Opinie

Teamontwikkeling dé uitdaging schooldirecteur

De grootste uitdaging van leidinggevenden in het onderwijs is het werken aan de professionele ontwikkeling van het team, stelt Alex de Bruijn.

Alex de Bruijn
14 April 2014 14:09Gewijzigd op 15 November 2020 10:03
RD, Henk Visscher
RD, Henk Visscher

Uit het recentste onderzoek van de inspectie naar de kwaliteit van schoolleiders in het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs blijkt wat we al wisten, of op zijn minst vermoedden: schoolleiders spelen een cruciale rol in de kwaliteit van het onderwijs op hun school. De grootste uitdaging voor schoolleiders vormt volgens mij het werken aan de professionele ontwikkeling in het team, beseffend dat dit direct gevolgen heeft voor de ontwikkeling van leerlingen.

Het is een uitdaging omdat de schoolleider behalve met allerlei (oplosbare) interne dilemma’s te kampen heeft met twee grote dilemma’s van externe aard waarop hij weinig greep heeft. Dat is in de eerste plaats het feit dat leidinggevenden niet de hele dag kunnen werken aan de ontwikkeling van hun teamleden en in de tweede plaats (de attitude van) het groeiende aantal leraren dat parttime werkt. Het is daarom nog niet zo eenvoudig om binnen de huidige context te werken aan team­ontwikkeling. Vanwege het belang van de materie wil ik toch een poging wagen om wat handreiking te doen en bezinning een impuls te geven.

Het is voor alles goed om te beseffen hoeveel overeenkomsten er zijn tussen het leren in groep 1 tot en met 8 en het leren in het team. Ik noem de laatste daarom groep 9. De didactische en pedagogische principes die leraren hanteren in hun klas, kunnen schoolleiders hanteren in hun team. Zo bezien kunnen schoolleiders en leraren veel van elkaar leren. Gaat het bij leraren om didactisch en pedagogisch leiderschap, voor de leidinggevende ligt dat mijns inziens niet anders. Ik pleit dan ook voor didactisch en pedagogisch leiderschap door de hele school.

Een paar voorbeelden ter illustratie: als een team het belangrijk vindt dat leraren hoge verwachtingen hebben van leerlingen, geldt dat ook voor de schoolleider ten opzichte van de leraren, en als de leraren leerlingen willen activeren tijdens de lessen omdat dit de betrokkenheid verhoogt, dan is het voor de schoolleider belangrijk om hier in groep 9 werk van te maken!

Een dilemma voor leidinggevenden is dat ze –in tegenstelling tot leraren– niet de hele dag kunnen werken aan de ontwikkeling van degenen aan wie ze leidinggeven. Dat hangt nauw samen met de vorm van ons onderwijssysteem waarin het lesgeven op een vrij afgezonderde manier beoefend wordt. Ik realiseer me heel goed dat we ons onderwijssysteem (dat ook zijn mooie kanten heeft) niet zomaar kunnen veranderen, hoewel de tijd me wel rijp lijkt voor een stevige herijking ervan. Schoolleiders hebben dus –al dan niet van harte– te dealen met dit systeem.

Nog los van dit systeem kunnen schoolleiders werken aan professionele ontwikkeling door de traditionele vergaderingen af te schaffen of tot een minimum terug te brengen en deze te vervangen door leer- en werkbijeenkomsten waarin leraren actief met en van elkaar leren met het oog op hun vak, het primaire proces. Laat deze leer- en werkbijeenkomsten het platform zijn waarop vooruit- of teruggekeken wordt naar gezamenlijke activiteiten tijdens lestijd.

Een mooie praktijk, die ik regelmatig zie op scholen, is het bezoeken van elkaar lessen en het vervolgens feedback geven aan elkaar. Deze vorm zou aan kracht kunnen winnen door voorafgaande aan de lesbezoeken gedurende de voorgestelde leer- en werkbijeenkomsten als leraren samen lessen voor te bereiden. Een andere vorm van samen leren is het regelmatig lesgeven in de groep van een collega, waarna de bevindingen aanleiding vormen voor een professionele dialoog gedurende een leer- en werkbijeenkomst.

Een tweede dilemma voor leidinggevenden is dat zij werken met een toenemend aantal leraren dat een parttimebaan heeft. Daardoor is de praktijk veelal dat alleen tijdens gezamenlijke studiedagen het hele team bij elkaar komt. We hebben het dan over hoogstens een paar keer per 
jaar.

Zonder te willen stellen dat parttimers per definitie minder betrokken zijn dan fulltimers is het evident dat een collega met een (heel) kleine werktijdfactor zich over het algemeen minder betrokken voelt bij team- en schoolontwikkeling. Voor parttimers komt het werk namelijk naast een andere (kern)taak. Toch zouden parttimers zich moeten afvragen of ze zich niet alleen als leraar, maar ook als teamlid betrokken weten bij de organisatie als geheel.

De schoolleider heeft op zijn beurt de taak om de parttimers volop te betrekken bij de schoolontwikkeling. Dat kan enerzijds door optimale transparantie en anderzijds door duidelijke doelen te stellen en te werken aan eigenaarschap. Het is aan de bestuurders om in overleg met de leidinggevenden een minimumtaakomvang vast te stellen, om de kans op meer betrokkenheid te vergroten.

Willen schoolleiders verder komen dan teamontwikkeling in de marge dan zal er, hoe dan ook, een passend antwoord gevonden moeten worden op de genoemde dilemma’s.

De auteur is senior managementadviseur bij Driestar managementadvies.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer