Kerk & religie

„Pelagius verdient een eerlijk proces”

AMSTERDAM – Is Pelagius de gedoodverfde ketter die de geschiedenis is ingegaan als de verdediger van de vrije wil, dé opponent van Augustinus? „Pelagius verdient een genuanceerder beeld”, zegt theoloog Peter van Egmond.

Klaas van der Zwaag
16 January 2013 11:36Gewijzigd op 15 November 2020 01:21

„Pelagius heeft niet de vrije wil maar de verantwoordelijkheid van de mens willen betonen”, zegt de promovendus, „en wel tegenover een lakse kerk. Hij verdient in ieder geval een eerlijk proces.”

Van Egmond (38) promoveert donderdag aan de VU in Amsterdam op een proefschrift over Pelagius (ca. 360-425). In ”A Confession Without Pretence. Text and Context of Pelagius’ Defence of 417 AD” (uitgegeven in eigen beheer) beschrijft hij vooral de tekstgeschiedenis van een werk van Pelagius, ”Libellus fidei” (korte uiteenzetting over het geloof), waarin deze zich verdedigt tegen de aanklacht van ketterij. In die tijd was het gebruikelijk dat christenen die van ketterij werden beschuldigd zich verdedigden met een geloofsbelijdenis.

Pelagius moest zich vooral tegen de aanklacht verweren dat hij de genade loochende. In Palestina was de voormalige Britse monnik op het concilie van Dios­polis (415) vrijgesproken van ketterij, wat in Noord-Afrika bij Augustinus en anderen grote commotie veroorzaakte. In de zomer van 416 waarschuwden twee Afrikaanse concilies, in Carthago en Milev, de bisschop van Rome – die steeds meer gezag verwierf. Per brief werd hem bericht dat Pelagius onder andere de noodzaak van de genade loochende.

Een derde brief (herfst 416), ondertekend door vijf Afrikaanse bisschoppen, onder wie Augustinus, betoogt dat Pelagius weliswaar genade belijdt, maar dat hij ondervraagd moet worden over wat hij daar precies onder verstaat. Pelagius zelf zegt dat de mens niet kan geloven zonder de hulp van Gods genade. Maar wat verstaat Pelagius onder genade, vraagt Augustinus zich af.

De stelling van Van Egmond is dat de geloofsbelijdenis van Pelagius niet zozeer tegen Augustinus is gericht, maar tegen kerkvader Hieronymus, die in Bethlehem woonde. Het was Hieronymus die de confrontatie met Pelagius had gezocht, zodat Pelagius hem en niet Augustinus als zijn belangrijkste opponent zag. Van Egmond ziet dit als de opvallendste ontdekking van zijn onderzoek. „Wij denken vaak in termen van Augustinus-tegen-Pelagius. Maar voor de laatste blijkt Hieronymus veel belangrijker te zijn geweest.”

Van Egmond heeft vooral grote vraagtekens bij de manier waarop de bisschop van Rome, Innocentius I, Pelagius veroordeelde. „Hij volgt de lijn van de stereotiepe beweringen van ”ontkenning van genade” en toont dat hij niet altijd kennis van zaken heeft van waar het om ging. Hij zegt dat Pelagius’ werk ”De natura” (Over de menselijke natuur), dat Augustinus fel bestrijdt, „vol godslastering” staat, maar zegt niet waarin die bestaat. In ieder geval, de beschuldigingen doen geen recht aan Pelagius’ getuigenis in Diospolis, noch aan zijn werken. Pelagius zou zeker de beschuldiging tegengesproken hebben dat hij dacht dat hij zijn goedheid aan zichzelf zou ontlenen in plaats van aan God.”

Innocentius’ reactie maakt een karikatuur van Pelagius en kan niet serieus genomen worden als historische bron van de visie van Pelagius, stelt de promovendus. „De veroordeling rammelt aan alle kanten. Het was geen eerlijk proces geweest. Innocentius baseerde zich geheel op het oordeel van de Afrikanen, die echter tegenstrijdige en onjuiste informatie naar Rome hadden gestuurd. Hij heeft de zaak niet zelf onderzocht.”

U hebt vragen bij de objectiviteit van het proces. Waarom reageerde Augustinus zo fel? Volgens hem stonden de grondslagen van het christelijk geloof op het spel.

„Augustinus en de Afrikaanse kerk handelden uit oprechte overtuiging, daar ben ik van zeker van. Men had het gevoel dat hier iets geleerd werd dat ontoelaatbaar was. Augustinus was een echte pastor, met een diep ontzag voor God. Maar waarom oordeelt hij milder over de arianen dan over Pelagius, terwijl Arius de godheid van de Zoon loochende? Het lijkt wel alsof de pelagiaanse strijd hem heel persoonlijk raakte. Streed Pelagius’ nadruk op de vrije wil en het menselijke vermogen om naar Gods geboden te leven wellicht met de levensgeschiedenis van Augustinus, die zich lang tegen God verzette?”

U laakt vooral het traditionele beeld van Pelagius in de handboeken. Zit daarin niet een kern van waarheid? Pelagius had een veel optimistischer beeld van de mens dan Augustinus.

„Als u me vraagt wie volgens mij gelijk had, dan moet ik zeggen dat ik zo ongeveer om de week van mening verander. Volgens mij heeft Augustinus beter gepeild hoe diep de gebrokenheid van de menselijke natuur gaat. Aan de andere kant wees Pelagius terecht op de menselijke verantwoordelijkheid om ernst te maken met het geloof. Zonder enige wilsvrijheid is de mens zijn zonde niet aan te rekenen. Het ging Pelagius niet zozeer om de vrije wil op zichzelf, als wel om de verantwoordelijkheid die we tegenover God hebben. Ook de morele vervlakking in de kerk speelde een rol. Dat verlangen naar een echt en integer christendom kan ik alleen maar waarderen. Of hij dat op een goede manier invult, daarover kun je van mening verschillen. Augustinus legt veel nadruk op het werk van de Geest. Dat mag bij Pelagius wel een onsje meer wezen.”

Kennelijk verstond Pelagius onder genade iets anders dan Augustinus.

„Dat klopt, maar het ligt subtieler dan het vaak wordt afgeschilderd. Voor Pelagius was genade een hulp van God om de wet gemakkelijker te volbrengen. Voor Augustinus was dat te licht. 
Hij verwees naar de tekst uit Johannes: Zonder Mij kunt u niets doen. Pelagius belijdt in zijn werken voluit de leer van verzoening en vergeving. Hij stelde ook dat Gods hulp nodig was om heilig te leven, maar dat was met behulp van de genade, niet alléén genade. Dat was uiteindelijk het verschilpunt met Augustinus. Daar scheidden de wegen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer