Opinie

Theologenblog: Film ”Silence” door theologische bril

Is dat wel mogelijk, Christus navolgen, terwijl je Hem toch verloochent? En kan Christus op plekken waar het noemen van zijn Naam leidt tot gruwelijke vervolging, toch present zijn in stilte en verborgenheid?

Koert van Bekkum, Hans Burger en Arnold Huijgen
28 February 2017 13:37Gewijzigd op 16 November 2020 09:54
Paus Franciscus ontmoet regisseur Martin Scorsese in Vaticaanstad bij de presentatie van zijn film Silence. beeld AFP/Osservatore Romano
Paus Franciscus ontmoet regisseur Martin Scorsese in Vaticaanstad bij de presentatie van zijn film Silence. beeld AFP/Osservatore Romano

Afgelopen woensdag zagen wij de film ”Silence” van regisseur Martin Scorsese, naar het gelijknamige boek boek van Shusaku Endo. In zijn boek stelt de rooms-katholieke Endo de vraag waarom het christelijk geloof in Japan maar geen voet aan de grond heeft gekregen en waarom het zo fanatiek vervolgd is. In de film is te zien hoe de jezuïet Rodriguez in 1641 naar Japan afreist om zijn leermeester Ferreira te achterhalen, die spoorloos verdwenen is en naar verluidt het christelijk geloof heeft afgezworen.

Verschillende recensenten hebben erop gewezen dat de film wel erg lang duurt en wel erg religieus is. Toch is het bepaald geen simpele ‘christelijke’ film. De martelaren zijn bepaald geen helden en stellen gelovige kijkers indringend voor de vraag wat zij ervoor over hebben Jezus’ Naam onder de mensen te belijden. Maar ook theologisch gebeuren er intrigerende dingen (spoiler alert: als je de film nog wilt gaan zien, kun je misschien beter niet verder lezen).

Rodriguez geeft zich helemaal voor de christenen die hij ontmoet. Maar gaandeweg gaat hij kapot aan de vraag waarom God stil blijft en niets doet aan het lijden van al die christenen. Ook Rodriguez valt in handen van de boeddhistische inquisitie. Die brengt hem in contact met Ferreira, die in een boeddhistische tempel werkt aan een boek ter bestrijding van het christelijk geloof.

Uiteindelijk doet Rodriguez ook de fumie: hij zet zijn voet op een beeltenis van Christus, als teken van verachting en verwerping. Het is de enige manier waarop hij vijf christenen, die ter plekke worden gemarteld in de put, van de dood kan redden. Vlak voordat hij dat doet, hoort Rodriguez de stem van Christus: „Trap maar. Ik ben in deze wereld geboren om door jullie vertrapt te worden. Om in jullie pijn te delen heb ik het kruis gedragen.”

Juist door Christus te verloochenen, is Rodriguez dus dichter bij Christus dan hij ooit is geweest of zal zijn. Hij verliest alles: zijn waardigheid, zijn hele identiteit als jezuïet, zijn levensdoel in Japan. Al eerder in de film wordt er gehint op de eenheid van Rodriguez en Jezus, bijvoorbeeld als een judasfiguur, Kichijiro, hem telkens verraadt en toch telkens wil biechten. En vlak voor het beslissende moment zegt Rodriguez tegen ‘vader’ Ferreira dat hij hem geen vader meer kan noemen. Toch is het deze ‘vader’ die zijn ‘zoon’ aanzet om zichzelf er helemaal aan te geven.

Terwijl Rodriguez breekt, gebeuren er twee dingen. De inquisiteur heft langzaam en dramatisch zijn hand op, waarna de christenen omhoog worden gehaald uit de put – opstanding dus. Tegelijkertijd kraait er een haan. Kruis en opstanding, verloochening en zelfverloochening, afval en geloofsdaad liggen in elkaar en leggen elkaar uit.

Na dit dramatische moment krijgt Rodriguez een nieuw leven, maar niet langer het leven van een priester. Geregeld moet hij opnieuw de fumie uitvoeren en Christus verloochenen. Toch blijkt uit het slot, in zijn boeddhistische begrafenis, dat hij een kruisje in zijn hand heeft. Kennelijk werkt het met God in Japan zo: Hij houdt zich stil, laat zich wegduwen en toch is Hij niet weg te slaan. Hij wordt gediend door mensen die zich stil moeten houden. Het zwijgen van God wijst juist de manier aan waarop Hij gediend kan worden.

Je kunt het rooms-katholiek synthesedenken noemen, waarin schepping en andere religies te gemakkelijk worden geheiligd. Jezus’ aanwezigheid in verborgenheid en stilte deed ons meer denken aan de nadruk op Christus’ ontlediging in Luthers kruistheologie en Bonhoeffers religieloos christendom. Het gaf toch moed op een winderige avond in de wildernis aan de westkant van Utrecht.

Koert van Bekkum, Hans Burger en Arnold Huijgen zijn docenten aan de Theologische Universiteiten van Kampen en Apeldoorn. Zij schrijven dit blog als leden van de onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer