Het is maar een huis
Tegenslag helpt om vrij te worden van status, schrijft Hans Burger.
Ongeveer twee maanden voor Pinksteren zijn wij verhuisd. Rond Kerst verkochten we ons huis, gekocht in zonniger tijden. Rijk zijn we er niet van geworden. Op zo’n moment word je met je neus op de feiten gedrukt: we hebben niets op deze wereld meegebracht, en wat we hebben zullen we eens los moeten laten. Niet dat wij iets te klagen hebben: Jezus is werkelijk arm geworden, wij hebben alles wat we nodig hebben, meer dan dat.
Voor je dan op zoek kunt naar een nieuw huis is de vraag hoeveel geld je mag en wilt lenen bij een volgende hypotheek. Wij hadden geen zin in een maximaal risico, en verhuisden bovendien naar een wat duurdere regio. Niet gek dat je dan verhuist naar een huis dat wat minder mooi is dan het vorige. Opnieuw: niet dat wij iets te klagen hebben, ons nieuwe huis is prima.
Maar op zo’n moment ontdek je wel zo’n vanzelfsprekendheid in onze cultuur: als het even kan, is je volgende huis toch mooier en groter? Je proeft het in reacties van sommige mensen; en op Funda kun je makkelijk twee huizen met elkaar vergelijken. Ik betrapte mezelf er ook op: we doen wel een stap terug qua huis, een stukje minder status, een stukje verlies.
Status
Met een huis koop je status en identiteit. Zo werkt het in onze maatschappij: huizen zijn statussymbolen, en statussymbolen verhogen je plaats in de maatschappelijke pikorde. Dus is er ook die stille drang om meer te lenen en meer risico te nemen. Met alle gevolgen van dien: werken is dan nodig vanwege de financiële verplichtingen die je bent aangegaan. Tijdelijke arbeidscontracten geven extra onzekerheid, want als je contract niet verlengd wordt, heb je meteen een financieel probleem. Opeens voel je de stille maar ook verslavende druk van het materialisme om ons heen. Wie schulden heeft, is niet meer volledig vrij. Wie status koopt, verkoopt zichzelf.
Gelukkig kan God je door tegenslag de ogen openen. Geld is maar geld, een huis is maar een huis. Wie leert bezitten alsof hij niet bezit, wordt vrijer. Maar wat zou er gebeurd zijn als de markt niet was ingestort en we geen geld op ons huis hadden verloren?
We hebben onze blinde vlekken, en zo zijn er vast meer vanzelfsprekende patronen die we niet bevragen. Al ons kennen is ten dele, en een deel van onze kennis is onjuist. Voor hoeveel verslavende aspecten van ons huidige leven zijn onze ogen nog niet open gegaan? Wat vinden wij gewoon, terwijl het onze vrijheid in Christus kleiner maakt of ten koste gaat van anderen?
Geef ons tegenslag
Wat een geluk dat wij niet aan onszelf overgeleverd zijn, maar Pinksterfeest vieren. De Geest wordt ons gegeven, komt zelfs in ons wonen en leidt in de waarheid. Van de blinde vlekken van onze cultuur kunnen wij onszelf niet bevrijden. De Geest daarentegen kan tegenslag gebruiken om ons de ogen te openen. Je zou haast bidden: Geef ons meer tegenslag, zodat status kopen geen optie meer is. En open daardoor onze ogen, Heilige Geest, zodat we vrij zijn in Christus om lief te hebben.
Heerlijk bovendien, hoe God onze huizen relativeert door het huis dat Hij zelf aan het bouwen is. De Geest maakt ons levende stenen in het huis dat God aan het bouwen is. Gods tempel waar Gods eigen Geest woont.
Ons huis van levenloze stenen? Het is maar een huis.
De auteur is universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.