Het gaat om een initiatief van een achttal predikanten, twee organisten, een onderwijzeres en een neerlandicus. Ook directeur Nico de Waal van uitgeverij Boeken­centrum is bij de uitgave betrokken. Het plan is gedeeld met de scriba van de PKN en met de besturen van de GB en de Confessionele Vereniging. De bundel zal naar verwachting volgend jaar uitkomen.

Initiatiefnemer is ds. A. Schroten (41), hervormd predikant te Leerdam. Volgens hem is er in veel GB-gemeenten vraag naar een dergelijke bundel. „Veel gemeenten worstelen met liturgische vragen. Er is vaak principieel wel ruimte voor liederen waarin het nieuwtestamentisch heil bezongen wordt, maar het ontbreekt aan een goede bundel waaruit kan worden geput. Het gevolg is dat vaak minder geschikte bundels of liederen worden gebruikt. Tegelijk ontstaat op deze manier een grote diversiteit tussen gemeenten die kortgeleden nog één waren in hun liturgie.”

Om deze gemeenten „te dienen”, streeft de werkgroep naar „een royale bundel met goede kerkliederen voor alle erediensten, waaruit jong en oud onbekommerd naar Schrift en belijdenis kan zingen bij de vertrouwde begeleiding”, aldus ds. Schroten.

Het laatste wat de werkgroep wil, is dat er een nieuwe splijtzwam binnen GB-kring ontstaat, stelt de predikant. „Het is absoluut niet vooruitstrevend of vernieuwend bedoeld, als zouden wij ook maar ergens liturgische vernieuwingen willen forceren. We willen gemeenten faciliteren die tóch al bezig zijn met het vrije lied. Er zullen gemeenten zijn waarvoor dit niet had gehoeven en die het zelfs betreuren. Het ligt heel gevoelig. We willen ook niemand iets opdringen. Ons streven heeft juist, paradoxaal genoeg, iets ‘behoudends’. We willen tegen­gaan dat alles op het gebied van het lied wordt vrijgegeven. Zo willen we de grenzen bewaken van wat in onze traditie zowel theologisch als muzikaal echt eredienst­waardig is.”

Er is goed overleg met het hoofd­bestuur van de GB geweest, zegt ds. Schroten. „De Bond heeft aangegeven dit zelf niet te doen. Maar wij denken dat ons liedboek in zekere zin wel in lijn is met wat de GB voorstaat. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor de psalmen. Maar daarnaast heeft de GB meer­malen gezegd dat er geen principiële bezwaren zijn tegen het Schriftgetrouwe vrije lied, met name het Bijbellied. Die keus wordt aan de wijsheid van de kerken­raden overgelaten. Ook voor ons staan de waarde en prioriteit van de psalmen voorop. Ik ga vaak in gemeenten voor waar alleen psalmen worden gezongen. Daar ben ik ook in opgegroeid en daar sta ik in. Maar tegelijk zien we dat veel gemeenten momenteel keuzes maken ten aanzien van het vrije lied. De zorg over wát er dan gekozen wordt, dringt ons hiertoe.”

Behalve uit ds. Schroten bestaat de werkgroep uit ds. A. Baas, 
ds. W. J. Bakker, ds. W. J. Dekker, ds. E. K. Foppen, ds. P. Nobel, ds. A. Visser, ds. J. A. W. Verhoeven, de organisten Rien Donkersloot en Dick Sanderman, onderwijzeres G. Klink-van Reenen en neerlandicus dr. H. van ’t Veld.

In dit stadium is nog niet duidelijk wat de exacte inhoud van het liedboek wordt. De verwachting is dat de bundel zo’n 500 à 600 liederen gaat bevatten.

Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de GB, zegt desgevraagd dat het hoofdbestuur de afgelopen jaren, „vanwege de voortgaande ontwikkelingen in hervormde gemeenten”, diverse keren over het redigeren van een bundel gezangen gesproken heeft. „Wij zien dat echter vanouds niet als een taak van de GB, maar als een taak van de kerk, van de ambtelijke vergaderingen. De Bond investeerde bijvoorbeeld wél in het aanreiken van criteria voor wat vanuit reformatorisch perspectief in de eredienst gezongen kan worden in gemeenten die kiezen voor een verbreding in de liturgie.”

Om die reden heeft het hoofdbestuur volgens Vergunst „met dankbaarheid kennisgenomen van de criteria die ds. Schroten en zijn collega’s voor opname van liederen in deze bundel vast­stelden: de liederen zijn tot in detail Schriftuurlijk, passen bij de reformatorische belijdenis en een reformatorische liturgie, en hebben een goed niveau van tekst en melodie.”

De algemeen secretaris noemt het „een goede zaak als, door de komst van een liedbundel die past bij de eredienst en bij de gereformeerde prediking, te midden van de groeiende diversiteit ten aanzien van het zingen van liederen in de eredienst, er meer eenheid kan ontstaan en de gemeenten hierdoor middellijkerwijs bewaard blijven bij de geloofs­beleving van de Reformatie.”