn werk te krijgen van christelijke particulieren en ondernemers, maar zoekt ook naar mogelijkheden voor subsidies. „Vluchtelingen komen massaal naar Europa, maar het is beter hen te helpen om in hun eigen land een nieuw bestaan op te bouwen. Elk huis dat daar wordt opgeknapt, betekent dat één gezin kan terugkeren.”

Aan ideeën heeft Jahola, die volgende week met HVC-directeur Van Nifterik opnieuw naar Irak gaat, geen gebrek. Zo wil hij mensen helpen in de regio Ninevé een koeien- of kippenboerderij of een winkeltje te beginnen. „Ik hoop dat Nederlandse ondernemers daarin willen investeren om christenen te helpen. Ninevé moet weer een plek voor de christenen worden en mag nooit meer in handen van moslims komen.”

Dat hij gevluchte Irakezen aanmoedigt om terug te keren naar Mosul, betekent niet dat Jahola zelf ook van plan is zich daar op korte termijn weer te vestigen. „Ik ben er bijna twintig jaar weg en heb hier de verantwoordelijkheid voor onder meer mijn school. Die kan ik niet zomaar achterlaten. Voorlopig wil ik me vanuit Nederland blijven inzetten voor de wederopbouw van Ninevé en zal ik af en toe daarheen gaan om te helpen. Op de langere termijn wil ik wel graag definitief terug. Oost west, thuis best.”

Vluchtelingenkampen

Ook Suhaila Sawa (56) zet zich vanuit Nederland in voor hulp aan mensen in nood in Irak. Ze groeide als dochter van een predikant op in een Aramees christelijk gezin in Mosul. Haar vader en twee broers werden in de tijd van Saddam Hussein vermoord. Achttien jaar geleden vluchtte ze naar Nederland. Nadat ze een periode in Urk woonde, heeft ze nu een huis in Emmeloord, waar ze is aangesloten bij de gereformeerde kerk vrijgemaakt.

In december richtte Sawa samen met anderen de Nederlandse Stichting voor de Kinderen van Irak (NSKI) op. Ze bezocht het land de afgelopen jaren diverse keren. De laatste keer was in april, toen ze samen met onder anderen NSKI-directeur Frank Troost naar Syrië en Irak reisde. Aan de hand van foto’s en video’s laat ze zien hoe ze voedsel brachten in kampen in het Syrische Raqqa en de Iraakse stad Erbil. Ook verstrekten ze kleding en medicijnen aan vluchtelingen en deelden ze 150 Bijbels uit.

Het accent in de hulpverlening ligt op kinderen. NSKI steunt onder anderen 150 weeskinderen in Erbil die op diverse adressen zijn ondergebracht. „Er is bijvoorbeeld een weduwe die twaalf kinderen opvangt.” Tijdens een rit naar een opvangplek voor een 5-jarig weeskind, Daniël, maakte Sawa een ernstig ongeval mee. „Deze jongen is bij het ongeluk overleden.”

Bij vrijwel elke foto die ze toont, heeft Sawa een verhaal. „Dit is een meisje van 3 jaar. Haar ouders zijn vermoord.” „Deze moeder heeft zeven kinderen. Haar man is vermoord.”

Gedoopt

Sawa hoopt in de toekomst meer te kunnen bieden dan voedsel, kleding, tenten en medicijnen. „Ik krijg elke dag telefoontjes met concrete hulpvragen. Er zijn veel weeskinderen die rondzwerven over de puinhopen van het land”, zegt Sawa.

Het liefst zou ze in Noord-Irak een school openen zodat kinderen weer onderwijs kunnen volgen. Met diverse activiteiten, zoals een sponsordiner en een flessenbonactie, zamelt de stichting geld in voor de hulpverlening. Ook probeert ze mensen te vinden die het werk structureel willen steunen.

Bij haar activiteiten voor de NSKI krijgt Sawa hulp van Nederlanders en Irakezen. Een van hen is Walid Ahmed Shihab (47) uit het asielzoekerscentrum in Luttelgeest. „Deze broeder is gevlucht uit Ninevé en is hier christen geworden en gedoopt.”

Shibab onderstreept het belang van het werk van de NSKI. „Mijn vader en moeder zijn door IS vermoord. Mijn vrouw, die veel psychische problemen heeft, en vijf kinderen zijn nog in Irak. Ik ben dankbaar voor de hulp die ze daar via de NSKI hebben gekregen. De situatie is heel slecht. De mensen in Irak hebben onze steun hard nodig.”

Lees ook: Christenen in de vlakte van Ninevé in de verdrukking.

>>deherder.com >>nski.info Dit is het slot van een tweeluik over mensen die als vluchteling naar Nederland kwamen en hulp bieden aan landgenoten in nood. Lees ook:

Situatie Pakistaanse christenen in Thailand „hartverscheurend”.

„Elke dag liggen er kinderen bij het hek van ons weeshuis in Kinshasa”.

Echtpaar Babayan biedt kwetsbare kinderen in Armenië toekomst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer