Kortere WW-uitkering dupeert werklozen
De beoogde hervorming van het ontslagrecht en de modernisering van de Werkloosheidswet duperen werklozen, stelt Niels Rook.
Het valt ernstig te betwijfelen of de hervorming van het ontslagrecht en de modernisering van de Werkloosheidswet (WW) tot een snellere doorstroming op de arbeidsmarkt zullen leiden, zoals het nieuwe kabinet wenst. Als de WW wordt bekort en het ontslag via de kantonrechter wordt afgeschaft, zullen werklozen niet per definitie sneller werk vinden. In de eerste plaats moet er wel voldoende werkgelegenheid zijn en in de tweede plaats moet er worden gewerkt aan de kansen van de (oudere) werknemers.
Zeker voor oudere werknemers heeft het grote gevolgen als de duur van de WW-uitkering twaalf maanden wordt gerelateerd aan het laatstverdiende loon en twaalf maanden aan het wettelijk minimumloon. Als oudere werknemers niet binnen een jaar ander werk hebben –en die kans is reëel, gezien de situatie op de arbeidsmarkt– worden zij hard getroffen omdat zij te maken krijgen met een dramatische inkomensval.
Het is een illusie te denken dat de afschaffing van de ontslagroute via de kantonrechter tot (veel) minder zaken bij de rechtbanken leidt. Dit omdat de redelijkheid van een ontslag zonder toekenning van vergoeding pas na de ontslagroute via het UWV te peilen valt bij de rechtbank. Als het UWV geen vergoeding toekent, zal het aantal procedures waarschijnlijk niet afnemen en zullen werknemers juist eerder naar de rechter stappen om alsnog een ontslagvergoeding toegekend te krijgen.
Dat het ontslag bij de rechter wordt weggehaald en geheel bij het UWV komt te liggen, is nog tot daar aan toe. Maar dat het UWV ontslagprocedures nog sneller en binnen een termijn van vier weken moet afhandelen, leidt onherroepelijk tot een achteruitgang in kwaliteit en zorgvuldigheid. Er zijn nu al beleidsregels waaraan getoetst wordt, en welke criteria voor onrechtmatig ontslag zullen daar dan bij komen?
In de toekomst zal de werkgever de werknemer bij onvrijwillig ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract van minstens een jaar een vergoeding voor scholing in de vorm van een transitiebudget verschuldigd zijn. De omvang van dit budget bedraagt een kwart maandsalaris per dienstjaar, met een maximum van vier maandsalarissen. Het is wrang dat een werknemer die bijvoorbeeld na vier jaar wordt ontslagen, onder druk van één maandsalaris ander werk moet zien te krijgen. De vraag is dus hoe belangrijk Rutte en Samsom duurzame inzetbaarheid van werknemers vinden, aangezien de vitaliteitsregeling al eerder het loodje heeft moeten leggen.
De coalitiepartners willen het functioneren van de arbeidsmarkt verbeteren, waarbij iedereen –flexwerker of vaste werknemer– in staat wordt gesteld zo snel mogelijk nieuw werk te vinden. Dit nobele streven gaat echter gebukt onder het gebrek aan realiteitszin: het is namelijk niet vanzelfsprekend dat mensen sneller werk vinden als ze korter recht hebben op een uitkering, die ook nog eens snel naar een minimum gaat. Om tot een eerlijke hervorming van de arbeidsmarkt te komen, zullen de coalitiepartners dan ook snel het gesprek moeten aangaan met alle sociale partners in het veld.
De auteur is bestuurder bij christennetwerk|gmv in Zwolle.