Kerk & religie

Samen het Onze Vader bidden in de Belgische gevangenis

Bij je eerste binnenkomst in de gevangenis in het Belgische Wortel moet je op de foto. Je paspoort krijg je bij vertrek weer terug. „Doe ook je schoenen maar uit”, zegt de protestantse aalmoezenier Martijn Goedegebuur, die hier namens de interkerkelijke Stichting Volharding uit Dirksland gevangenen bezoekt.

Reinald Molenaar
17 August 2016 18:53Gewijzigd op 16 November 2020 05:47
Martijn Goedegebuur (links) en Michel Vaders. beeld Erald van der Aa
Martijn Goedegebuur (links) en Michel Vaders. beeld Erald van der Aa

Eenmaal binnen lopen Goedegebuur en Michel Vaders, eveneens aalmoezenier in deze gevangenis en in die van Turnhout, door verschillende deuren van traliewerk. Grillen, heten dat. „Let op, nu komt het”, zegt Vaders glimlachend, en hij opent een deur. De bakstenen kapel met hoge ramen hierachter moet al veel gevangenen verrast hebben. Het is een restant van een grotere kapel die hier vroeger stond.

Om de week ontvangen ze hier op maandag gevangenen voor een pastoraal gesprek. ’s Avonds vindt er een dienst plaats waarin een van beiden of een gastspreker voorgaat. Ook bezoeken ze mannen in hun cel. De twee zijn dankbaar dat ze het vertrouwen van de directie hebben om dit werk te doen. Vaders, onderwijsadviseur bij Driestar educatief: „We zijn in dienst van de Belgische justitie. In Nederland gaat dat allemaal een stuk lastiger. Er worden hier geen opleidingseisen gesteld.”

Goedegebuur, werkzaam als vertegenwoordiger bij een bouwmaterialenhandel, kwam al jong met het gevangeniswerk in aanraking. Zijn oom Willem den Hertog was jaren als vrijwillig evangelist in verschillende gevangenissen actief. Vanmiddag spreekt Goedegebuur een gevangene die hij niet eerder heeft ontmoet.

De man wil anoniem blijven. Zijn vader was voorganger en hij assisteerde als kind in de diensten. „Maar de kerk is te zakelijk geworden, daarom heb ik mij bekeerd tot de islam. Het klinkt raar, maar ik heb die stap gezet om meer van Jezus te weten te komen. Hoe heeft Hij er uitgezien? Was Hij getrouwd? In de Bijbel lees je wel dat Hij Gods Zoon was, maar je hoort Hem dat Zelf nooit zeggen.” Goedegebuur hoort het rustig aan, knikt, en maakt gebruik van een korte stilte: „Wat is waarheid? Dat is je vraag eigenlijk.” Hij buigt voorover, slaat zijn Bijbel open bij Genesis en begint te vertellen over de schepping, de zondeval en de belofte van de komst van Jezus. De man knikt. Hij weet ervan. Goedegebuur: „In onszelf zitten onreinheid, overspel, dronkenschap, ga zo maar door. Maar Gods liefde is zo groot dat Hij jou en mij wil redden. Dat kan alleen door Zijn Zoon, Die aan het kruis ging.”

„Maar je kunt God niet eens zien en leven”, weet de man. „Hoe kan Hij dan een Zoon hebben?” Goedegebuur bladert naar de geschiedenis van de verheerlijking op de berg. „Hier zegt God: Dit is Mijn geliefde Zoon.”

Na een uur sluit de aalmoezenier het gesprek af met gebed. De man wil vaker opgezocht worden.

Als de zaal die avond volstroomt met gevangenen, bijna dertig man, ontbreekt de man van daarnet. „Ik heb moeten leren om hier niet teleurgesteld over te zijn”, zegt Goedegebuur. „De Heere weet wat goed is. Ontmoetingen vinden nooit toevallig plaats. We vragen om Gods leiding.”

Het koor begint te zingen. De mannen –in beige tenue– kijken in hun liturgie. Een enkeling murmelt mee. „Wil jij de geloofsbelijdenis voorlezen?” Een man van middelbare leeftijd komt naar voren en leest met Vlaamse tongval het Apostolicum.

Na de preek van gastspreker Willem-Arie den Hertog bidt de groep hardop het Onze Vader. „Kijk gerust nog even bij de boekentafel of er iets voor je bij is”, zegt Goedegebuur. De mannen pakken wat van de lectuur van Volharding –die in allerlei talen wordt aangeboden– en schudden handen met de aalmoezeniers. Goedegebuur: „We mogen hen weer overgeven en loslaten.”


Het bezoeken van gevangenen

De kerkredactie belicht deze zomer de zeven werken van barmhartigheid, die vanaf 
de middeleeuwen een rol 
speelden in de traditie van de kerk.

Zes van de zeven werken worden genoemd in Mattheüs 25:35 en 36. Het zevende werk, het begraven van de doden, is ontleend aan het apocriefe boek Tobit.

De Meester van Alkmaar, een onbekende kunstenaar, schilderde in 1504 een beroemd geworden zevenluik (zie hieronder) met daarop de werken van barmhartigheid.

Vandaag het zesde werk van barmhartigheid: het bezoeken van gevangenen.


zomerserie Zeven werken van Barmhartigheid

Welke rol spelen de zeven werken van barmhartigheid, ontstaan in de middeleeuwen, anno 2016? De redactie zoekt het uit. Vandaag deel 7: het bezoeken van gevangenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer