Commentaar: Behoud kleinescholentoeslag winst voor het onderwijs
Groter en efficiënter. Dat zijn de drijfveren voor het ministerie van Onderwijs om kleine scholen te stimuleren op te gaan in grotere. Er bestaan op dit moment in ons land ongeveer 2400 kleine scholen, die naar verwachting binnen tien jaar stuk voor stuk zullen omvallen. Oorzaak? Het leerlingental loopt terug.
In een tijd waarin de tering naar de nering moet worden gezet, ligt het voor de hand dat de overheid voortdurend zoekt naar mogelijkheden om de kosten te drukken. Daarom is in de achterliggende jaren nagedacht over de vraag of kleine scholen kunnen blijven bestaan.
Weliswaar is iedereen, ook op het ministerie, zich er terdege van bewust dat (kleine) scholen in dorpskernen een belangrijke functie vervullen. Ze zijn niet alleen de plaats waar kennis wordt overgedragen op kinderen, maar ook de plek waar mensen elkaar ontmoeten en waar loketten voor sociale diensten zijn ondergebracht. Wat het raadhuis in een grotere plaats is, is de school vaak in kleine dorpen.
Tegelijk is het waar dat kleine scholen relatief duur zijn. Niet alleen de kosten van het gebouw maar ook die voor management en basale voorzieningen, zoals leermiddelen, drukken zwaarder op de begroting omdat ze over een beperkter aantal leerlingen moeten worden omgeslagen. Niet vreemd dus dat gekeken wordt of het efficiënter en dus goedkoper kan.
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs besloot vorig jaar de zogenoemde kleinescholentoeslag op termijn af te schaffen. Dat is het bedrag dat instellingen met minder dan 145 leerlingen extra ontvangen voor de basale voorzieningen. De bewindsman beschouwt dit extra budget als een sta-in-de-weg voor kleine scholen om samenwerking te zoeken. Immers, wanneer scholen deel uit gaan maken van een groter verband vervalt die toeslag en hebben ze minder geld per leerling te besteden. Zijn plan was om met ingang van 1 augustus 2016 de toeslag niet meer aan kleine scholen te geven, maar over te hevelen naar gemeenten en provincies. Die zouden dan kunnen bepalen wat er met de kleine scholen moet gebeuren. Het lag voor de hand dat deze lokale overheden zouden aansturen op sluiting of tenminste fusie.
In de achterliggende week hebben CU en SGP in hun overleg met de regering voor elkaar gekregen dat deze kleinescholentoeslag blijft. Daardoor is de toegankelijkheid van het onderwijs in krimpregio’s veiliggesteld.
Bovendien is afgesproken dat scholen het extra budget behouden wanneer zij vrijwillig fuseren met andere scholen. Ook dat is winst, zeker ook voor bijzondere scholen die op deze manier zelf een fusiepartner kunnen zoeken die aansluit bij hun identiteit. Dat laatste was niet gegarandeerd in het plan dat staatssecretaris Dekker oorspronkelijk had. Gemeentebesturen hadden daarin de vrijheid aan te sturen op samenwerkingscholen waarbij instellingen van diverse kleuren onder één dak kwamen. Die dwang is nu omgezet in eigen keuzevrijheid. Van belang is nu dat scholen daarvan verstandig gebruikmaken om niet op enig moment later alsnog voor het blok te worden gezet.