Opinie
Aarde is niet plat in de Bijbel

Het wijd verspreide idee dat de Bijbel een verouderd wereldbeeld laat zien, is onjuist, betoogt prof. dr. M. J. Paul. De Bijbel gebruikt vooral de taal van de waarneming.

prof. dr. M. J. Paul
Afbeelding uit 1888. Een middeleeuwse missionaris vertelt dat hij het punt heeft gevonden waar hemel en aarde elkaar ontmoeten. Deze afbeelding geeft niet de gangbare overtuiging in de Middeleeuwen weer, maar is pas aan het einde van de negentiende eeuw g
Afbeelding uit 1888. Een middeleeuwse missionaris vertelt dat hij het punt heeft gevonden waar hemel en aarde elkaar ontmoeten. Deze afbeelding geeft niet de gangbare overtuiging in de Middeleeuwen weer, maar is pas aan het einde van de negentiende eeuw g

Iedereen die zich bezighoudt met de voorstelling van de kosmos in het Oude Testament, komt afbeeldingen tegen van een platte aarde op pilaren in het water. Bovenin is een koepel met hemellichamen. Vandaag wil ik bij dit onderwerp stilstaan ter gelegenheid van de opening van het Logos Instituut.

Dit instituut beschouwt de Bijbel als bron van kennis over ons verleden. Het stelt vragen aan de orde over geloof en wetenschap. Een fundamentele kwestie is daarbij: spreekt de Bijbel alleen op betrouwbare wijze over geloofszaken, of ook over zaken als geschiedenis en wereldbeeld? Betreft het gezag van Gods Woord de gehele Bijbel, of moeten we onderscheid maken tussen een goede kernboodschap en een minder goede verpakking?

Het voorbeeld van de platte aarde en een harde hemelkoepel komt vaak naar voren in discussies over schepping en evolutie. Men wil ermee aangeven dat de Bijbelse beschrijvingen niet bedoeld zijn om kennis over te dragen die van belang is voor onze wetenschapsbeoefening.

Een voorbeeld hiervan is een Duitstalige afbeelding van Alexandra Schober uit 1960. Onder de bovenste hemel is de hemeloceaan met zes schatkamers (hagel, wolken, wind, regen, nevel, sneeuw). Onder de hemeloceaan bevinden zich de zon, de maan en de sterren op gelijke afstand van de aarde. Aan de zijkanten staan de zuilen waarop de hemel rust. De onderwereld is uiteraard onder de aarde, en daaronder bevindt zich de Tehom, de oervloed. De zuilen waarop de aarde rust, zijn goed zichtbaar. Waarop de zuilen zelf rusten, is onduidelijk.

Metaforen

Dergelijke tekeningen worden vanaf eind negentiende eeuw gemaakt. Critici geven echter aan dat zulke tekeningen berusten op uit hun verband gehaalde metaforen van Hebreeuwse dichters, waarbij beeldspraak te letterlijk opgevat wordt. Het was de Israëlieten uiteraard bekend dat de zon ’s morgens in het oosten opkomt en ’s avonds in het westen ondergaat. Hoe kan dat? Hoe kan de maan een cyclus van vier weken doorlopen? Omdat de Israëlieten wisten dat de zon en de maan met andere snelheden bewogen dan de sterren, zijn er maanden, seizoenen en jaren (vgl. Gen. 1:14). Bevinden de winden zich echt boven de sterren?

De Israëlieten wisten dat het water in de Dode Zee niet te drinken was. De tekeningen verbinden al het water met elkaar, alsof het niet uitmaakt of het water zoet of zout is. Het is wonderlijk dat de geleerden onderling losstaande teksten verbinden tot een gereconstrueerd wereldbeeld, zonder rekening te houden met alledaagse waarnemingen.

Babyloniërs

Aan het eind van de 19e eeuw waren er veel kritische geleerden die veronderstelden dat de Israëlieten allerlei ideeën van de Babyloniërs overgenomen hadden. Dit heeft ook te maken met een late datering van het boek Genesis, in de tijd van de ballingschap. Die overtuiging duurde voort in de twintigste eeuw, maar langzamerhand kwam er oog voor de vele verschillen. In de vertaling van het Babylonische geschrift ”Enuma Elish” in 1890 staat dat de hemel bestaat uit een harde koepel. Vanaf 1975 is deze onjuiste vertaling losgelaten, omdat blijkt dat de Babyloniërs allerlei verschillende opvattingen over de kosmos hadden.

