Opinie

Schrappen formule ”bij de gratie Gods” ongewenste secularisering

De formule ”bij de gratie Gods” onderstreept dat de macht van regering en parlement is beperkt door wettige grenzen. Het schrappen van een dergelijke formulering is daarom een slecht signaal, stelt prof. dr. Jan Willem Sap.

prof. dr. Jan Willem Sap
22 January 2016 16:37Gewijzigd op 16 November 2020 00:53
beeld RD, André Dorst
beeld RD, André Dorst

In de middeleeuwen werd de staat vooral gezien als dienaar van de kerk. De staat was slechts een product van menselijke verdorvenheid. Calvijn was het oneens met deze benadering. Hij verdedigde dat de staat eerder een product is van de goddelijke voorzienigheid. De calvinisten vochten zich vrij van de heerschappij van keizers en priesters, het Habsburgse Rijk en het hiërarchische kerkelijke systeem.

Dit was een belangrijke doorbraak naar meer modern politiek denken dat calvinisten de staat als een instelling van God én als een vereniging van burgers beschouwden. Daarmee kwam de verhouding tussen gezag en vrijheid meer centraal te staan.

Juist door gezag en vrijheid tot het uiterste op te voeren, bevorderde het calvinistische denken het besef van de noodzaak om de constitutionele vrijheden vast te leggen. Daarnaast bepleitte Calvijn het belang van het kiezen van bestuurders. Zijn leer bevorderde constitutionalisering en democratisering.

Wat dan te denken van de formule ”bij de gratie Gods”? Hier gaat het uiteraard om de wijze van interpreteren van de formule. In de denkwijze van Calvijn zetelt bovenaan een rechtvaardige God. Vervolgens daalt het gezag naar beneden, want gezag komt hoe dan ook van boven.

Echter, bij Calvijn daalt het gezag niet alleen neer op de hoofden van de koningen ”bij de gratie Gods”, maar op de hoofden van alle wettige gezagsdragers. Daar zit al een stuk van de democratisering. Wanneer bijvoorbeeld de centrale regering de wet schendt, hebben gerechtshoven en lagere autoriteiten, immers ook bekleed met ”de gratie Gods”, het recht zich te verzetten tegen een tirannieke regering.

Mede met dit politieke denken is de zestiende-eeuwse opstand van Willem van Oranje tegen Filips II onderbouwd. Ondanks de vroege aanzetten tot democratisering moet worden benadrukt dat er niet kan worden gesproken van onbeperkte volkssoevereiniteit. Het gaat steeds om een volkssoevereiniteit onder God.

Wanneer de formule ”bij de gratie Gods” wordt gebruikt door de absolutistisch koning in de zeventiende eeuw, duidt het vooral op ijdel gebruik van Gods naam. Absolutistische vorsten beriepen zich maar al te graag op het zogenaamde goddelijk recht van koningen en zijn daarom terecht bestreden. Zou er sprake zijn van misplaatste ijdelheid, dan is te verdedigen dat men de formule wil schrappen, zoals D66 bepleit.

Maar bij een constitutionele vorst, zoals in Nederland, duidt de formule veeleer op het besef van beperkt bestuur (”limited government”). Waar het om gaat is de vraag of het recht geëerbiedigd wordt. De formule ”bij de gratie Gods” onderstreept dat de macht van regering en parlement beperkt is door wettige grenzen, mede voortvloeiend uit de aanwezigheid van een heilige en rechtvaardige God. Want God blijft heus wel aanwezig, wat regering en parlement verder ook mogen besluiten over die formule.

Gezien het respect voor de scheiding van kerk en staat en de beginselen van de democratische rechtsstaat is er in Nederland geen reden voor verdere secularisering van het staatsleven. Juist in de twintigste eeuw heeft de nationaalsocialistische dictatuur laten zien waar onbeperkt bestuur toe kan leiden: oorlog en massamoord in naam van de ideologie van een seculiere staat.

In het verzet tegen de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de formule ”bij de gratie Gods” een nieuwe lading gekregen. Verzetsstrijders voelden de noodzaak de wapens op te nemen en zich ”bij de gratie Gods” te verzetten tegen het geweld. De buiging voor God in de Nederlandse constitutionele monarchie met parlementair stelsel gaf mensen hier en overzee de bijzondere kracht om de strijd aan te binden met aardse tirannen.

In de loop van de tijd heeft de formule ”bij de gratie Gods” een veel bredere en diepere betekenis gekregen dan in het tijdperk van de absolutistische vorsten. Het is deel geworden van onze beschaving en cultuur rond de democratische rechtsstaat. Juist nu, in het huidige tijdperk van toenemende angst onder de burgers vanwege het opkomende terrorisme, kan Nederland die fierheid helemaal niet missen.

De auteur is hoogleraar Europees recht aan de Open Universiteit en universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer