Over de kunst van een spreker af te komen
Hoe zorg je ervoor dat een spreker nooit meer terugkomt? Dertien gratis adviezen van een ervaringsdeskundige.
Onze gereformeerde gezindte kent vele stichtingen en verenigingen. Die beleggen allemaal vergaderingen, en veelal voelen de bestuurders van al deze clubs zich geroepen hun leden of donateurs op z’n minst eenmaal per jaar een lezing op te dienen. Daarvoor is natuurlijk een spreker nodig, en die moet worden uitgenodigd.
In de afgelopen twintig jaar heb ik vele honderden uitnodigingen voor een lezing ontvangen en daar vrijwel altijd ook gehoor aan gegeven. Soms denk je dat het minder wordt, maar voor dit najaar sta ik toch weer voor zo’n vijftien avondjes geboekt. Ik ben dus ervaringsdeskundige, zoals dat heet.
Uit de vele gesprekken die ik met bestuurders heb gevoerd, op al die avonden in de afgelopen jaren, heb ik gemerkt dat zij niet alleen op zoek zijn naar sprekers, maar zich soms ook afvragen hoe ze van bepaalde sprekers afkomen. Ik weet precies hoe dat moet en geef hun allen hierbij graag en gul mijn gratis advies.
Wie zeker wil weten dat een spreker nooit meer een uitnodiging zal aanvaarden, dient het volgende te doen:
– Verstuur uw uitnodiging zo laat mogelijk, liefst korter dan een week voor de geplande avond, en veins een mengeling van verbazing en lichte ergernis wanneer de gevraagde spreker niet direct zijn agenda schoonveegt om u van dienst te zijn. Hij mag immers blij zijn dat u hem vraagt.
– Wees vaag over locatie en tijdstip. Laat hem die zo veel mogelijk zelf uitzoeken. Zoals u hem natuurlijk ook niet van dienst bent met een routebeschrijving. De eer is immers aan hem.
– Vraag iemand die ver weg woont, en vraag hem vroeg in de avond. Dwing hem daarmee niet met zijn gezin te eten, in de file te staan, en gestrest en op het nippertje aan te komen. Bijkomend voordeel: u hoeft zich van tevoren niet met hem te onderhouden, en kunt gewoon gezellig koffie drinken met uw eigen mensen.
– Als u hem ziet binnenkomen, en voorzichtig hem onbekend terrein ziet betreden, doe dan of uw neus bloedt. Laat hem wat onzeker rondscharrelen, op zoek naar een gastheer die hem de toiletten, de koffiebalie en de zaal kan wijzen. Laat hem gewoon even onzeker in een hoekje staan, als niets dan een sneu hoopje spreker.
– Zorg dat de katheder veel te hoog of veel te laag staat, en zorg er ook voor dat het geluid niet of slecht functioneert. Zet ook geen glaasje water voor hem klaar.
– Houd geen inleidend praatje, stel hem niet voor aan uw publiek. Zet hem plompverloren voor het blok.
– Aan het einde van de avond kijkt u zuinigjes en laat hem voelen dat u er eigenlijk meer van had verwacht.
– Als u bloemen geeft, citeer dan die uitspraak over de buit van het overwonnen land die zelfs de vrouwen viel in de hand. U openbaart zich op dat moment als een uiterst origineel en gevat spreker.
– Besteed niet te veel geld aan een fles wijn. Een liter huiswijn van de ALDI is goed genoeg voor zo’n spreker. Koop een fles met schroefdop, zodat de spreker de inhoud ’s avonds direct door de goot kan spoelen.
– Betaal geen vergoeding, of zo weinig mogelijk. Natuurlijk, u huurt en betaalt een zaaltje, u zorgt voor koffie met wat erbij, u betaalt de organist of een pianist voor in de pauze, maar waarom zou u een spreker iets geven? Hij kan toch best zijn naaste en de samenleving dienen door zijn diensten gratis en voor niets te bewijzen?
– U bereikt dat het gemakkelijkst door in de uitnodiging aan de spreker met geen woord van een schappelijke vergoeding te reppen. Laat hem ernaar moeten vragen. Dat is wel zo gênant voor hem. Als de spreker die gene toch, onverhoopt, overwint, en over een vergoeding begint, reageer dan enkele weken niet, en uit daarna uw lichte verbazing over zijn verzoek. Laat hem zelf een voorstel doen. Ding daarna een beetje af. Gebruik dan als argument dat uw vereniging armlastig is en dat alle eerdere sprekers het gewoon pro Deo hebben gedaan.
– Als u er niet omheen kunt en hem na afloop een envelop met vergoeding moet overhandigen, geef hem die dan niet direct maar laat hem erom moeten vragen. Of zeg dat hij een rekening kan sturen. Natuurlijk niet gelijk het adres van de penningmeester geven. Dat zoekt hij zelf maar uit.
– Laat hem aan het einde van de avond met stille trom vertrekken. Hij vindt de uitgang zelf wel, de donkere avond in, en verdrijf de gedachte dat hij, op het moment dat u weer bij de kachel zit, nog een uur of zo in de auto zit op weg naar huis. Verdrijf vooral de gedachte dat hij vroeg op de avond kwam, laat thuis is, en de volgende dag ook weer vroeg moet beginnen. Wees meedogenloos. U zult hem nooit meer zien.
Gelukkig, trouwens, heb ik zulke bestuurders nooit ontmoet. Ik mag dit najaar gewoon weer aan de bak.