Framing DNA-discussie is storend
Voor vergaande conclusies over chemische evolutie is het simpelweg te vroeg, reageert René Fransen op Peter Borger.
De reactie van Peter Borger op mijn eerdere opiniebijdrage in het RD heb ik met belangstelling gelezen. Er ontstaat echter een ‘welles-nietes’ discussie, aangezien Borger zijn standpunten herhaalt en maar zeer beperkt ingaat op mijn argumenten.
Twee punten wil ik nog kort aanstippen.
Mijn uitspraken over chemische evolutie zijn mede gebaseerd op experimenten die momenteel aan de Rijksuniversiteit Groningen (en ook elders) plaatsvinden. Peter Borger mag een mening hebben over de te verwachten uitkomst, de feiten zullen uiteindelijk bepalen wie van ons gelijk heeft.
De uitspraak: „(Encode) toonde dat het overgrote deel van het genoom functioneel is en als RNA wordt afgeschreven” klopt niet. Encode heeft, zoals ik al schreef, alleen aangetoond dat RNA wordt afgeschreven, niet dat het functioneel is. Het is verder storend dat Borger de discussie probeert te framen als een tussen de Encode-onderzoekers en “atheïstische” sceptici. Er is, zoals ik schreef, een wetenschappelijke discussie gaande over deze resultaten. En nogmaals: uitspraken over niet-coderende DNA volgen niet uit de evolutietheorie, maar uit observatie. Zoals ik schreef zijn er organismen met extreem veel en met extreem weinig “niet coderend DNA”. Ook hier gaat Borger niet op in.
Voor de vergaande conclusies die Borger trekt is het simpelweg te vroeg. De beste weg vooruit is –zoals Cees Dekker van plan is– gewoon aan het werk te gaan in het lab.
De auteur is bioloog en wetenschapsjournalist.