Een tekst van Maimonides vol doorhalingen
Een door de christelijke censuur behandeld werk van de beroemde rabbijn Moses Maimonides, een brief aan ‘messias’ Sjabbetai Tsevi, een exemplaar van Spinoza’s ”Ethica” uit de collectie van het Vaticaan, nóg vier „topstukken” uit het Vaticaan: ze zijn sinds deze week te zien in het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam.
Het museum, een monument op zich, bevindt zich tegenover de Esnoga, de statige Portugese synagoge bij het Waterlooplein. Beide maken deel uit van het Joods Cultureel Kwartier, samen met het JHM Kindermuseum, de Hollandsche Schouwburg en het Nationaal Holocaust Museum. Veelzeggend is overigens de aanwezigheid van een politiepost bij de synagoge. Tot en met 8 januari 2017 is in het Joods Historisch Museum de tentoonstelling ”De glorie van het joodse boek” te zien. Aanleiding vormt het 400-jarig bestaan van Ets Haim, de oudste nog functionerende Joodse bibliotheek ter wereld.
Johannes Paulus II
Belangrijk onderdeel van de expositie zijn vijf werken uit de Bibliotheca Apostolica Vaticana. De wens om „topstukken” uit de bibliotheek van het Vaticaan in Amsterdam tentoon te stellen „sudderde al jarenlang”, vertelt museumdirecteur Emile Schrijver tijdens een perspresentatie. Schrijver, ook bijzonder hoogleraar geschiedenis van het Joodse boek aan de Universiteit van Amsterdam, volgde bijna een jaar geleden Joel Cahen op als directeur van het JHM. „Cahen en ik bedachten dat het mooi zou zijn om een aantal topstukken uit het Vaticaan naar Nederland over te brengen, ook omdat de relatie tussen het Vaticaan en de Joden sinds paus Johannes Paulus II een stuk is verbeterd. Maar hoe? En wanneer? Toen diende zich 2016 aan, het jaar waarin Ets Haim 400 jaar zou bestaan. Vervolgens hebben we het een en ander in gang gezet.”
Vijf stukken
Als je tegen iemand zegt dat je de bibliotheek van het Vaticaan binnen wilt komen, weet iedereen hoe dat moet, ontdekte Schrijver. In elk geval moet je een kruiwagen hebben. „Dan moet je die en die man in Amerika hebben, of die en die wetenschapper in…” Zo bleek het echter toch niet te gaan. „De waarheid is dat we het nu geregeld hebben via de Nationale Bibliotheek van Israël, die heel goede contacten met het Vaticaan heeft. Toen bleek dat we een serieus museum zijn, kregen we toegang tot alles wat we maar wilden zien. Maar, kregen we nadrukkelijk te horen, we zouden niet meer dan vijf stukken in bruikleen kunnen krijgen.”
Twee dagen lang bracht hij in de Bibliotheca Apostolica Vaticana door. Uiteindelijk kreeg zijn museum vijf oude handschriften toegewezen. „Maar één daarvan bleek zo zwaar dat het niet door kon gaan. Je moet je voorstellen: elk dubbelblad van zo’n werk is een kalf, dat wil zeggen de huid ervan. Bijna niet te tillen.”
Banvloek
Als vijfde kreeg Schrijver nu een afschrift van de ”Ethica”, het belangrijkste boek van de Joodse filosoof Baruch de Spinoza (1632-1677), die opgroeide in de Portugees-Joodse gemeente van Amsterdam maar daar vanwege zijn ketterse opvattingen in 1656 in de ban werd gedaan. Het handschrift werd in 2011 in de bibliotheek van het Vaticaan ontdekt. Het is vervaardigd door Spinoza’s vriend Pieter van Gent. „Buitengewoon interessant”, zegt Schrijver. „In december vorig jaar zaten we met 500, 600 man in debatcentrum de Rode Hoed. We bespraken er de vraag of de banvloek die destijds over Spinoza is uitgesproken, moest worden opgeheven. Het was een wonderlijke bijeenkomst. Er waren zes sprekers, en allemaal leken ze gelijk te hebben. Maar hoe dan ook: er gebéúrde tijdens die bijeenkomst iets. We moesten meer met Spinoza doen. En dat gebeurt nu op de tentoonstelling: te zien is zijn ”Ethica”, en de banvloek.”
En inderdaad, daar ligt-ie, blijkt even later tijdens een rondgang door de expositie: de ”Ethica”. Ernaast het besluitenboek van de leiding van de Joodse gemeente, dat normaliter in het Stadsarchief Amsterdam ligt. „De heren van de Kerkeraad laten weten, hoe zij al lang kennis hebben van de slechte meningen en werken van Baruch d’Espinoza en hem op verschillende wijzen geprobeerd hebben terug te brengen van zijn slechte weg (…). Omdat zij hem niet kunnen genezen, en slechts meer horen van zijn afschuwelijke ketterijen, zal deze d’Espinoza vervloekt en verbannen worden uit het volk van Israël.” Zou Spinoza binnen een maand berouw hebben getoond, dan zou hij weer zijn opgenomen in de gemeente. Hij zag er kennelijk geen aanleiding toe.
Valse messias
Conservator Heide Warncke wijst op nog meer bezienswaardigheden. Een „Jodenreglement” bijvoorbeeld, ontworpen door Hugo de Groot. Warncke: „De Staten van Holland kregen te maken met een enorme toestroom van Joden. Verschillende steden hadden al eigen reglementen opgesteld; de Staten zagen zich genoodzaakt ook een eigen reglement op te stellen. In 1615 kwam Hugo de Groot met een ontwerpreglement, dat overigens nooit is ingevoerd.”
