Theologenblog (Arco den Heijer): De waarheid over nepnieuws
Er is veel ”nep” in het nieuws de laatste tijd. Wilders’ uithaal naar het ”nepparlement” van Nederland zorgde vorig jaar voor veel ophef. Maar de afgelopen weken zien we de ene na de andere samenstelling met ”nep” voorbijkomen. Nepnieuws, nepfoto’s, zelfs een neprechter. Het lijkt zelfs nodig mensen erop te wijzen hoe je nepnieuws kunt herkennen.
Mijn eerste reactie is verontwaardiging. Hoe haalt iemand het in zijn hoofd om als president van de Verenigde Staten de rechterlijke macht te schofferen? Zelfs al is de rechtsspraak in Amerika politiek gekleurder dan in Nederland - veel christenen stemden op Trump omdat er dan conservatieve rechters in het Hooggerechtshof zouden komen - daarmee is de rechtspraak nog niet ”nep” te noemen, wanneer ze presidentiële ingevingen dwarsboomt. Dat er instanties zijn die je uitvoerende macht beperken, kan irritant zijn. Maar het is ook precies wat het verschil maakt tussen een democratie en een dictatuur.
Maar verontwaardiging kost een hoop energie en zakt bij mij dus meestal snel weer af. Na de verontwaardiging volgt relativering. Het is tenslotte allemaal retoriek, denk ik dan. Spierballentaal die het kennelijk goed doet in het politieke spel. De hevige verontwaardiging van de tegenspelers is al net zo politiek gekleurd. En als het om het zogenaamde nepnieuws gaat – wisten we niet allang dat een objectief verslag van feiten onmogelijk is?
Die gedachtegang is niet ongevaarlijk. Als ik bij alles wat ik hoor niet meer de vraag stel: Is dit waar? maar: Wie heeft er belang bij dit verhaal? – dan word ik cynisch, wantrouwend, zuur.
Het idee dat je de waarheid niet kunt kennen en alle communicatie in dienst staat van macht, werd in de jaren zeventig uitgedragen door onder andere de Franse filosoof Michel Foucault. Dit heeft veel invloed gehad in de geesteswetenschappen. De vraag naar de achterliggende belangen lijkt dan op de plaats te komen van de vraag naar wat de waarheid is. Maar als heel de samenleving met die instelling naar de wereld om zich heen kijkt, is dat niet gezond. En het recente spervuur van ‘nepwoorden’ draagt daaraan bij.
Heeft christelijk geloof hier een antwoord op? We geloven dat Gods Woord de waarheid is. Maar het is te gemakkelijk om daaruit af te leiden dat we met de Bijbel in de hand moeiteloos onderscheid kunnen maken tussen waarheid en leugen, echt en nep. De kracht van het geloof is niet dat we meer inzicht hebben in de wereld om ons heen dan anderen. De kracht die het geloof biedt, bestaat voor mij vooral in deze drie dingen:
Ten eerste: de wereld is door God geschapen, en daarom mogen we geloven dat God de werkelijkheid kent en als geen ander weet wat waar is en wat niet. De waarheid over onze wereld bestáát, ook al is ze voor ons soms moeilijk toegankelijk. Dat is een geloofsantwoord op postmodern relativisme.
Ten tweede: de toewijding aan God, de Rechter die boven alle partijen staat, is een krachtige drijfveer voor gewetensvolle journalistiek. Journalistiek die zich niet laat gezeggen door politieke macht, en ook niet door verkoopcijfers, maar kritisch blijft zoeken naar de juistheid van alles wat beweerd wordt.
Tenslotte: God heeft in de opstanding van Zijn Zoon een nieuw begin gemaakt, dat uitloopt op een toekomst waarin er geen leugen en schijn meer zullen zijn. We mogen hopen op de volledige openbaring van Gods waarheid over deze wereld en over ons eigen hart. Die hoop overwint zowel de zuurheid van het cynisme als de zoetheid van nostalgie. Het geeft de kracht om grote woorden in te houden als we over anderen spreken en in plaats daarvan het gesprek met hen aan te gaan. Niet omdat we denken dat die strategie in de huidige wereld erg succesvol zal zijn, maar omdat ze past bij de toekomstige.
Arco den Heijer is promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.