Theologenblog (Jaap Dekker): Geloofshelden met geheugenverlies
Amerikaanse gedragspsychologen hebben onderzocht waarom mensen zo vaak hetzelfde foute gedrag vertonen. Kort en krachtig luidt hun conclusie: ‘unethical anamnesia’, onethisch geheugenverlies. Dat wil zeggen: mensen zijn geneigd hun eigen onethische gedragingen (liegen, vals spelen, stelen van de baas) gemakkelijker te vergeten dan die van anderen. In feite is dat het verhaal van de balk en de splinter.
Bij onszelf veroorzaakt de herinnering aan verkeerd gedrag psychisch ongemak. Die herinnering botst met het positieve zelfbeeld dat we koesteren, namelijk dat wij –anders dan de rest– altijd moreel handelende personen zijn. Daarom slaat ons geheugen de herinnering aan onze wat al te creatieve belastingaangifte of ons leugentje automatisch minder gedetailleerd op. Met als gevolg dat we des te gemakkelijker in herhaling vallen.
Het klinkt een beetje als een open deur, maar er is nu dus een wetenschappelijke diagnose voor ons recidivegedrag: onethisch geheugenverlies.
Wie weet heeft ook Abraham daaraan geleden, toen hij uit angst voor zijn eigen hachje tweemaal dezelfde streek uithaalde, door aan een buitenlandse koning te vertellen dat de mooie Sara enkel maar zijn zuster was. Is er nu een psychologisch alternatief voor de gangbare hypothese, dat deze doublure in het boek Genesis op verschillende bronnen berust?
Ook dat Simson zich herhaaldelijk door vreemde vrouwen liet strikken, kan best een vorm van onethisch geheugenverlies zijn geweest. Hetzelfde geldt voor de wreedheden en morele vergrijpen van de overigens zo dicht bij God levende koning David. Gedragingen van Bijbelse hoofdpersonen worden ineens een stuk begrijpelijker.
Het heeft ook wel iets moois. Want Abraham, Simson en David gelden dan wel als echte godsmannen, maar tegelijk doet de Bijbel ook eerlijk verslag van hun misstappen. Ook zij zijn uiteindelijk maar gewone mensen, net als wij. Mensen die met vallen en opstaan hun weg met God gingen. En als ze een keer in de fout waren gegaan, moesten ook zij het psychisch ongemak in relatie tot hun zelfbeeld maar zien te hanteren.
De diagnose die de Bijbel zelf stelt bij herhaling van eerder gemaakte fouten, is meer geestelijk van aard. Daarin is ook sprake van geheugenverlies, maar dat betreft dan het vergeten van God en zijn bevrijdende daden.
De ene diagnose hoeft de andere niet uit te sluiten. Psychologie en theologie hebben beide recht van spreken en belichten de werkelijkheid elk vanuit een eigen invalshoek.
Maar een diagnose stellen is één, een uitweg wijzen is twee. Het is mij niet bekend in welke richting de gedragspsychologen van het genoemde onderzoek die zouden willen zoeken. Daar ging hun onderzoek ook niet over. In welke richting wijst de Bijbel?
De Bijbel laat zien hoe mensen zelf direct of indirect altijd op hun onjuiste gedragingen worden aangesproken. Bij Abraham gebeurt dit vragenderwijs: „Wat hebt u ons aangedaan? Wat heb ik u misdaan?” Bij David meer confronterend: „Die man, dat bent u!”
God legt Zich niet bij het geheugenverlies van mensen neer. Hij brengt de morele uitglijders zo nodig Zelf weer in herinnering. Niet om ze erin te wrijven, maar om het menselijk recidivegedrag radicaal te doorbreken. Om de balk uit je oog te verwijderen, door de genezende kracht van zijn genade en door de vernieuwende kracht van de Geest van Christus. Ook voor je zelfbeeld kan dat bevrijdend zijn.
Jaap Dekker is bijzonder hoogleraar op de Henk de Jong-leerstoel ”Bijbelonderzoek en identiteit in Ned. Geref. perspectief” aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn.