Herdenken van doden leeft nog altijd
Hoewel steeds minder mensen de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt, neemt de belangstelling voor herdenkingen toe. Een groter aantal herdenkingen trekt steeds meer mensen.
Donderdagavond om 20.00 uur is Nederland twee minuten stil om degenen die stierven voor onze vrijheid te herdenken. „Bloedde de dodenherdenking in de jaren zeventig nagenoeg dood, vandaag de dag is het herdenken van oorlogsslachtoffers een levend gebeuren”, ziet Dirk Mulder, directeur van herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Hij kijkt er niet van op. „We zien dat de tweede generatie naar buiten treedt met publicaties over hún ervaringen. Vaak werd er thuis niet over de oorlog gesproken. De derde generatie stelt vragen aan opa en oma die hun ouders nooit hebben gesteld.”
Als voorbeeld noemt hij dj Frank van der Lende, die op bevrijdingsfestivals het verhaal zal vertellen van zijn oma, die als klein meisje in Westerbork heeft gezeten. Nooit had ze erover verteld, tot haar kleinzoon ernaar vroeg.
Het programma bevat nog altijd traditionele basiselementen: een stille tocht, kranslegging en de twee minuten stilte. Daar zijn andere vormen bijgekomen, zegt Mulder. „Muziekuitvoeringen, theatervoorstellingen, films, de openstelling van huizen waar in de oorlog Joden woonden.”
De directeur wil nieuwe vormen om te herdenken niet uitsluiten. „Als het maar integer gebeurt en met respect. De een wordt aangesproken door een boeiende lezing van een bevlogen historicus of een gedicht; een ander wordt geraakt door een film of aan het nadenken gezet door een toneelgezelschap.”
Urk
Net als honderden andere plaatsen staat ook Urk donderdagavond uitgebreid stil bij de dodenherdenking. Het gemeentebestuur organiseert een korte herdenkingsdienst in de Bethelkerk. Oud-legerpredikant ds. H. Sleebos spreekt een appelwoord en twee jongeren dragen een gedicht voor.
Vervolgens leggen bezoekers bloemen bij het Oorlogsmonument. Het mannenkoor Hallelujah zingt, terwijl ook een brassband van zich laat horen. Vanaf de kerktoren klinkt The Last Post, waarna de aanwezigen het Wilhelmus zingen. Twee coupletten. Eén en zes.
De Ds. E. du Marchie van Voorthuyzenschool levert dit jaar een bijdrage aan de herdenking. Leanne van Laar draagt in de kerk een gedicht voor, Fokke Post en Janne-Gre van Slooten leggen bloemen. De leerlingen hebben op school een aantal keren geoefend.
„Ik wil dat het netjes gebeurd. Net als in het leger”, verklaart leerkracht Willem Blom, oud-sergeant van 47 Pantserinfanterie in Havelte. „Rustig rechtop staan, linkerbeen neerzetten, rechterbeen aansluiten. Bloemen leggen, afmarcheren”, commandeert hij.
De leerkracht van groep 7 vindt het „enorm belangrijk” om oorlogsslachtoffers te herdenken. „Zij hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Dat moeten we erin stampen. Dankzij hun inzet kunnen wij in vrijheid naar school. En onze bijbelvertellingen doen.”
Blom heeft een oudere vrouw uitgenodigd om in de klas te vertellen hoe zij op Urk onderduikers in huis namen. „Indrukwekkend. Zoiets komt bij de kinderen binnen.” Verder hebben ze onder andere met de Anne Frankkrant gewerkt. Oorlog is volgens de leerkracht nooit zwart-wit. „Er zijn ook Duitse soldaten die Urkers hebben gered.”