Trump, ventiel voor ontevredenheid
Paniek bij de Republikeinen. Als Donald Trump nog even zo doorgaat met zijn ondoordachte, kwetsende opmerkingen, staat bij voorbaat vast dat ze de presidentsverkiezingen zullen verliezen. Europeanen begrijpen er helemaal niks van. Men had toch kunnen voorzien dat deze vastgoedmagnaat niet capabel, ja zelfs te gevaarlijk is om het hoogste ambt in de VS te bekleden? Hoe konden ze in Amerika zover komen om deze narcist te nomineren? Waarom steunen weldenkende evangelicals hem?
Met een zekere schaamte erkennen veel Amerikanen dat de komende presidentsverkiezingen „een dieptepunt in de geschiedenis van de VS is.” „Er is altijd rumoer rond kandidaten, maar zo’n bedenkelijk duo als dit jaar hebben we nog nooit gehad”, zegt David Vandrunen, docent christelijke ethiek aan Westminster Seminary California. „Trump roept maar wat en Clinton doet maar wat. Trump verkondigt de ene onjuistheid na de andere. Clinton rommelt met geld en e-mails. En een van die twee moet straks president worden. Het is een onmogelijke keus. Wie is betrouwbaar en wie is bekwaam? Het zijn de meest bizarre verkiezingen die Amerika ooit heeft gekend.”
Of dat laatste inderdaad zo is, valt te betwijfelen. Presidentsverkiezingen in Amerika verlopen altijd rumoerig. Moddergooien, verdachtmakingen, hele en halve waarheden verkondigen, het hoort er allemaal bij als je in het Witte Huis wilt komen. „Je krijgt als kandidaat tijdens de campagne veel over je heen. Je komt er nooit zonder kleerscheuren uit. Terwijl je eigen handen ook druipen van modder en slijk waarmee je je rivaal besmeurt”, zegt Kerwin Swint, auteur van het boek ”Mudslingers. The Top 25 Negative Political Campaigns of All Time”. „Campagnestrategen vertellen hun ‘baas’ dat die zijn tegenstander op dezelfde manier moeten temmen als cowboys een tegenstrevend kalf aanpakken: je gooit een lasso om de nek van het dier en sleurt het door de modder.”
Iedereen weet volgens Swint ook dat „de meeste schone beloften die kandidaten in verkiezingstijd doen bij de voordeur van het Witte Huis worden achtergelaten zodra men de presidentiële ambtswoning binnenstapt. Van het resterende deel praten deskundigen in het Witte Huis ongeveer 90 procent al snel naar de prullenbak toe. Dat weten kiezers ook wel. In het stemlokaal laat de kiezer zich niet zozeer leiden door de concrete beleidsvoorstellen, maar veel meer door het gevoel dat de kandidaat oproept.”
Daarmee verklaart Swint ook de steun die Trump tot en met de nominatie heeft gekregen. „Hij is een echte outsider in Washington. Hij heeft geen politieke ervaring. Hij heeft in politieke kringen nauwelijks vrienden. Maar juist daardoor is hij het ventiel voor de onlustgevoelens die er in de Amerikaanse samenleving leven. Hij is de bazuin van de ontevredenen.”
Vriendjespolitiek
Zijn vertolken van de ontevredenheid is volgens Daniel K. Williams ook de belangrijkste reden dat Trump draagvlak heeft onder een deel van de Amerikaanse kiezers. Williams doceert politieke geschiedenis aan de University of West Georgia en deed onderzoek naar de opkomst en neergang van de Christian Right, christelijk rechts in de VS.
De woede bij de Amerikanen over de illegale immigratie van Mexicanen en over de cultuur van vriendjespolitiek en eigenbelang bij het establishment in Washington, noemt Williams als belangrijkste oorzaken voor de opkomst van Trump. „Dat was de bodem waarop hij kon bouwen.”
In de loop van het achterliggende seizoen zijn daar volgens Williams andere factoren bij gekomen zoals: angst voor de islam, zorg dat de Democraten een wapenverbod willen opleggen, en somberheid over de economische situatie. „Als het gaat om de economie, dan heeft Obama het helemaal niet zo slecht gedaan. Alleen de stemming is negatief. En dat komt ook doordat men zeer hooggespannen verwachtingen van hem had toen hij aantrad. Die heeft hij niet waargemaakt. Die kon hij ook niet waarmaken, want ze waren irreëel. Dat heeft hij overigens ook wel aan zichzelf te danken. Overal riep hij: “Yes we can”, terwijl iedereen wist dat hij beter had kunnen zeggen “We can not”. Maar daarmee win je geen verkiezingen.”
