Nederland moet niet alleen „schoon schip maken”, maar zelfs schepen afzinken, stelt dr. Rutger van den Noort.
Nederland stond weer eens politiek correct op zijn achterste benen, nadat Geert Wilders in De Telegraaf had opgeroepen om „schoon schip” te maken. De timing van deze uitspraak nadat de rechter hem schuldig hadden bevonden was interessant en suggestief. Maar opvallend genoeg trok Wilders zijn opmerking enkele dagen later weer half in. Schoon schip maken ging vooral over het oplossen van de tsunami aan vreemdelingen, legde hij uit. Hij bedoelde niet om rechters weg te sturen. Nederland moet alleen weer baas worden in eigen land.
Ik was met stomheid geslagen over de nuance die Wilders aanbracht. We moeten namelijk in Nederland niet alleen schoon schip maken, we moeten zelfs een aantal schepen spreekwoordelijk afzinken in de Noordzee. De reden is heel simpel: snoeien doet bloeien. Deze manier van denken is makkelijk uit te leggen als je de vergelijking maakt met grote technologische doorbraken. Als we altijd maar een betere versie van ons toetsenbord op de Nokiatelefoon hadden willen ontwikkelen, hadden we nooit een touchscreen gehad op onze iPhone. Het toetsenbord moest niet worden schoongemaakt: het toetsenbord moest worden afgezonken.
Het gaat mij niet allereerst om de rechtspraak. Wel om vijf andere schepen.
Afzinken
Het eerste schip dat in de Noordzee moet worden afgezonken is het overgrote deel van de publieke omroep. Het is geen overheidstaak om entertainment, praatprogramma’s en allerhande sportwedstrijden uit te zenden. Ook zijn er legio radiozenders waar veelal oppervlakkig wordt gekletst, afgewisseld met opnieuw een top 2000. Er is behoefte aan objectief nieuws en programma’s waarin de diepte wordt ingegaan.
Het tweede schip dat moet worden afgezonken is de vrijheid in het onderwijs en allerhande studies waar het zeer onduidelijk is wat de maatschappelijke noodzaak is. Zo is het heel leuk om Keltische talen (Universiteit Utrecht) of Theaterwetenschappen (Universiteit van Amsterdam) met publiek geld te financieren, maar om belastinggeld aan hobby’s uit te geven getuigt van weinig rentmeesterschap.
Het derde schip waar eens een diepe bezinning naar moet worden gedaan is de combo EU en euro. De afgelopen tientallen jaren hebben we iedere keer een stapje vooruit gezet op deze thema’s. Het is tijd voor een complete heroverweging van de Nederlandse positie in Europa. Dit gaat verder dan alleen schoon schip maken. Er zullen pijnlijke en kostbare ingrepen moeten volgen. Ook zullen delen van de EU moeten verdwijnen (belachelijke regels over de zuigkracht van een stofzuiger) en andere delen moeten juist weer terugkomen (grenzen).
Het vierde schip is dat van de ongebreidelde globalisering. Zolang het voordeliger is om allerlei werkzaamheden naar andere landen uit te besteden, verdwijnen er banen uit Nederland. In feite zorgt Nederland hiermee dat er een waardeoverdracht plaatsvindt naar ontwikkelingslanden, in de zogenaamde race to the bottom. We vergeten daarbij dat we er werkloosheid voor terugkrijgen. Een globale afzetmarkt is leuk, maar een bescherming van de eigen werknemer is op de achtergrond geraakt. Trump ziet dit goed in en zal tienduizenden banen terughalen naar Amerika.
Doorgebufferd
Het vijfde en laatste schip dat ik hier benoem is het schip van de cultuurrelativering. Als Nederland mogen we trots zijn op alles wat we bereikt hebben. Ook moeten we trots zijn op de christelijke grondtonen die actief in onze maatschappij aanwezig zijn. We moeten trots zijn op luidende kerkklokken, onze directe manier van communiceren (soms uitgelegd als beledigend), onze taal en onze christelijke feestdagen en nationale tradities. Hoewel we leven in een veranderende wereld is er in Nederland een leidende beschaafde cultuur die we actief moeten behouden. Omdat dit ons namelijk bindt en de basis vormt voor onze nationale solidariteit.
Door de Nederlandse overlegcultuur is er veelal geen ruimte voor drastische veranderingen. Dit geldt in de breedste zin van het woord. Aan de ene kant is dit goed omdat er ook geen drastische fouten worden gemaakt, maar we missen ook de mogelijkheid om dingen eens vernieuwend neer te zetten. Het is veilig te zeggen dat we eens wat vaker de onzekerheid moeten opzoeken om iets te zuiveren. De aangekondigde chaos in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten door respectievelijk de brexit en de verkiezing van Trump is uitgebleven.
Het Nederlandse democratisch systeem is zover doorgebufferd dat iedere kans op totale vernieuwing al door het systeem de kop wordt ingedrukt. Stel dat er in maart een grote overwinning voor Wilders volgt, dan nog heeft hij geen meerderheid in de Eerste Kamer, mocht het al tot een kabinet komen. Op deze manier worden gewenste draconische veranderingen verwaterd tot halfzachte compromissen. Daarnaast heeft Nederland zich helemaal vastgelegd door middel van internationale verdragen. Al zouden we graag verandering willen zien, dan nog is de speelruimte hiervoor bijzonder klein.
Deze overdreven buffering van ons democratisch systeem is gevaarlijk. Uiteindelijk is er veel onrust en zijn de regering en het parlement de uitlaatklep van deze energie in de samenleving. Het bewust negeren van referenda- of verkiezingsuitslagen voedt de gedachte dat stemmen er eigenlijk niet echt toe doet.
Uiteindelijk gaat de politiek over het oplossen van maatschappelijke problemen. Afgezien van een sterk verbeterde economische conjunctuur zijn de afgelopen kabinetsperiode de problemen rondom migratie en immigratie, de EU/euro en de pensioenen en koopkracht eigenlijk alleen maar toegenomen. Gaat de wal het schip keren? Of gaan er toch meerdere schepen zinken?
De auteur woont in de VS, waar hij werkt voor een Nederlandse multinational.