De Grieken en Romeinen beschouwden de aarde als een ronde bol. Op een munt staat de zoon van keizer Domitianus afgebeeld als een Jupiter gezeten op een globe, met zijn handen opgeheven naar de zeven sterren van de Grote Beer.

De gedachte aan een platte aarde is opgekomen in de negentiende eeuw. Washington Irving beschreef dat de kerkelijke autoriteiten in de vijftiende eeuw in een platte aarde geloofden. Zij zouden Columbus gewaarschuwd hebben dat zijn schip van de aarde af kon vallen, omdat de aarde plat is. Dergelijke voorstellingen zijn echter aantoonbaar onjuist, en moeten bewust geïntroduceerd zijn. De hoogtijdagen van de mythe dat de kerk in een platte aarde geloofde, waren tussen 1870 en 1920, toen darwinisten deze voorstelling gebruikten in hun strijd tegen de kerk over de evolutietheorie.

Uitspansel

Hoe moeten we de Bijbelse uitspraken dan uitleggen? Het woord ”raqia”, dat ”firmament” of ”uitspansel” betekent, is afgeleid van een werkwoord dat ”uitspreiden” betekent. Het is niet nodig om daarbij aan een vaste koepel te denken. In Genesis 1:6 is de functie van het uitspansel de wateren te scheiden. Dit kan goed opgevat worden als de scheiding tussen het water op aarde en het water in de wolken. Het uitspansel is de plaats waar de hemellichamen zichtbaar zijn en de vogels vliegen (vs. 20). De beschrijving is vanuit het gezichtspunt van de waarnemer op aarde. In vers 8 worden het uitspansel en de hemelen gelijkgesteld.

De genoemde tekeningen hebben water onder de aarde. Dit berust op het verbod om beelden te maken van wat boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde is (Ex. 20:4). De uitdrukking ”onder de aarde”, kan opgevat worden als dat er onder de aarde een zee is. Het verband geeft echter aan dat de Israëlieten die kunnen zien. Zij mogen geen afbeeldingen maken van vogels in de lucht, of van een dier of voorwerp op de aarde, en ook niet van een dier of voorwerp in het water. De Israëlieten konden geen vis zien die onder de aarde zwom, maar wel een vis in de zee en de rivieren (zie ook Deut. 4:16-18).

Aangezien de wateren in Egypte en in het Sinaïgebied zich op een lager niveau bevinden dan het land, liggen ze ‘onder’ de aarde, in de zin van: onder het niveau van het landoppervlak. Dat kan leiden tot een vertaling als ”de wateren onder aan het land” of ”de wateren die lager liggen dan het land”. Iets eerder wordt hetzelfde voorzetsel gebruikt voor de Israëlieten bij de berg. Daar past alleen de vertaling ”onder aan de berg” en niet ”onder de berg” (Deut. 4:11).

Te statisch

Aan de tekeningen van het Israëlitische wereldbeeld liggen diverse onjuiste overtuigingen ten grondslag. Zoals de veronderstelling van de invloed van een Babylonisch wereldbeeld, een late datering van het boek Genesis en de onjuiste aanname dat de volken in de oudheid tot de middeleeuwen toe dachten dat de aarde plat was. Ook strijden de gemaakte tekeningen met alledaagse waarnemingen. De voorstellingen zijn te statisch en doen geen recht aan beeldspraak.

Uit de bespreking van de argumenten blijkt dat de Bijbel geen verouderd wereldbeeld heeft, maar vooral de taal van de waarneming gebruikt. De Bijbel is niet geschreven in onze wetenschappelijke taal, maar wel van belang voor onze wetenschapsbeoefening.

De auteur is als oudtestamenticus verbonden aan de Christelijke Hogeschool te Ede en de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven. Dit artikel is een samenvatting van zijn lezing vandaag bij de opening van het Logos Instituut.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer