Column (Wim van Egdom): Een jaarwisseling zonder goede voornemens
Aan de ene kant vind ik de feestdagen aan het einde van december de gezelligste tijd van het jaar. Het is vroeg donker, vaak niet al te warm en daarmee is het de tijd van het jaar dat je zonder al te veel commentaar van derden jezelf kunt opsluiten in je eigen huis. Dat opsluiten wil natuurlijk niet zeggen dat ik niet buiten kom. Ook ik doe mee aan de winkelgekte en geniet daarbij ook nog graag van de mooie landschappen die de winter ons soms biedt. Een nacht vorst en wat nevel of mist levert rijp op en dan lijkt het net alsof het gesneeuwd heeft.
Maar er is ook een andere kant. En dat is de kant van de weemoed. Weer een jaar voorbij, weer nieuwjaarsdag. Het lijkt wel steeds sneller te gaan. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het ouder worden. Voor een kind is de zomervakantie een levensperiode op zich. En hetzelfde geldt voor Kerst en oud en nieuw.
Daarbij is afscheid nemen iets wat ik liever niet doe. En aan iets nieuws beginnen, vind ik ook niet fijn. En dat is nu precies wat we doen op 31 december en 1 januari.
Nog erger is het dat er bij deze tijd lijstjes horen. Aan het einde van het jaar wordt alles wat ons is overkomen in statistieken geperst. Zo veel dit, zo veel dat. En dan hebben we het over regen en zonneschijn, over dalende werkloosheid en stijgende beurskoersen. Over piekende huizenprijzen en extreem lage rentes. Zelfs de kerken krijgen van het Centraal Bureau voor de Statistiek in december een rapport, en ook dat is sinds ik me kan herinneren hetzelfde: minder gelovigen, minder kerkgangers.
In het nieuwe jaar begint het allemaal nog een keer, maar dan andersom. We kijken niet terug maar vooruit. We moeten zo veel huizen bouwen, de beurs moet zo veel stijgen willen de pensioenen niet verlaagd moeten worden en als er niet zo veel geld opgehaald wordt in de kerk, tsja, dan moet er wat gebeuren.
We hebben het dan nog niet eens over lijstjes met goede voornemens. Lijstjes die inmiddels weer in de prullenbak liggen. Stoppen met roken, meer bewegen, meer fietsen, minder autorijden om het milieu te sparen enzovoort, enzovoort.
Het was heerlijk om tegen iedereen te kunnen zeggen dat ik deze keer niet aan lijstjes en goede voornemens doe. Tenminste: niet in het openbaar. Want ik heb wel stiekem de banden van m’n fiets opgepompt die al vele jaren leeg waren. Om meer te fietsen? Eh, nou ja, misschien. Eerst maar eens kijken of de banden niet lek zijn.