Kerk & religie

De Hagia Sophia is van ons

Een nieuw Ottomaans kalifaat in Turkije. Het is geen geheim dat de Turkse heerser Erdogan daarvan droomt. Probleem: er zit een slordige duizend jaar christelijke geschiedenis in de weg. Maar dat kun je oplossen door de herinneringen daaraan naar je hand te zetten.

Jacob Hoekman

17 June 2016 21:15Gewijzigd op 16 November 2020 04:20
De Hagia Sophia in Istanbul. beeld Radboud Universiteit Nijmegen, Centrum voor Kunsthistorische Documentatie
De Hagia Sophia in Istanbul. beeld Radboud Universiteit Nijmegen, Centrum voor Kunsthistorische Documentatie

Haast geruisloos wordt het oude christelijke, Byzantijnse erfgoed in Turkije van tafel geveegd. Sommige kerken, zoals de Hagia Sophia, zijn weliswaar wereldberoemd en horen tot het werelderfgoed van de Unesco, maar dat wil niet zeggen dat ze onaantastbaar zijn. „De Unesco waagt zich niet aan politiek. Ze zeggen alleen: Deze kerk moet bewaard blijven, maar ze zeggen er niet bij hoe.”

Aan het woord is Mariëtte Verhoeven, kunsthistorica aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Samen met haar collega Daniëlle Slootjes, historica aan dezelfde universiteit, organiseerde zij donderdag en vrijdag een internationale conferentie over het Byzantijnse erfgoed.

Werelderfgoed

Slootjes en Verhoeven willen zich niet al te politiek uitlaten, maar glashelder wordt dat het huidige beleid in Turkije niet op hun instemming kan rekenen. „De Turkse leider Erdogan heeft, toen hij burgemeester van Istanbul was, al gezegd dat de Byzantijnse geschiedenis niet zijn geschiedenis is. Toen wilde hij al de oude muren van de stad laten afbreken, die de Unesco tot werelderfgoed had verklaard. Sindsdien is dit soort geluiden alleen maar toe­genomen.”

Des te opmerkelijker is het dat er verschillende universiteiten in Turkije zijn die toch een onderzoeksinstituut voor Byzantijnse kunst en cultuur hebben opgericht, samen met de Grieken. Dat soort initiatieven is hard nodig, want Slootjes en Verhoeven zijn vuurbang dat anders iedere verwijzing naar de niet-Ottomaanse geschiedenis in Turkije straks is uitgewist.

Dat proces van uitwissen is al aan de gang, stellen beide onderzoekers. „Kijk naar het Pantocrator­klooster in Istanbul. Dat is al lange tijd in gebruik als moskee. Je ziet het ook in het archeologisch museum. Museumstukken worden daar bijvoorbeeld getypeerd als Anatolisch cultuurgoed. Nergens zie je een vermelding dat ze uit de Byzantijnse periode stammen.”

Schakel

Probleem is dat niemand zich opwerpt als ‘eigenaar’ van die Byzantijnse periode. De Turken hebben er geen behoefte aan, de Europeanen zijn zich er onvoldoende van bewust. Tot verdriet van de byzantinologen. „Niemand claimt die geschiedenis”, verzucht Verhoeven. „De Byzantijnse wereld was een belangrijke schakel tussen Oost en West, maar dat wordt vergeten. Kijk naar de schoolboeken. Na het Romeinse Rijk krijg je Karel de Grote als de grote man in het West-Europa. Maar het Byzantijnse Rijk zit daar nog tussen.”

Europa, eigen jezelf de Byzantijnse periode toe, is de oproep van Verhoeven en Slootjes. „Ook letterlijk valt een belangrijk deel van het oude Byzantium onder Europa. Juist het stukje Turkije ten westen van de Bosporus hoort bij Europa, en juist daar staan veel kerken die nu worden bedreigd.”


