Theologenblog (Arco den Heijer): Geven ongeacht waardigheid van de ontvanger
Komende dagen viert Nederland Sinterklaas. Het heeft alle trekken van een nationaal religieus feest, met een mythe en met allerlei processies. Dat God er niet in voor komt, doet daar niets aan af – dat maakt het juist zo’n geschikt religieus feest voor ons seculiere land. Het aanpassen van de mythe (van negerslaaf naar schoorsteenknecht) leidt tot intens publiek debat.
Maar het Sinterklaasfeest is pas echt succesvol omdat het niet alleen publiek wordt gevierd, maar ook in de familiesfeer. Ook hier worden vaste elementen uit de mythe opgevoerd. De zak, de klop op de deur, de schoen bij de schoorsteen, het zijn citaten uit een langer verhaal dat bezongen wordt in winkelstraat en supermarkt. Ongekend artistiek talent wordt aangeboord voor Sinterklaasavond, met een bonte mix van theater, poëzie en beeldende kunst.
Verpakt in al die artistieke franje zit een veel prozaïscher ritueel: het geven van cadeaus. Dat is nog niet zo eenvoudig als het lijkt. Ze moeten niet te duur zijn, maar ook geen waardeloze prul. Je geeft niet zomaar aan iedereen cadeautjes. Als de kinderen kleiner zijn, kopen ouders voor de kinderen – maar koop je dan alleen voor je eigen kinderen of ook voor de neefjes en nichtjes met wie je Sinterklaas viert?
De functie van geschenken in het bepalen van sociale verhoudingen is een belangrijk thema in de sociologie en culturele antropologie. En dus ook in de Bijbelwetenschappen, die graag van de sociale wetenschappen leren over de sociale mechanismen in de wereld waarin de Bijbel werd geschreven. Geschenken waren in de oudheid nog belangrijker dan vandaag: in het bepalen van de hiërarchie tussen patronen en cliënten, in het uitdrukken van de grootsheid van de heerser, en niet het minst in het aangaan van huwelijksbanden tussen families.
In een vorig jaar verschenen boek, ”Paul and the Gift”, plaatst nieuwtestamenticus John Barclay Paulus’ visie op genade in het kader van de sociologie van het geschenk. Hij beschrijft eerst het belang van het geven van geschenken in de antieke wereld. Daarna kijkt hij hoe over het geven van geschenken door de goden werd gedacht. Paulus’ visie op genade plaatst hij in het kader van verschillende Joodse visies op Gods gulheid. Overtuigend laat hij zien dat over de hele breedte van het Jodendom Gods genade beleden werd. Wel ziet Barclay binnen de verschillende Joodse stromingen verschillende accenten. Waar het Paulus vooral om gaat is dat Gods genade ‘zonder onderscheid’ gegeven wordt: aan Joden en heidenen, ongeacht de waardigheid van de ontvanger. God geeft geen grotere geschenken aan meesters dan aan slaven, aan mannen dan aan vrouwen, aan Joden dan aan heidenen. Met dit accent gaat Paulus radicaal in tegen de maatschappelijke rangordes van de oudheid.
De huidige Sinterklaaspraktijk werkt op basis van wederkerigheid: je geeft een cadeau, je ontvangt een cadeau, en als iedereen de spelregels volgt krijg je net zoveel als dat je geeft. God geeft anders, God geeft onverdiend en zonder onderscheid. Sinterklaas en Kerst: het is goed dat het twee verschillende feesten zijn.
Arco den Heijer is promovendus Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.