Een overname door Bpost leidt volgens PostNL niet tot een succesvolle combinatie. Het bedrijf vreest negatieve gevolgen voor het eigen personeel en voor de positie van PostNL als uitvoerder van de basispostdienst in ons land.

Vooral de grote invloed van de Belgische overheid als grootaandeelhouder van Bpost blijft voor PostNL een argument om de avances van zijn branchegenoot af te wijzen. Het bedrijf weet zich daarin gesteund door het kabinet en de Tweede Kamer, die een overname om diezelfde reden evenmin zien zitten.

De goede verstandhouding met de Nederlandse overheid is volgens PostNL cruciaal geweest in de veranderingen die het bedrijf afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Mede dankzij tariefsverhogingen is het weer winstgevend om het netwerk aan brievenbussen op peil te houden en op vijf dagen in de week post rond te brengen.

Het is volgens PostNL maar de vraag of het op dezelfde behandeling kan rekenen als het deel uitmaakt van een Belgisch staatsbedrijf, omdat dan de vrije postmarkt in gevaar kan komen. Het bedrijf acht het aannemelijk dat het kabinet zal besluiten de basispostdienst aan te besteden of de voorwaarden aan te passen.

Dat zou bij PostNL opnieuw veel banen kosten. De afgelopen jaren heeft de onderneming toch al een flinke jas uit moeten doen om de gevolgen van de krimpende postmarkt het hoofd te bieden.

Over de geboden prijs van in totaal zo’n 2,5 miljard euro repte PostNL met geen woord. Verscheidene grote aandeelhouders vonden die aantrekkelijk genoeg en vroegen het bestuur met klem om op zijn minst het gesprek aan te gaan. Ook de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) sloot zich deze week aan bij die oproep.

Een woordvoerder van Bpost gaf geen commentaar op de afwijzing van PostNL. Hij wilde evenmin ingaan op mogelijke vervolgstappen. Tot dusver benadrukte Bpost steeds dat het zonder steun van PostNL zelf geen bod zal uitbrengen.