Ondanks aanslag in Jeruzalem kan Israël beter wel deelnemen aan vredesconferentie
Het jaar is nog maar net begonnen en het is al weer helemaal mis in Jeruzalem. Zondag reed een Palestijnse terrorist met een vrachtwagen in op een groep Israëlische militairen. Vier soldaten kwamen om.
De manier waarop de aanslag is gepleegd, doet sterk denken aan de terreurdaden in Nice en Berlijn. In Israël werden er eerder al aanslagen gepleegd met auto’s of tractoren, dus wie nu wie inspireert, is moeilijk te zeggen.
Feit is dat opnieuw een moslim zo veel mogelijk mensen –Joden in dit geval– probeert te doden. Gruwelijk blijft het om te horen dat anderen deze aanslag toejuichen. Dat een terreurbeweging als Hamas dat doet, weten we inmiddels. Maar dat Palestijnen in Oost-Jeruzalem de terrorist prijzen, is vreselijk om te zien. Want het zijn wel deze Palestijnen die geen gelegenheid onbenut laten om op het wereldpodium te roepen dat zij het slachtoffer zijn van de agressie van Israël.
Het laat haarscherp zien in welke onmogelijke positie het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen terecht is gekomen. Want actie geeft reactie. Zeker in het Midden-Oosten. En ondertussen groeit de haat aan beide kanten.
Juist deze maand wordt, op initiatief van Frankrijk, een vredesconferentie in Parijs belegd tussen de partijen in het Midden-Oosten. Israël zal daarbij trouwens niet aanwezig zijn. Het land verwacht niets van een conferentie met landen die Israël in een hoek willen drukken waar het niet zitten wil.
Ondertussen is er in Israël zelf de discussie rond de veroordeling van Azaria, de militair die in Hebron een gewonde Palestijn doodschoot die even daarvoor een soldaat had aangevallen. Er gaan zelfs geruchten dat soldaten in Jeruzalem zondag niet direct durfden te schieten op de chauffeur van de vrachtwagen, bang voor eenzelfde veroordeling als van Azaria.
Het lijkt overigens nogal ongeloofwaardig om te stellen dat militairen in een levensbedreigende situatie als zondag in Jeruzalem eerst denken aan een vonnis van de rechter voor ze durven schieten. Gedrag in dit soort situaties is veel meer gebaseerd op een reflex dan op een rationeel denkproces.
Het toont echter wel hoe verdeeld Israël momenteel is. Ook als het gaat om de inzet van het leger. En dat laatste is nieuw omdat het leger in Israël een welhaast onaantastbare organisatie is omdat het een van de belangrijkste pijlers is onder de Joodse staat.
Opvallend is trouwens de toon die de minister van Defensie, Lieberman zondag aansloeg. Hij wil niet praten over de veroordeling van Azaria, de nederzettingenpolitiek of de vredesconferentie als mogelijke oorzaken van het geweld van zondag. Volgens hem heeft de aanslag maar één oorzaak en dat is dat veel Arabieren het niet verdragen dat Israël het thuisland is van de Joden.
Het is te vrezen dat hij gelijk heeft. Maar dat maakt praten over oplossingen des te noodzakelijker. Thuis keihard optreden tegen terrorisme en ondertussen een afvaardiging naar Parijs sturen om mee te praten. Al was het maar om te voorkomen dat alleen de Palestijnen daar aan het woord komen.