OpinieMilieu en technologie

Bied student natuurwetenschappen wat vaker theologie aan

In 1992 begon ik aan mijn studie scheikundige technologie aan de Technische Universiteit Delft. Waarom Delft? Omdat ik scheikunde op de middelbare school het leukste vak vond, maar de opleidingen in Leiden of Utrecht me te theoretisch en te abstract leken. Toch moet ik achteraf toegeven dat mijn beeld toen van scheikunde, ondanks de uitstekende lessen op het gymnasium, behoorlijk naïef was.

Gijsbert Korevaar
22 May 2025 19:08Leestijd 4 minuten
beeld RD
beeld RD

In Delft ontdekte ik pas echt hoe scheikunde letterlijk met van alles en nog wat te maken heeft. Van de keuken tot en met de enorme chemische complexen in Rotterdam of Antwerpen. Onlangs zei mijn vrouw nog tegen onze huishoudelijke hulp: „Als ik niet weet hoe ik een vlek uit iets krijg, vraag ik het aan mijn huischemicus.” En dan probeer ik met een serieus gezicht iets te verzinnen met azijn, soda of groene zeep –of een combinatie daarvan– om het probleem op te lossen. Soms werkt het nog ook.

Scheikunde dringt door tot in de kleinste vezels van ons dagelijks leven

Een vriend uit onze kerk studeerde al een jaar in Apeldoorn toen ik aan mijn studie begon. „Wat ga jij studeren?” vroeg hij. „Scheikundige theologie?” We hebben er enorm veel lol om gehad. Een prachtig misverstand. Inmiddels kom ik regelmatig in Apeldoorn, als lid van de Raad van Toezicht van de Theologische Universiteit. De afkortingen TUD en TUA lijken op elkaar, maar wat een verschil tussen een technische universiteit en een theologische universiteit.

Moderne theologen stellen vaak dat theologie, ondanks de verregaande en oprechte pogingen van Karl Barth om haar te verbinden met de natuurwetenschappen, toch eigenlijk geen wetenschap genoemd kan worden. Toch bestaan er wereldwijd nog steeds theologische universiteiten en faculteiten, waar hard gewerkt wordt om te laten zien dat theologie wél een vorm van wetenschap kan zijn.

En misschien kan de scheikunde daarbij helpen. Scheikunde is een toegepaste natuurwetenschap, ontstaan op het snijvlak van natuurkunde, wiskunde en biologie. Het is echter, om het in theologische termen te zeggen, geen dogmatische wetenschap. Scheikundigen hebben altijd iets ondeugends, iets van het binnenpretje van prof. A.A. van Ruler. Misschien komt dat omdat scheikunde altijd een beetje een buitenbeentje is geweest. Denk aan alchemisten, toverdokters, kwakzalvers – mensen die met mysterieuze stoffen en formules werkten.

Scheikundigen hebben zich moeten ontworstelen aan die magische sfeer. Dat deden ze door nauwkeurig te werken, goed te documenteren en te redeneren vanuit experimenten. Waar chemische reacties vroeger onvoorspelbaar waren, kunnen we nu stoffen met grote precisie synthetiseren. Toch blijft scheikunde altijd iets onvoorspelbaars houden. Experimenten mislukken en het kost vaak veel zweet –en soms tranen– om te achterhalen waardoor.

Wat mij daarbij fascineert, is het hermeneutische karakter van scheikunde. Net als in de theologie draait het om het vertellen van het juiste verhaal. Eén verkeerde stap in je redenering en je komt tot een totaal andere conclusie. De praktijk straft zwakke logica genadeloos af. Je moet precies formuleren en de juiste volgorde zien te achterhalen. Anders komt er onzin uit.

Of het nu gaat om het koken van een maaltijd (een aanrader daarbij is het boek ”Koken met Kennis”), het witten van een zolderkamer of de schuimlaag op een perfecte espresso: overal speelt scheikunde een rol. Het dringt door tot in de kleinste vezels van ons dagelijks leven. En dat zou voor theologie net zo moeten zijn. Niet als een academische discipline opgesloten in een ivoren toren, maar als praktische, toepasbare kennis die ons helpt om te leven tot Gods eer en met liefde tot onze naaste in het leven van alledag.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bekende theoloog Alister McGrath ooit begon als chemicus. Zijn wetenschappelijke precisie klinkt nog altijd door in zijn theologische werk. En hij is niet de enige. Er zijn meer theologen met een achtergrond in de natuurwetenschappen en die combinatie werkt vaak verdiepend in op hun theologische werk. Het zou heel mooi zijn als we in Nederland ook wat vaker theologie zouden gaan aanbieden aan studenten scheikunde, natuurkunde of biologie – en omgekeerd. In Engeland is dat al gebruikelijker: ”science”-studenten in Oxford of Cambridge volgen heel vaak een minor in ”divinity”. Een mooie verbreding van hun bèta-achtergrond.

De auteur is lector circulaire energietransitie aan Hogeschool Rotterdam.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer