Opinie

Goede prediking is als een goede maaltijd

Onder zuivere, Bijbelse prediking worden hongerige zielen verzadigd, betoogt ds. W. A. Zondag.

ds. W. A. Zondag
21 April 2016 15:31Gewijzigd op 16 November 2020 03:03
beeld AFP, Bertrand Guay
beeld AFP, Bertrand Guay

De Kerk in 2025. Op aarde zal die er zijn, zolang de bazuinen nog niet hebben geklonken. Met Guido de Brès (art. 27 NGB) belijden wij dat Christus een eeuwige Koning is Die zonder onderdanen niet kan bestaan. En dat deze „heilige Kerk” door God wordt bewaard, „staande gehouden tegen het woeden van de gehele wereld.” Soms kan zij heel klein zijn, zoals onder het bewind van koning Achab. Maar ook dan zijn het er (wel) 7000, zo maakt de Koning bekend aan zijn dienstknecht Elia. Dat is troostrijk: het getal is bij God bekend. En God werkt naar dit getal toe. Dit is treffend verwoord door ds. G. Boer: „Gods feest gaat altijd door, ook al geven de meesten er de brui aan. ’t Gaat door, al zou er maar één zijn! (…) Wie heeft voor die 7000 gezorgd, Elia of God? Wie is er onmisbaar: Elia of God? Door dit woord is Elia beschaamd. Want hij telde af, maar God telde op.”

Deze mensen –jong en ouder– worden door God toegebracht en onderwezen. Daartoe is nodig een zichtbare kerk waar sprake is van een zuivere prediking, waar de sacramenten worden bediend en waar de tucht wordt uitgeoefend (art. 29 NGB).

Michelinsterren

De prediking kan worden vergeleken met een maaltijd. Met een zeer goede maaltijd! Zo zal de Heere „allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol merg, van reine wijnen die gezuiverd zijn” (Jes. 25:6). De hoogste Profeet der gerechtigheid heeft gepreekt tijdens maaltijden en over dé (grote) maaltijd. En Hijzelf is het voedsel. „Mijn vlees is waarlijk spijs…” En het drinken: levend Water.

In de wereld kan een restaurant drie Michelinsterren verdienen. Van zo’n restaurant wordt gezegd dat het een uitzonderlijke keuken heeft die een reis waard is. Zo zal dus ook de prediking een (speciale) reis waard moeten zijn. Het gemeste kalf geslacht…

Niet al het eten dat opgediend wordt is gezond. Daarom moet er geproefd, beproefd worden. De apostel Johannes houdt ons voor: „gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld” (1 Joh. 4:1). Wordt het Woord van God zuiver gepredikt, zuiver uitgelegd? Wordt de volle raad Gods uitgediend? Wordt de gemeente in val de Schriften” onderwezen?

De apostel Johannes ziet op het strand van Patmos een beest opkomen uit de aarde, „en het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, en het sprak als de draak” (Openb. 13:11). Satan kan komen als een ”engel des lichts” door mensen slechts een gedeelte van de goddelijke boodschap voor te houden. In een zuivere prediking wordt met twee woorden gesproken: zonde en genade, Adam en Christus, schuld en vergeving, leven en dood, vloek en zegen. Onder deze prediking maakt de Heilige Geest hongerig en dorstig naar de gerechtigheid van Christus.

Zie maar hoe de Zaligmaker de Samaritaanse vrouw bij de waterput dorstig maakt. Enerzijds prijst Hij het levende water aan. „Zo wie gedronken zal hebben van het water dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten.” Eeuwig leven…, de enige troost in leven en sterven…, een schat in de hemel… Dan, zo schrijft Calvijn, zet Christus de kruik met de heerlijk geurende zalf weer neer en neemt een andere kruik… gevuld met azijn. De azijn van Gods wet. Met een enkele opdracht wordt het deksel van de put vol zonden gehaald: „haal uw man.” En de vrouw krijgt een onhoudbare dorst naar Christus. Onder zo’n prediking gaan zondaren ”proeven en smaken dat de Heere goed is’. Dat moet in en onder de prediking gebeuren. De mens gesteld, gedaagd voor de rechterstoel van God. „En ga niet in het gericht met Uw knecht, want niemand die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn” (Ps. 143:3).

Met de woorden van ds. G. Boer (zoals hij schrijft aan dr. Berkhof) „in de ontmoeting met de levende God Die ons verbrandt in onze problemen en aanvechtingen en de grondvraag aan de orde stelt, namelijk onze schuld. Hier komen de volle tonen van zonde en genade tot ontplooiing.” Wie zo voor God staat, kan alleen schreeuwen om genade.

Studeren

In zijn laatst gehouden preek houdt ds. Boer het zijn gemeente nog eenmaal voor: „Hoe komen wij én persoonlijk én kerkelijk uit de ban? Hoe worden wij bevrijd van de vloek Gods? Hoe overwinnen wij onze zonden en onze zondigheid? Hoe doorstaan wij de meest felle verzoekingen? Wanneer het Lam geslacht wordt in de prediking, Zijn bloed van het altaar af drupt op onze aanklagende consciëntie en het gesprengd wordt op onze harten.” Dit is een prediking ”naar oud recept”. Zo preekten Christus, de apostelen, kerkvaders, reformatoren, oud­vaders en gelukkig ook hedendaagse gezanten van Christus.

Predikers die zó willen preken over de verzoenende God moeten zelf eerst op Gods spreekuur geweest zijn, aldus G. Boer. Zij moeten het Woord der verzoening bewaren. Boer: „Dit houdt in naar het woord van Luther: studeren, stof inademenen en bloed zweten. Het betekent ook: erin staan. Er helemaal op betrokken zijn, er zelf uit leven, erdoor overweldigd worden.” Onder zo’n prediking van (be)proeven en smaken worden hongerige zielen verzadigd. Hier op aarde nog ten dele. Straks helemaal. Want Hij heeft het beloofd: „Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden” (Matth. 5:6).

De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Woerden. Dit artikel is een bewerking van de toespraak die hij zaterdag hield op de jaarvergadering van Protestants Nederland in Dordrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer