Opinie

Theologenblog: Een afgezaagde hypothese

Er zijn van die hypotheses waarover geleerden liever niet meer discussiëren. “Het is algemeen aanvaard dat...”, hoor je dan. Afwijkende visies worden vervolgens weggezet als het negeren van feiten die iedereen al kent. Voor het gemak vergeet men dan even dat de wetenschap ook haar eigen veronderstellingen kritisch tegen het licht moet blijven houden, schrijft Rob van Houwelingen.

Rob van Houwelingen
2 May 2017 10:56Gewijzigd op 16 November 2020 10:27

Zo’n heersende hypothese is er in de Bijbelwetenschap bij de drie zogeheten Pastorale Brieven. Dat zijn de brieven aan Timoteüs en Titus. Ze staan alle drie op naam van de apostel Paulus, maar vanaf het eind van de achttiende eeuw wordt zijn auteurschap betwijfeld; iemand anders moet ze geschreven hebben. Voor die hypothese voert men vier argumenten

  1. Allerlei geografische en andere details uit de Pastorale Brieven zijn moeilijk in te passen in het historische kader van de zendingsreizen uit het boek Handelingen.

  2. Taal en stijl van de Pastorale Brieven wijken nogal af van de onbetwiste brieven van Paulus.

  3. Ook de theologie van de Pastorale Brieven verschilt van wat we van Paulus verwachten: ze benadrukken de gezonde leer, missen de rechtvaardiging door het geloof en propageren een burgerlijke ethiek.

  4. De Pastorale Brieven besteden veel aandacht aan de ambten binnen de gemeente, hetgeen een vergevorderd stadium van kerkontwikkeling verraadt.

De Kamper uitlegtraditie van het Nieuwe Testament heeft voor al deze punten alternatieve verklaringen aangedragen. Inmiddels in aansluiting op een groeiende groep onderzoekers. Wat betreft de argumenten 1 en 4: Herman Ridderbos situeerde de Pastorale Brieven na de periode die het boek Handelingen beschrijft. Zelf plaats ik, net als Jakob van Bruggen, 1 Timoteüs en Titus tijdens of liever aan het eind van de derde zendingsreis en 2 Timoteüs tijdens de gevangenschap van Paulus die in het laatste hoofdstuk van Handelingen vermeld wordt. En het feit dat Paulus al op zijn eerste zendingsreis oudsten aanstelde (Handelingen 14:23), toont aan dat ambten in de apostolische kerk niet per definitie een latere ontwikkeling zijn.

In 2013 promoveerde Myriam Klinker-De Klerck op een onderzoek naar het theologische argument, toegespitst op het burgerlijke gehalte van de Pastorale Brieven. Haar proefschrift ”Herderlijke regel of inburgeringscursus?” concludeert dat 1 Timoteüs en Titus wat ethische richtlijnen betreft niet burgerlijker zijn dan bijvoorbeeld 1 Korintiërs. Er is wel verschil in uitwerking, maar dat loopt parallel met het onderscheid tussen medewerkersinstructie en een gemeentebrief. Iets dergelijks geldt voor de leerinhoud. De Pastorale Brieven schrijven eerder óver de gezonde leer dan dat zij zelf willen ‘leren,’ zoals de gemeentebrieven. En een thema als rechtvaardiging door het geloof hoefde niet uitgelegd te worden aan Timoteüs en Titus. Zij waren immers Paulus’ eigen medewerkers.

Een zwaarwegend argument is de taalkwestie. In hoeverre wijkt het taalgebruik van de Pastorale Brieven af van Paulus’ overige brieven? Jermo van Nes onderzocht die vraag in een gezamenlijk doctoraatsproject met de Evangelische Theologische Faculteit Leuven (Nederlands Dagblad, 21 april 2017). Hij ontdekte dat onderzoekers elkaar soms napraten en soms tegenspreken. Zelf bestudeerde hij alle taalkundige verschillen die in de discussie worden genoemd, zoals unieke woorden, lexicale rijkdom en zinsbouw. En dat met behulp van een nog niet eerder in de Bijbelwetenschap toegepaste methode uit de statistiek. De uitkomst is dat de paulinische brieven qua taalverschillen niet significant van elkaar afwijken. Soortgelijke verschillen in andere teksten worden meestal verklaard als het gevolg van bijvoorbeeld de leeftijd, emotionaliteit of levensomstandigheden van dezelfde auteur. Kortom: het taalkundige argument dient niet langer te worden gebruikt in de discussie over het auteurschap van de Pastorale Brieven.

Het voortdurend herhalen van vier argumenten waarom iemand anders dan Paulus de auteur zou moeten zijn van de Pastorale Brieven maakt ze daarmee nog niet overtuigend. Integendeel, de heersende hypothese wordt langzamerhand afgezaagd, in de dubbele betekenis van het woord. Een stoel die wankelt op zijn vier poten biedt geen comfortabele zitplaats meer. Hoog tijd om deze positie te verlaten.

De auteur is hoogleraar Nieuwe Testament. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer