Theologenblog (Arnold Huijgen): Dromen van ex-moslims
Er is volgens collega ds. M. A. Kempeneers „geen reden” om te veronderstellen dat God nog steeds dromen geeft die openbaringswaarde hebben. Dat schreef hij eerst in het blad Bewaar het Pand en daarna werd het opgepikt door het Nederlands Dagblad. Kempeneers stelt ook dat je in de gereformeerde gezindte eigenlijk niet hoort over zulke dromen. „Je leest er niet over in Terdege en in de Gezinsgids.” Dus hoeven we dromen zoals Jozef die kreeg, niet meer te verwachten. Ook aan verhalen van ex-moslims die beweren Jezus in een droom te hebben gezien, moeten we dan volgens Kempeneers maar niet te veel geloof hechten.
Nu zou het een beetje flauw zijn om te zeggen dat Terdege en de Gezinsgids geen doorslaggevende autoriteiten zijn. Kempeneers bedoelt uiteraard te wijzen op de vastheid van de Schrift en de wankele, subjectieve basis die dromen bieden. Dat onder het Oude Testament openbaringsvormen werden gebruikt die verschillen van wat we vandaag de dag mogen verwachten. En uiteraard gaat de Schrift boven een droom. Hij schrijft ook met zo veel woorden –het ND vermeldt dit niet– dat hij God niet de mogelijkheid wil ontzeggen, door dromen te werken. Maar toch: het is maar helemaal de vraag of de dromen van ex-moslims wel echt van God waren.
Maar wat nu als mensen in een context leven waarin de Bijbel niet beschikbaar is, zoals in veel landen waar de islam dominant is? Of als mensen bij de overweging van het christelijk geloof via een droom precies antwoord krijgen op het punt dat hen tegenhoudt? Is het dan aan ons, westerse christenen, om hun voor te houden dat ze zichzelf kennelijk bedriegen? Deze ex-moslims betalen soms een hoge prijs om christen te worden, ze worden uitgestoten uit hun familie en dergelijke. Als we niet oppassen, leggen we de Heilige Geest op de een of andere manier toch beperkingen op aan de hand van wat wij ons kunnen voorstellen of gewend zijn.
Merkwaardig genoeg vinden we juist in de bevindelijke traditie een besef dat God op allerlei manieren tot mensen kan spreken. Door Bijbelteksten die iemand voor de aandacht komen, door een (hoorbare) stem, een intuïtie en ja, ook door dromen. Uiteraard kan dit helemaal mis gaan en kunnen mensen zich bedriegen. Daarom is het ook nodig om wat iemand claimt als een openbaringservaring, altijd te toetsen aan hét criterium van openbaring, Gods openbaring in Jezus Christus, die in het gewaad van Zijn Woord tot ons komt. En: aan de vruchten kent men de boom.
Stel nu dat een ex-moslims claimt Jezus gezien te hebben in een droom, zoals ongeveer 75 procent van de bekeerde moslims doet. Vervolgens bekeert deze persoon zich en blijkt een christen te zijn. Wat is er dan op tegen om te aanvaarden dat God kennelijk door middel van een droom heeft gewerkt?
Mogelijk moeten we zelfs een stap verder gaan. Als de Geest werkelijk op deze verrassende wijze werkt en dit bij ons vooral scepsis oproept, wat zegt dat dan over ons? Wij westerlingen zijn misschien wel te rationeel ingesteld, of meer gericht op het in stand houden van onze eigen opvattingen en subcultuur dan dat we zijn afgestemd op wat de Geest doet in deze tijd. Feit is dat het christelijke geloof hoe langer hoe meer een niet-westerse godsdienst is, met de bijbehorende niet-westerse verschijningsvormen.
Dus: niet elke claim van een openbarende droom moet op voorhand geloofd worden, maar evenmin kan aan elke droom openbaringskarakter worden ontzegd.
Arnold Huijgen is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.