Veel onrust in de Joodse wereld veroorzaakte in de jaren zestig van de zeventiende eeuw Sjabbetai Tsevi, een Joodse mysticus die beweerde dat hij de messias was. Ook de Portugees-Joodse gemeenschap in Amsterdam stuurde hem een brief, die opmerkelijk genoeg bewaard is gebleven, aldus Warncke. „Wat moeten wij doen, vroegen ze Tsevi in 1666.” Nog datzelfde jaar echter werd die in Constantinopel gevangengenomen, waar hij de keuze kreeg tussen de dood of bekering tot de islam. Tsevi koos voor het laatste. Toen bleek dat hij een valse messias was, nam de leiding van de Amsterdamse gemeente meteen afstand van hem.
Gecensureerd
Bepaald fascinerend is een werk van de beroemde rabbijn Moses Maimonides dat in een van de vitrines opengeslagen ligt. De ”Misjne Tora” (tweede Thora) dateert uit het jaar 1282 na Christus en bevat nogal wat doorhalingen. De bewuste passages, waarin Maimonides zich negatief uitliet over Jezus Christus (die volgens hem niet de Messias van de Joden kon zijn), blijken door twee christelijke censoren onleesbaar te zijn gemaakt: de tot het christendom overgegane Franse rabbijn Jacob Geraldino en een zekere Hippolitus uit Ferrara.
Weet JHM-directeur Schrijver wat er ónder de doorhalingen staat? „Nee, zo precies kan ik dat niet zeggen. Wel dat Maimonides zich hier vrij negatief uitliet over Jezus Christus. Hij kon onmogelijk de Joodse Messias zijn. En dat deed Maimonides inderdaad in vrij krachtige termen.”
Mensen van het boek
Joden worden wel „mensen van het boek” genoemd. Schrijver wijst erop dat „dit cliché” voortkomt uit de Koran. „Pas in de negentiende eeuw zijn Joden het ook als een soort geuzennaam gaan beschouwen.” Het klopt wat hem betreft niet helemaal, zeker niet als het zou inhouden dat Joden geen beeldcultuur hebben. „Overal op de expositie wordt dat tegengesproken. Het zit namelijk zo: driedimensioneel beeld mag niet; tweedimensioneel beeld –afbeelden– mag wel. Maar je mag je er niet voor búígen, staat er in het tweede gebod.”
----
Joodse Bibliotheek Ets Haim 400 jaar
Ets Haim (vertaald: boom des levens) is gehuisvest in een van de bijgebouwen van de oude Portugees-Israëlietische synagoge aan het Mr. Visserplein 3 in Amsterdam. De Joodse bibliotheek werd in 1616 gesticht, als onderdeel van een leerschool onder de naam Talmud Torah (Thorastudie). Deze school stond onder Joden bijzonder goed bekend. In het ethische werk ”Sjene loechot ha-beriet” (Twee stenen tafelen) van de Praagse geleerde Jesaja Horowitz (1565-1630) is over Ets Haim te lezen: „Ik zag dat kleine kinderen de Thora leren en dan pas de rest van de Bijbel, vervolgens de Misjna en pas als zij dertien jaar zijn de Talmoed. Huilend vroeg ik mij af waarom men dat bij ons niet zo doet. Ach, moge deze traditie zich toch over heel de joodse wereld verspreiden.” Dat er indertijd zo veel Joden in Amsterdam woonden, had geen verheffende reden: zij waren sinds het einde van de vijftiende eeuw letterlijk verdreven van het Iberisch schiereiland: Spanje en Portugal. In Amsterdam ontwikkelden zij door de jaren heen een eigen, „Amsterdamse Sefardische”, identiteit (Sefarad = Spanje).
Unesco
In 1889 onderging Ets Haim een aanzienlijke uitbreiding met de privécollectie van bibliothecaris David Montezinos – vandaar dat de naam officieel luidt Ets Haim-Livraria Montezinos. De indrukwekkende bibliotheek, met tal van oude Hebreeuwse, Spaanse, Portugese en Nederlandse werken, staat sinds 2003 op de werelderfgoedlijst van Unesco. De handschriftencollectie van Ets Haim is ook digitaal te raadplegen.
----
De bibliotheek van het Vaticaan
De Bibliotheca Apostolica Vaticana, de bibliotheek van het Vaticaan, herbergt een van de belangrijkste collecties Hebreeuwse handschriften ter wereld. Hoe komt het Vaticaan daaraan? „Onder invloed van het humanistisch ideaal om de tekst van de Bijbel in zijn drie grondtalen te kunnen lezen, waaronder dus ook het Hebreeuws van het Oude Testament, werd in de zestiende en zeventiende eeuw een bescheiden collectie van zo’n 170 Hebreeuwse boeken, gedrukt en handgeschreven, samengesteld”, zo valt te lezen op de tentoonstelling ”De glorie van het joodse boek”. „In 1623, toen de Bibliotheca Palatina uit Heidelberg werd geconfisqueerd en aan het Vaticaan werd geschonken, kwamen daar 261 Hebreeuwse handschriften bij. Sindsdien is de bibliotheek door verschillende verwervingen doorgegroeid naar meer dan 800 handschriften.”