Gedreven spel van Henk Klop vastgelegd op 21 cd-box
Veertig jaar geleden kende iedereen hem in orgelland, was het bijwonen van zijn concerten een belevenis van de bovenste plank en keek men uit naar nieuwe lp’s van zijn hand: Henk Klop, musicus, componist en kunstschilder. In april overleed hij in zijn woonplaats Hardinxveld-Giessendam op 70-jarige leeftijd.
In 1978 raakte Klop zwaar overspannen. Sindsdien gaf hij nagenoeg geen concerten meer en legde hij zich, teruggetrokken in zijn flat, vooral toe op de schilderkunst en het componeren.
Liefhebbers van Klops vertolkingen van werken uit de volle breedte van de orgelliteratuur en van zijn eigen composities zullen aangenaam verrast zijn door de verschijning van een box van 21 cd’s waarop Klop te horen is in het decennium voorafgaand aan het einde van zijn carrière als actief uitvoerend musicus. Het betreft radioconcerten, liveregistraties van concerten in binnen- en buitenland en privéopnamen uit het archief van de familie Klop.
Qua repertoire en orgels is er grote diversiteit: van Bach in Westmaas en Händel in Gorinchem tot Tournemire in Lisse en Parijs. Het spel van Klop kenmerkt zich door enorme gedrevenheid, zowel in snelle als langzame stukken. Alles wat hij speelt, zindert van de intensiteit, of het nu een deeltje uit ”L’Organiste” van Franck is of de grote Symphonie Passion van Dupré. Te allen tijde beseft de luisteraar: hier wordt een overtuigend pleidooi gevoerd voor levende muziek. Klop weet als geen ander zijn publiek te dwingen tot luisteren en meegesleept te worden door zijn visie op het stuk.
Die visie is overigens niet statisch, getuige de stukken die meerdere keren opgenomen zijn. Klop laat ook het orgel een belangrijke rol spelen in zijn interpretatie van de muziek, zoals bijvoorbeeld blijkt bij ”Wie schön” van Reger: uitgevoerd in 1971 in de rooms-katholieke Bavo te Haarlem (een AVRO-radioconcert) en in 1972 in de Rotterdamse Laurenskerk bij het in ontvangst nemen van de Prix d’Excellence.
Klop stond ook bekend om zijn improvisaties, die verspreid over de cd’s rijk vertegenwoordigd zijn. Het klankidioom ervan is hoogst origineel. Er zijn invloeden hoorbaar van Vierne, Dupré en Langlais, maar Klop hanteert een eigen stijl van enerzijds soms wrange dissonanten en anderzijds volle drieklanken die aanvoelen alsof gordijnen worden opengeschoven en een stralend vergezicht verschijnt. Fascinerend zijn in dat opzicht de improvisaties die in 1977 zijn opgenomen in de Parijse Notre-Dame. Na een rustige, poëtische ”Entrée” volgt een adembenemende ”Sortie”, die alle grenzen van virtuositeit, vindingrijkheid en dynamiek aftast, waarna je je afvraagt wat er nog meer kan komen. Maar vervolgens krijg je nog zes fenomenale delen voorgeschoteld.
De mooi vormgegeven box bevat voornamelijk orgelmuziek, maar daarnaast ook werk voor koor en orgel, saxofoons en orgel en piano-improvisaties. Een bijzonder waardevolle uitgave.
Henk Klop – Finale; Aristide (04-17-04/24); 21-cd; € 90,-; bestellen: www.henkklop.nl/boxset
<p>Henk Klop, transeptorgel Laurenskerk Rotterdam (23 maart 1972)</p>
<p>Henk Klop, Grote Kerk Breda (radioconcert NCRV 1975)</p>
<p>Henk Klop, Notre Dame Parijs (17 september 1977)</p>