Kerk & religie

Ds. W. van Weelden (1956)

Ds. W. van Weelden (1956) is hervormd predikant in Oud Alblas en sinds januari 2002 preses van de classis Alblasserdam, waar het zogenaamde convenant tot stand kwam.

30 April 2004 21:20Gewijzigd op 14 November 2020 01:11
Ds. W. van Weelden (1956) is hervormd predikant in Oud Alblas en sinds januari 2002 preses van de classis Alblasserdam, waar het zogenaamde convenant tot stand kwam.
Ds. W. van Weelden (1956) is hervormd predikant in Oud Alblas en sinds januari 2002 preses van de classis Alblasserdam, waar het zogenaamde convenant tot stand kwam.

Na zo’n veertig jaar is het op 1 mei 2004 zover: de Protestantse Kerk in Nederland wordt een feit. Op die datum verenigen de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden zich officieel tot één kerk. Een pijnlijk proces, dat diepe voren trekt in het kerkelijke landschap, komt formeel tot een einde. De kerkredactie publiceert tot en met zaterdag 1 mei iedere dag een artikel waarin aan een bekend persoon uit de Nederlandse Hervormde Kerk een zevental vragen wordt voorgelegd. Vandaag, woensdag 28 april, het derde artikel.

Hoe hebt u de achterliggende maanden, sinds 12 december, ervaren?

„Het verenigingsbesluit heeft mijn instemming niet. Ik dien een gemeente waar de spanningen door dit besluit hoog oplopen. In gezinnen worden scheuren en breuken zichtbaar. Vreselijk! Hoe houdt men elkaar vast, wanneer het geweten gebonden lijkt? Nu het vandaag 1 mei is, is de spanning te snijden. Hoe zal het gaan? Zullen er nog openingen worden geboden? Zal er sprake zijn van een weg van verharding?”

Hoe beoordeelt u de gesprekken die er de laatste tijd tussen het hervormde moderamen en bezwaarden zijn geweest om breuken te voorkomen?

„Ik ben er nog niet zo zeker van dat er helemaal geen gesprekken meer zijn. Natuurlijk kan ik een en ander enkel vanuit de verte aanschouwen. De eerste indruk is dat het contact tussen de landelijke kerk en de bezwaarden uitermate moeizaam verloopt. Het geeft ook aan hoe broos de eenheid van de Nederlandse Hervormde Kerk is. Het moderamen van de generale synode is langdurig en intensief met allerlei gremia in gesprek. Kennelijk is het bewandelen van de kerkelijke weg onvoldoende. De besluitvorming via de ambtelijke weg wordt getoetst en bevraagd in deze gesprekken. Of hier zegen op rust?

Daarnaast krijg ik toch wel steeds meer de indruk dat nu het verenigingsbesluit gevallen is, het moderamen van de synode alles in het werk stelt om de eenheid te bewaren. Ik hoop en bid dat er nog een begaanbare weg voor allen gevonden wordt.”

Is er voor u persoonlijk nog iets positiefs te ontdekken in alle discussies van de afgelopen maanden?

„Wat mij bijzonder treft, is dat de beweging naar elkaar toe nog niet ten einde is. Zolang men met elkaar in gesprek is, zijn er mogelijkheden. Het is Pasen geweest. De Heere werkt door onmogelijkheden heen. Maar wanneer Hij zo werkt, dan worden wij eraan ontdekt dat wij geen medestander, maar tegenstander van de Heere zijn. De enige weg is de weg van de bekering. Alles verliezen en de Heere overhouden.”

Zijn er nog mogelijkheden om de zo gevreesde breuk te voorkomen of, na vandaag, toch weer te helen?

„Ik ben dankbaar dat het convenant is geaccepteerd. Voor alle duidelijkheid wil ik benadrukken dat de classis niet heeft gevraagd: Kunt u ons inpassen in het geheel? Wij stellen heel duidelijk: Hier staan wij. En hier staan wij voor. Accepteert u ons: ja of nee. Geen ”ja, maar” en geen ”nee, tenzij”. Hier zijn wij. Wij willen de eenheid bewaren. Accepteert u onze gemeenten zoals ze zijn? Ja of nee? U begrijpt dat het antwoord ons niet om het even is. De synode heeft onomwonden duidelijk gemaakt dat gemeenten op basis van het convenant kunnen staan in de kerk.

Het convenant is een getuigenis. Wij staan voor dit getuigenis. En wij zijn op dit getuigenis aanspreekbaar. De volledige tekst van artikel 32 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis vormt de preambule van het convenant. En dan staat er: „De Heilige Schrift is de enige bron en norm voor het kerkelijk leven. De gemeente weet zich gebonden aan de drie oecumenische symbolen van de Kerk en de drie formulieren van enigheid. Zij zal in leer en leven alles weerstaan wat dit belijden weerspreekt.” Het convenant is uniek in die zin, dat het de binding aan het Woord Gods en de gebondenheid aan de belijdenis als basis stelt voor het geestelijk en kerkelijk leven. Dit getuigenis is onweersproken. De kracht van het convenant ligt niet in de kerkorde, maar in het Woord Gods. Ik ben dankbaar voor de kerkelijke status van het convenant.

Meer nog ben ik ervan overtuigd dat het de Heere hoe dan ook niet uit de hand loopt. Maar krijgen wij als hervormden in onze dagen niet de rekening gepresenteerd van het feit dat wij, naast elkaar bestaand, aan de ander zijn voorbijgegaan? Om het maar persoonlijk te nemen: in hoeveel gereformeerdebondsgemeenten is kennis van wat er leeft in het overige deel van de kerk? En al te lang hebben wij geleefd met rapporten waarin meerderheids- en minderheidsstandpunten werden uiteengezet. En hebben wij daarmee de gehoorzaamheid aan Gods Woord niet opgezegd? Het oordeel begint in het huis Gods! In de toorn, Heere, gedenk des ontfermens.”

Wat doet deze kwestie met u persoonlijk?

„Dan moet ik met twee woorden spreken. De nood en de spanning staan dag en nacht present. Er is een worsteling. Kan ik wel mee in die nieuwe kerk? Kan ik wel weg van de plaats waar de Heere mij heeft gesteld? Als herder en leraar ben ik geroepen om bij de kudde te blijven. Afscheiding kan enkel plaatsvinden in het meelevende, betrokken deel van de gemeente. De Heere heeft mij gesteld in de kerk en ik heb geen opdracht van de Heere om de schare te verlaten. Daarnaast is er ook grote dankbaarheid tegenover de Heere dat bij alle zorg en nood de bediening der verzoening en de pastorale zorg om de gemeente voortgang heeft. Een mens kan zo bezet worden met allerlei zaken dat het belangrijkste wijkt. Ik dank Hem dat Hij mij elke dag opnieuw de kracht geeft om in Zijn dienst te arbeiden.”

Uw grootste wens op deze 1e mei.

„Dat het Evangelie mag uitgaan tot verbrijzeling van versteende harten en dat er velen mogen worden bekeerd tot de Heere. En dat allen die weten zonder de Heere niet meer te kunnen leven, elkaar zouden bemoedigen in het allerheiligst geloof. De Heere is goed! Wat een wonder van genade en getuigenis voor de wereld wanneer de band van de enigheid des geloofs de eenheid in gemeente en kerk zou bewaren. Is dit voor de Heere onmogelijk?”

Zondag hoop ik…

„Het Woord te bedienen in het midden van de gemeente en de zondag te heiligen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer