Theologenblog (Arnold Huijgen): Binding aan belijdenis geen bedreiging academische vrijheid
Op Twitter raakte ik vorige week verzeild in een discussie met een predikant uit kringen van de Gereformeerde Bond over de vraag of de academische vrijheid wel gewaarborgd is aan de nieuw te vormen Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). Maakt de binding aan de gereformeerde belijdenis creatieve dogmatiek en eerlijke bijbelwetenschap niet onmogelijk?
Ik kan me die vraag wel voorstellen, omdat er voorbeelden genoeg zijn van theologie die er vooral op uit lijkt, geen fouten te maken en te conserveren – om de nul te houden, om het in voetbaltermen te zeggen. Dus het risico is er. Toch lijkt die vraag naar academische vrijheid me voor de GTU niet zo klemmend. Niet alleen omdat we moedige en creatieve theologen hebben, maar ook omdat de belijdenis geen Saulsharnas is. Inmiddels is de algemene gedachte dat iedereen vanuit een bepaald standpunt nadenkt, en het expliciet maken van je geloofsuitgangspunt is dan juist een pre — een kwestie van transparantie.
Toch kan de vraag naar academische vrijheid helaas nog niet in het museum van de negentiende eeuw worden bijgezet. Het gevaar komt echter van een heel andere kant: van een kongsi van ministerie, managers en marktdenkers.
Dat zit zo. Om uiteindelijk een vaste aanstelling als hoogleraar aan een universiteit te krijgen, zal iemand moeten promoveren en daarna door een manager via een serie van tijdelijke contracten stapje voor stapje hoger moeten worden gebracht. Elk stapje moet echter apart worden getoetst aan de hand van de productie van deze medewerker, volgens strak geregisseerde richtlijnen. Tevoren moet hij goed inschatten welke artikelen hij waarover wanneer gaat schrijven, anders krijgt hij geen financiering vanuit de markt.
Wat voor wetenschap levert dit op? Wetenschap die relatief snel resultaat oplevert, waarvan het resultaat ook zeker is en goed passend bij wat we al dachten. Welkom in de koekjesfabriek. De creatieve maar chaotische wetenschapper, die tien jaar geen voortgang boekt, maar dan opeens met een doorbraak komt, is niet meer.
Natuurlijk zijn er eilandjes van weerstand. Het Institute for Advanced Study in Princeton, waar Robbert Dijkgraaf nu directeur is, is zo’n voorbeeld. Maar ja, je moet al heel wat gepresteerd hebben om daar te mogen gaan werken.
Laten we hopen dat de GTU ook zo’n plaats wordt waar niet de hoogste ranking of de grootste output leidend is, maar waar de waarde wordt ingezien van het langzame maar gestadige werk. Juist een gereformeerd mens moet immers weten wat echte vrijheid is. Nu moet die vrijheid alleen nog academisch waargemaakt worden.
Arnold Huijgen is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.