Corwin Schmidt, oud-docent politieke wetenschappen aan Calvin College in Grand Rapids, voegt er nog een aspect aan toe. Trump pleit voor een andere koers op het gebied van buitenlandse politiek. Alleen landen die zelf bereid zijn te investeren in hun eigen veiligheidsbeleid wil de Republikein nog helpen. Wie dat, zoals bijvoorbeeld veel Europese landen, niet (voldoende) doet, zoekt het zelf maar uit.
Schmidt: „Dat is precies wat veel Amerikanen willen. Het zit hun hoog dat andere landen van de VS verwachten dat ze politiek en militair bijspringen als de vrede en de veiligheid in gevaar komen. Daar draagt Amerika dan ook nog eens kosten voor, terwijl landen die deze hulp vragen zelf de hand op de knip houden en bovendien ook nog eens kritiek hebben op het Amerikaanse beleid. Dat pikken Amerikanen niet meer. Nu Trump roept dat hij hier een eind aan wil maken, klinkt dat veel Amerikanen als muziek in de oren.”
Dat Trump in zijn aanpak en uitspraken onorthodox is, onderkennen volgens Schmidt veel Republikeinen zeker. „Van tijd tot tijd schamen ze zich voor zijn boude stellingen en soms schaamteloze uitspraken. Maar een groot deel van de Republikeinen is tot nu toe geneigd geweest een oogje toe te knijpen. Ze waarderen het dat Trump heilige huisjes omverschopt en het establishment stevig aanpakt. Omdat hij een outsider in Washington is, accepteren ze meer van hem dan van een doorgewinterde politicus.” Waarbij Schmidt echter wel sterk de indruk heeft dat Trump de achterliggende week echt over de schreef is gegaan. „Ik acht niet uitgesloten dat hij zichzelf daarmee grote schade heeft berokkend.”
Bevreemdend
Voor Williams is het ondanks zijn kennis van de Christian Right nog steeds „bevreemdend” dat de conservatieve evangelicals zozeer geneigd zijn Trump te steunen. „Vooral omdat hij zo laconiek omgaat met ethische standpunten zoals abortus en homorechten; zaken die voor evangelicals zwaar wegen.”
Was de Republikeinse presidentskandidaat aanvankelijk voorstander van vrije abortus; om de steun van de conservatieven binnen te halen, verklaarde hij zich in de loop van de voorverkiezingen tegen abortus. Inmiddels zegt hij weer meer ruimte te willen geven aan abortus omdat hij nu vooral de middengroepen van het Amerikaanse kiezersvolk wil lokken. „En als het gaat om homorechten, dan is Trump ruimer dan veruit de meerderheid van de evangelicals”, zegt Williams.
Toch steunen de conservatieve evangelicals hem omdat ze de hoop hebben dat zijn beleid een breuk zal zijn met de libertijnse koers die Obama heeft ingezet en Hillary Clinton vast en zeker zal voortzetten, stelt de historicus.
Bovendien zijn evangelicals bang dat de vrijheid van godsdienst verder onder druk komt te staan wanneer Clinton president wordt. Ze verwijten Obama deze grondwettelijke rechten te hebben aangetast door werkgevers via de premie voor Obamacare –de ziekenfondspremie– te verplichten bij te dragen aan abortieve middelen. De hoop van conservatieve evangelicals is dat wanneer Trump president is, in ieder geval de voortdenderende trein vaart mindert.
Hooggerechtshof
Een belangrijk instrument daarbij is de benoeming van rechters voor het federaal hooggerechtshof. De achterliggende decennia is juist dat het orgaan geweest dat progressieve maatregelen erdoor drukte. Voorbeelden zijn de legalisering van abortus in 1973 en –vorig jaar– de erkenning van het homohuwelijk.
Door het overlijden van opperrechter Antonin Scalia, afgelopen februari, is er al een lege plaats in het hoogste rechtscollege, dat uit negen rechters bestaat. De vervulling van die vacature houdt de Amerikaanse politiek al maanden bezig, niet het minst omdat er sinds vele jaren een wankel evenwicht bestaat tussen progressieve en conservatieve rechters. Wanneer Clinton president wordt, zal zij vast en zeker een vooruitstrevende jurist benoemen. Als Trump wint, zal hij een behoudender man of vrouw voordragen. Dat is althans de hoop van veel evangelicals.
Wayne Grudem is een van de vooraanstaande evangelicals die het „moreel een goede keus” vinden om Trump te steunen. Grudem, hoogleraar systematische theologie aan Phoenix Seminary (Arizona) en bekend geworden door zijn standaardwerk ”Politics according to the Bible”, schreef vorige week een opinieartikel waarin hij stelt dat Trump als president meer voor Amerika kan doen dan Clinton. De belangrijkste bijdrage zal volgens hem zijn dat hij „betrouwbare opperrechters kan benoemen.”
Grudem wijst erop dat niet alleen de vacature Scalia moet worden vervuld, maar dat er nog meer benoemingen zijn te verwachten tijdens de ambtsperiode van de nieuwe president. Rechter Ginsburg is 83 en heeft kanker; rechter Kennedy is 80 en Breyer 78. „Doordat deze rechters voor het leven worden benoemd, kan de nieuwe president voor jaren de toon zetten. In het slechtste geval moet Clinton vier benoemingen doen en dan kun je voor wel dertig jaar gevangene zijn van een links-progressieve koers.”
Williams: „De benoemingen voor het hooggerechtshof zijn misschien wel de belangrijkste reden voor conservatieve evangelicals om Trump te steunen. Daarbij is het wel de zorg of hij echt waarmaakt wat hij belooft. Daar is lang nog niet iedereen zeker van. Want ook evangelicals beseffen dat hij onberekenbaar is.”
Thomas S. Kidd, historicus aan de Baylor University in Waco (Texas), is heel bezorgd over de grilligheid van Trump. Dat is de reden dat hij zich door Grudem bepaald niet laat overtuigen, al weet hij zich op tal van andere punten eensgeestes met de theoloog uit Phoenix. „Ik snap Grudem echt niet als hij de keus voor Trump moreel verdedigt. Voor iedere conservatieve evangelical is het eerste probleem met Trump dat hij niet een van ons is, nooit een van ons is geweest en er bij hem niets is wat erop wijst dat hij een van ons zal worden. Hij doet ook niet zijn best om een van ons te worden.”
De conclusie van Kidd is dat Donald Trump niet gezien kan en mag worden als een weliswaar gebrekkige, maar acceptabele kandidaat. „Hij is totaal door de morele bodem heen gezakt. Trouwens Hillary Clinton ook. We hebben in november echt geen keus.”
Geen derde weg
Af en toe doet een Republikein of een commentator de suggestie om een derde partij op te richten, nu Donald Trump verzet en bevreemding in eigen gelederen oproept. Die nieuwe partij zou dan volgens kritische Republikeinen de erfgenaam moeten zijn van het gedachtegoed van de Grand Old Party. Maar het is een beperkte groep die dit wil.
Daniel K. Williams, docent politieke geschiedenis aan de University of West Georgia, ziet er absoluut niets in. „Elke poging om een derde partij te stichten, is mislukt en heeft alleen maar ellende gebracht.”
Met een zekere regelmaat duiken er partijen op uit onvrede over de koers van de twee grote partijen die het politieke landschap in de VS domineren. Theodore Roosevelt begon voor zichzelf toen hij in 1912 niet opnieuw door de Republikeinen voor het presidentschap werd gekandideerd. Meest bekend is de poging die de zakenman Ross Perot in 1992 ondernam. Hij haalde zelfs 20 procent van de stemmen, maar verdween nadien van het toneel.
Nieuwe partijen die zich aandienen als derde weg hebben nog nooit echt een blijvende rol gespeeld in de landelijke politiek. Een belangrijke oorzaak daarvoor is het ”winner-takes-all-system”. Dat betekent dat een winnaar in een bepaalde staat (zelfs als hij maar één stem meer heeft) alle kiesmannen van die staat krijgt. Zo kwam het dat Ross Perot, die landelijk een op de vijf stemmen binnenhaalde, geen enkele kiesman op zijn lijstje kon schrijven.
Het enige effect van een derde partij is vaak dat deze vooral stemmen weghaalt bij de partij waaruit een kandidaat is vertrokken. Door het relatieve succes van Ross Perot verloor George H. Bush in 1992 veel stemmen. Door de actie van Ralph Nader moest Al Gore het in 2000 afleggen tegen George W. Bush. Williams: „Voor de Republikeinen die ontevreden zijn over Trump is het oprichten van een nieuwe partij dus geen optie. Dat zou de positie van de moederpartij, die hen zozeer ter harte gaat, nog verder verzwakken. Ze hopen dat als Trump inderdaad verslagen wordt er een louterend effect van die nederlaag uitgaat, waarna ze weer kunnen bouwen aan herstel van oude christelijke waarden.”