Kerk & religie

Oeuvre dr. Ouweneel oogst lof en kritiek

Enorme belezenheid en Bijbelkennis, maar ook kritiek op bepaalde evangelische invullingen. Zo reageren theologen op de evangelische dogmatiek van prof. dr. W. J. Ouweneel, waarvan het laatste deel vrijdag verschijnt.

Klaas van der Zwaag
7 June 2013 11:24Gewijzigd op 15 November 2020 04:01
Prof. dr. Willem J. Ouweneel  presenteert vandaag zijn laatste boek in de twaalfdelige evangelische dogmatiek.  beeld RD, Anton Dommerholt
Prof. dr. Willem J. Ouweneel presenteert vandaag zijn laatste boek in de twaalfdelige evangelische dogmatiek. beeld RD, Anton Dommerholt

Prof. dr. J. Hoek

Prof. dr. J. Hoek, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit (Groningen), typeert de dogmatische reeks van prof. Ouweneel als een imposant werk, getuigend van een „verbluffend brede belezenheid.” Prof. Ouweneel toont zich een kritisch gesprekspartner van de gereformeerde theologie. „Over de wijze waarop hij de gereformeerde positie tekent, wil je graag met hem doorpraten, juist omdat hij er niet altijd in slaagt zijn gesprekspartner recht te doen en de intenties zuiver aan te voelen en weer te geven.”

Er is volgens prof. Hoek veel wat herkenning en verbondenheid geeft, met name het buigen voor het gezag van de Schriften en de unieke plaats die wordt toegekend aan Christus en Zijn heilswerk. „Tegelijkertijd is er afstand wat mij betreft wanneer ik hem vanuit evangelische positiekeuzes te gemakkelijk zie voorbijgaan aan de blijvende gebrokenheid van het (christen)leven en de fundamentele plaats van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen.”

Ds. J. M. D. de Heer

Ds. J. M. D. de Heer, predikant van de gereformeerde gemeente in Middelburg, voelde zich al lezend meegenomen in Ouweneels speurtocht door de Bijbel en genoot het meeste als hij de grote lijnen van de Bijbel erg helder tekende. „Zijn fabelachtige Bijbelkennis hielp hem daarbij.” Op die speurtocht deed Ouweneel boeiende en verrassende ontdekkingen. „Bij dat alles wilde hij een klassiek, dus niet modernistisch, spoor bewandelen. Klassiek, hoewel het gereformeerd protestantisme, inclusief de rijke belijdenisgeschriften, en het puritanisme er erg bekaaid van afkwamen.”

Storend vond hij zijn veroordelende taalgebruik omtrent „streng-bevindelijk-gereformeerden” of hoe hij de kring ook noemt en waarmee ds. De Heer zich nauw verwant weet. „Ik voelde me regelmatig op een flauwe manier in een hoek gezet.” Al met al heeft ds. De Heer het gevoel dat deze reeks niet een standaardwerk zal worden, maar „een interessante, persoonlijke weergave van de geloofsleer.”

Dr. W. van Vlastuin

Dr. W. van Vlastuin, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarium te Amsterdam, onderstreept het encyclopedisch karakter van Ouweneels werken. Hij vindt dat de echte doordenking in deze boeken echter aan de oppervlakte blijft. „Systematische theologie moet meer in de diepte analyseren en doordringen tot de kernen van de vraagstukken om zo op een doorwrochte en evenwichtige manier tot een genuanceerde conclusie te komen.”

De docent constateert in inhoudelijk opzicht dat Ouweneel een andere wereld dan de gereformeerde theologie vertegenwoordigt. „Hij windt er zelf ook geen doekjes om dat hij ten aanzien van mensbeeld, wet, heiliging, verbond, doop, gaven van de Geest en eschatologie een andere weg gaat. Een open deur, maar goed om ons te realiseren.”

Dr. M. J. Kater

Dr. M. J. Kater, docent aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, ziet de waarde van de serie in het feit dat „een geweldige brok informatie” meegegeven wordt. Het deel dat hij het beste kent, is het christologische deel. „Daar staan de minst controversiële zaken in. De schrijver suggereert echter te vaak dat wie een beetje kennis van zaken heeft, het met hem wel eens zou moeten zijn. Het kan niet anders of hij moet werken met grote lijnen. Nogmaals: dat dwingt respect af.”

Toch gaat het met details wel mis, aldus dr. Kater. „Ik denk bijvoorbeeld aan een weergave van de eerste eeuwen kerkgeschiedenis via John N. Darby. Dat deze auteur voor Ouweneel gezaghebbend is, begrijp ik wel, maar Darby kan niet gelden als een autoriteit op dat gebied.” Het is volgens dr. Kater zelfs voor Ouweneel te veel gevraagd om zo’n project alleen te volbrengen. „Enig teamwork zou geen kwaad gekund hebben. Er staan prachtige stukken in, zoals over de opstanding. Dat stuk eindigt met een korte, krachtige typering van een aantal opvattingen, waarbij precies de spijker op de kop geslagen wordt. Soms een verademing, soms houd je de adem in.”

Prof. dr. G. van den Brink

Prof. dr. G. van den Brink, hoogleraar dogmatiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, spreekt van een enorme prestatie dat Ouweneel in relatief korte tijd „zo’n imposant dogmatisch oeuvre” bij elkaar schreef. „Het gaat stuk voor stuk om rijke boeken waar men enorm veel van opsteekt. Sterke punten ervan vind ik de krachtige oriëntatie op de Bijbel en de irenische inslag, waarbij Ouweneel vooral zoekt naar wat evangelischen en reformatorischen samenbindt. Ik maak niet elke afweging die Ouweneel maakt mee, maar qua streven en grondhouding vind ik het voorbeeldig.”

Hoeveel invloed de reeks van Ouweneel nu precies heeft of gaat krijgen, is volgens dr. Van den Brink moeilijk in te schatten. „Tot nog toe vind ik het relatief toch wat stil blijven eromheen. Dat vind ik wel jammer, maar het zou ook best eens kunnen dat Ouweneel zijn tijd nog krijgt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer