„Werkdruk rechter verdwijnt niet vanzelf”
De werkdruk in de rechterlijke macht is hoog. Zo hoog dat minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) moet ingrijpen? Een Kamerdebat daarover belandde op de wachtlijst. Vijf vragen.
Wie heeft het Kamerdebat aangevraagd en wanneer?
Het Kamerdebat is aangevraagd door D66-Tweede Kamerlid Schouw op 5 februari. Een aantal partijen ondersteunde die aanvraag destijds, op voorwaarde dat Opstelten vooraf voldoende tijd zou krijgen om informatie in te winnen over de kwestie en de Kamer te informeren. Dat informeren gebeurde uiteindelijk eind maart, maar toen raakte de Kameragenda al aardig verstopt. Later kreeg ook het debat over de bezuinigingsplannen voor het detentiewezen van staatssecretaris Teeven voorrang. Alles bij elkaar zorgde dat ervoor dat dit debat pas na het zomerreces kan worden gevoerd.
Welke kwestie snijdt Schouw aan?
Het debat draait om de bezorgdheid over een dreigende uitholling van de rechtspraak, zoals enkele honderden rechters die afgelopen voorjaar tot uitdrukking brachten door een manifest te ondertekenen. Het manifest werd in december opgesteld door een aantal raadsheren van het toenmalige gerechtshof in Leeuwarden.
Op de achtergrond speelde de toen bijna afgeronde reorganisatie van de rechterlijke macht mee, waarbij diverse rechtbanken werden samengevoegd en een nieuw bestuur kregen. De opstellers en ondertekenaars van het manifest noemden de benoemingsprocedure van de nieuwe rechtbankpresidenten onzorgvuldig. Feitelijk kwam hun kritiek erop neer dat de Raad voor de Rechtspraak, de beheersorganisatie van de rechterlijke macht, doelbewust kandidaat-presidenten naar voren schoof die niet zozeer zouden sturen op inhoud of kwaliteit, maar op productiecijfers.
Heeft D66 een punt?
Dat de kwaliteit van de rechtspraak in Nederland als gevolg van een toegenomen werkdruk zou zijn gedaald, is nog nooit wetenschappelijk aangetoond, zo nuanceerde een aantal vooraanstaande (oud-)rechters het manifest. Oud-procureur-generaal D. Steenhuis smaalde zelfs dat de raadsheren in hun manifest louter „algemene en vooralsnog ongefundeerde klachten” te berde brachten. „Een verdachte of andere procespartij die met dergelijke vage klachten zou komen, had, na geruime tijd, nul op het rekest gekregen”, sneerde hij.
Steenhuis en anderen leken echter vooral op persoonlijke titel te spreken. Als ruim 700 van de circa 2400 rechters zo’n kritisch manifest ondertekenen, is dat natuurlijk niet niks. Van belang is ook dat de president van de Hoge Raad openlijk steun betuigde aan de opstellers.
Daar komt bij dat bedrijfsongelukjes bij de rechterlijke macht na zo’n manifest veel sneller worden toegeschreven aan de werkdruk. Een voorbeeld: eind november werd duidelijk dat een tbs-maatregel die voor vier jaar is opgelegd alleen mag worden verlengd bij een geweldsdelict. Is de verdachte daarvoor veroordeeld, dan moeten rechters dat expliciet in het vonnis hebben opgenomen. Nederlandse rechters bleken dat ruim honderd keer te hebben nagelaten. Weliswaar bepaalde de Hoge Raad nadien dat de zogeheten verlengingsrechter zelfstandig bevoegd is om te beoordelen of hij te maken heeft met een geweldszaak als het vonnis daarover geen duidelijkheid biedt, maar toen was er over die kwestie al forse ophef ontstaan.
Overigens liet de Raad voor de Rechtspraak onlangs weten dat de ergste onrust was bezworen, na twee gespreksrondes bij alle rechtbanken. Of Schouw de vinger heeft gelegd bij een structureel probleem moet uiteindelijk blijken op 19 september, tijdens een op zijn initiatief georganiseerde hoorzitting met rechters.
Maakt deze kwestie Opstelten nerveus?
Zoals gezegd zal dat dus mede afhangen van het resultaat van de hoorzitting. In het voordeel van Opstelten is wel dat de ergste druk inmiddels van de ketel lijkt, nadat Opstelten en de Raad voor de Rechtspraak een akkoord bereikten over de bekostiging van de rechtspraak in de periode 2014-2016. Strekking daarvan is onder meer dat het budget voor de rechtspraak van ongeveer 1 miljard euro pas vanaf 2016 wordt verlaagd.
Horen we na het zomerreces nog van dit debat?
Schouw laat desgevraagd het volgende weten: „D66 wil dat Opstelten de problemen rondom de werkdruk bij de rechterlijke macht in samenspraak met rechters aanpakt. Hij en staatssecretaris Teeven voeren in het gehele justitiële apparaat visieloze bezuinigingsmaatregelen door, waardoor de kwaliteit van de gehele strafrechtketen gevaar loopt. Er wordt bot gesneden, terwijl de inzet keihard en langer straffen is. Daarvoor heb je in elk geval rechters nodig die zonder belemmeringen recht kunnen spreken, maar ook gevangenissen en een openbaar ministerie dat zorgvuldig te werk kan gaan. Problemen lossen zich niet vanzelf op, hoewel de minister dit wel lijkt te denken. Er is dus alle reden voor een debat.”
Dit is de laatste aflevering in een serie.
Ruim veertig al ingewilligde verzoeken voor een Kamerdebat kunnen pas na het zomerreces worden ingepland. Is debatteren dan nog zinvol?