Vliegen voor goede doelen
TEUGE. In de oorlog tegen de Duitsers vloog hij voor de Royal Air Force (RAF). „Vliegtuigen brengen in oorlog dood en verderf, maar kunnen ook voor goede doelen gebruikt”, zo werd de ontdekking van Stuart Sendall King, een van de pioniers van de Mission Aviation Fellowship (MAF). De 91-jarige Brit was zaterdag op de open dag van de MAF in Teuge.
Tijdens de oorlog heeft hij D-day meegemaakt als onderhoudsofficier van een jachtbommenwerpereskader. De nog vitale Brit herinnert zich de grauwe kuststreek waarvan hij wist dat de vijand erachter verscholen zat. Hij was ook betrokken bij de bevrijding van het concentratiekamp Bergen-Belsen. „Wat ik daar gezien heb, is nauwelijks te beschrijven”, vertelt hij.
Stuart kwam na de oorlog in contact met RAF-piloot Murray Kendon uit Nieuw-Zeeland. Deze wist christenen warm te krijgen voor het idee om vliegtuigen in te zetten voor liefdadigheidswerk over de hele wereld. Hij richtte een nieuwe organisatie op die hij Missionary Aviation Fellowship noemde.
Stuart: „Eerst wilde ik bij de RAF blijven werken. De MAF was nog maar net opgericht en leek niet meer dan een droom. Wie wist of deze droom kans van slagen zou hebben? Dankzij God is deze droom echter werkelijkheid geworden. We begonnen met niets, en nu vliegen we in meer dan 30 landen en beschikken over een vloot van 135 kleine vliegtuigen.”
Stuart werd een echte pionier. „Samen met enkele gelijkgezinden onderzochten we waar de nood in de wereld het hoogste was en kwamen terecht bij Centraal-Afrika.” De eerste vlucht maakte hij op 13 januari 1949 naar Kongo, samen met copiloot Jack Hemmings. „Het was een tocht van 6000 kilometer, waarbij we verschillende keren onderweg moesten tanken. Toen we in Kongo landden, werden we omringd door tientallen bewoners die nog nooit een vliegtuig gezien. Iemand reisde later zelfs drie dagen om het vliegtuig te bekijken. Het dorpshoofd had dertig vrouwen. Belangrijke mensen in die cultuur hebben daar veel vrouwen, zo is de gewoonte. We waren toen nog vrijgezel en hij verbaasde zich erover dat we geen vrouwen hadden”, lacht Stuart.
In zijn boek ”MAF, een verhaal van hoop” (uitg. Ark Media, Amsterdam) beschrijft hij hoogte- en dieptepunten van zijn vele vliegreizen. Zaterdag signeerde hij exemplaren van de dit jaar uitgekomen Nederlandse vertaling. Voor de fotograaf poseert hij graag even in de cockpit.
Zijn missie is een wonder waarvoor God alle dank toekomt, zegt hij in een terugblik. „Er was geen geld, maar God voorzag erin. We hebben nog nooit in het rood gestaan.” Als algemeen directeur heeft Stuart bijgedragen aan de uitbreiding van het werk van de MAF in Sudan, Ethiopië, Kenia en Tanzania. Na zijn pensionering in 1987 bleef hij als adviseur van de MAF werkzaam.
Stuart gaat door met zijn werk voor de MAF in de vorm van presentaties. „De oorspronkelijke visie die God ons gegeven heeft, is vandaag nog springlevend. Zeventig jaar geleden brak de tijd aan om een modern hulpmiddel, kleine vliegtuigen, in te zetten voor mensen in de verste uithoeken van de wereld. Ik heb het enorme voorrecht genoten om mee te maken hoe deze visie verwezenlijkt werd. Vliegtuigen zijn boodschappers van vrede en het goede nieuws.”
De drang om onbereikte volkeren te bereiken was er ook in het gezin van oud-MAF-piloot Jan Zwart, eveneens op de open dag aanwezig. Zijn ouders hadden contact met Anne van der Bijl, die veel over deze volkeren sprak. Jan Zwart: „Ik ging ervoor bidden, niet wetend dat ik later via de MAF met deze volkeren in aanraking zou komen.”
Zwart stond met drie anderen aan de wieg van MAF Nederland, opgericht in 1978. Hij was de eerste Nederlandse piloot die voor de MAF werd uitgezonden, in zijn geval naarColombia. Later volgde overplaatsing naar Ecuador, waar hij tot 1994 woonde en diverse bases voor de MAF heeft geopend, waaronder de hoogste MAF-basis ter wereld: in Quito.
Zwart ziet de missie van MAF breed: „We vliegen niet alleen voor de kerk, maar voor iedereen. Dat neemt niet weg dat we een bijzondere drang hebben om het goede nieuws te verspreiden. Een keer werden er op verzoek van een voorganger luidsprekers aan de onderkant gemonteerd. Zware dingen, ik kon amper de lucht in. Maar de voortdurend herhaalde boodschap: „Bekeert u en gelooft het Evangelie”, kwam nauwelijks door het geluid van de motoren heen. Het was dus geen succes.”