Theologenblog (Hans Burger): Zwijgen en spreken in de Stille Week
Er is genoeg reden om stil te vallen, deze Stille Week op weg naar Pasen. Grote woorden besterven je op de lippen. Stil zijn om tot inkeer te komen is goed. Als je geen grote woorden over jezelf meer spreekt, geen lange verhalen met excuses meer vertelt, als je geen uitvluchten meer formuleert waarmee je de echte confrontatie uit de weg gaat, ontstaat er ruimte om je eigen onmacht, onvermogen, en onmogelijkheid onder ogen zien.
Misschien is het goed om in die stilte de zwakken op te zoeken. Rikko Voorberg en Katinka Simonse (Tinkebell) melden op Facebook dat ze van plan zijn Pasen te vieren in Idomeni, een vluchtelingenkamp bij de Grieks-Macedonische grens. Misschien is zo’n plek van lijden wel een zeer geschikte plaats om Goede Vrijdag (en Pasen!) te vieren.
Ook van het rapport ”God in Nederland” kun je stil vallen. Volgen we niet Jezus na als we eerst stil zijn, zoals een lam stom is voor zijn scheerders? Dietrich Bonhoeffer schreef al in zijn gevangenisbrieven over een religieloos tijdperk. Een tijd leek het of het christendom in Europa misschien wel zijn langste tijd gehad heeft, maar religie was het toch een ander verhaal. Er waren immers ietsisten, nieuwe spirituelen, met nieuwe vormen van religiositeit? De laatste versie van het onderzoek God in Nederland laat echter zien dat ook het aantal ietsisten en spirituelen afneemt. Onze tijd is religielozer dan we zouden wensen. Bonhoeffer pleitte ervoor dat in een religieloze samenleving de kerk eerst maar zou zwijgen over God. Laat de kerk ondertussen wel zelf het geheim van het geloof bewaren, tot er betere tijden komen en we nieuwe woorden en gelegenheden ontvangen om God ter sprake te brengen.
Toch, hoeveel reden er is tot zwijgen en tot inkeer, er is ook reden om te blijven spreken. Er waren veelbetekenende momenten dat Jezus sprak, juist toen Hij leed en gekruisigd werd.
Zwijgen kan immers ook een verzoeking zijn. Spreken over God voelt soms als te groot. Al die woorden uit de kerk voelen soms zo serieus, zo ondraaglijk zwaar, zo anders dan de lichtheid van het bestaan. Liever een grap, een ironische opmerking, vermaak en entertainment, dan spreken over God, dood, kwaad, zonde en schuld. Waarom zou ik een ander lastig vallen met mijn waarheid? Had Ludwig Wittgenstein geen gelijk toen hij over het onzegbare, het ethische en mystieke schreef: „Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen?”
Ik merk dat ik hier zelf last van heb, en ik ben niet de enige. Ik merk ook hoe mensen om mij heen soms weinig in staat zijn om te vertellen over wie zij zijn en wat zij meemaken, en dat te verbinden met God. Dan betekent zwijgen dat we het geheim van het geloof niet meer doorgeven, en zwichten we voor de druk van een wereld zonder God. Dan zal God ook verdwijnen uit de kleine orthodoxe kerken in Nederland.
Op weg naar Zijn dood sprak Jezus ook, en juist dat spreken is in een religieloze tijd van betekenis. Hij bad om toewijding en overgave aan God om Gods weg te kunnen gaan. Zijn gebeden van vlak voor Zijn dood zijn voor ons bewaard, en leren ons wat bidden is. Jezus sprak niet om Zichzelf te verdedigen, maar over wie God is en wie Hijzelf is. Hij getuigde publiek van Gods waarheid, hoewel Hij wist dat het zou leiden tot Zijn veroordeling en hem Zijn leven zou kosten. Zelfs in Zijn lijden sprak Jezus tot en omwille van anderen. Hij riep Zijn volksgenoten op om zich te bekeren, voordat Gods oordeel zou komen. Hij bad om vergeving voor de mensen die Hem kruisigden. Hij zorgde voor Zijn moeder. Hij zag die gekruisigde moordenaar naast hem en beloofde hem eeuwig leven.
Juist in een religieloze tijd zijn er steeds weer momenten dat we moeten spreken – ook als we last hebben van een gesloten wereldbeeld en van een ironisch lichtvoetig bestaan. Juist door als navolgers van de gekruisigde Christus te spreken, zullen we woorden ontvangen. Wie als het erop aankomt, toch zwijgt, raakt het geheim van het geloof kwijt. Alleen door dan wel te spreken zullen we ontdekken hoe Gods waarheid vrij maakt.
Hans Burger is universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.