Voorbeeld 1: Hagia Sophia wordt betwist

Dat het Byzantijnse erfgoed wordt bedreigd, blijkt duidelijk rond de Hagia Sophia in Istanbul, ook bekend als Aya Sophia. Dat was bijna duizend jaar lang de grootste kerk ter wereld. Na de verovering van Constantinopel (de oude naam van Istanbul) in 1453 door de Ottomanen werd het een moskee. Byzantijnse muurschilderingen werden met een pleisterlaag bedekt. Het is aan de seculiere heerser Mustafa Kemal Atatürk te danken dat het immense gebouw in 1934 een museum werd, waarna verschillende schilderingen weer zichtbaar werden. De laatste jaren klinken er steeds luidere stemmen om die beslissing terug te draaien en van dit werelderfgoed opnieuw een moskee te maken.


Voorbeeld 2: Pantocratorklooster werd moskee

Na de Hagia Sophia is het Pantocratorklooster in de Istanbulse wijk Fatih het grootste overblijfsel van de Byzantijnse periode. Het geldt als het meest typische voorbeeld van de Byzantijnse architectuur uit de 12e eeuw en heeft alleen al om die reden een hoge architectonische waarde. Na de verovering van Constantinopel door de Ottomanen in 1453 werd het in gebruik genomen als moskee. Die functie heeft het nog altijd. Het klooster staat al eeuwen bekend als Zeyrek-moskee, naar een imam die er ooit lesgaf. Bij renovaties wordt het Byzantijns-christelijke verleden van het monumentale bouwwerk compleet genegeerd.


Voorbeeld 3: Stoudiosklooster werd ruïne

De oudste kerk van Istanbul is het voormalige Stoudiosklooster in de wijk Fatih. De kerk en bijbehorend klooster werden gebouwd in 462. De wetten en gewoonten van de monniken in het klooster werden op veel plaatsen gekopieerd. Datzelfde geldt voor de architectuur. Het gebouw diende onder meer als model voor vergelijkbare kerken in het Italiaanse Ravenna. In 1453 verwoestten de Ottomanen het godshuis grotendeels. De laatste jaren gaan er stemmen op om de restanten te restaureren en als moskee in gebruik te nemen, wat zou betekenen dat de Byzantijnse geschiedenis van het klooster wordt uitgebannen.


Byzantium aan de Waal

Byzantijns erfgoed is niet alleen ver weg en lang geleden. Integendeel. De geschiedenis van het kerkorgel, bijvoorbeeld, is terug te voeren op een Byzantijnse traditie. Een Byzantijnse keizer gaf ooit een orgel cadeau aan het Frankische vorstenhuis, waarna het instrument in bijna alle West-Europese kerken een plaats kreeg.

Ook het sinterklaasfeest heeft Byzantijnse wortels. De cultus rond de heilige Nicolaas werd eind tiende eeuw naar Noord-Europa gebracht door een Byzantijnse prinses die met een Duitse keizer zou trouwen, waar het zich later ontwikkelde tot het geschenkenfeest zoals we dat nu kennen.

Voor diezelfde prinses werd in Nijmegen een kapel gebouwd: de typisch Byzantijnse Sint-Nicolaaskapel, die er nog altijd staat. Tegelijk willen de Nijmeegse wetenschappers Slootjes en Verhoeven het onderzoek naar de Byzantijnse periode nog meer dan nu het geval is in Nijmegen concentreren. De onderzoekers spreken nu al gekscherend over de stad als „Byzantium aan de Waal.”


Ooit een wereldrijk van formaat

Het Byzantijnse Rijk, hier in zijn –redelijk bescheiden– omvang rond 1025, staat ook bekend als het Oost-Romeinse Rijk. Toen het westelijk deel van het Romeinse Rijk in de vijfde eeuw ten onder ging, hield het oostelijk deel het in wisselende omvang nog zo’n duizend jaar uit.

De laatste eeuwen van zijn bestaan werd het grondgebied steeds kleiner, totdat er rond 1450 niet veel meer van resteerde dan de hoofdstad Constantinopel. En ook die stad viel uiteindelijk, in 1453, in handen van het Ottomaanse Rijk. Grote delen van het voormalige wereldrijk werden islamitisch, tot vandaag de dag. Constantinopel kreeg in de vorige eeuw zijn huidige naam Istanbul.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer