In Den Haag moeten partijen de posters voor de campagne inleveren en zorgt een drukker ervoor dat de borden kant en klaar worden aangeleverd aan de gemeente. „We hebben geen plakverbod, maar plakken is zo wel overbodig geworden”, licht een woordvoerder toe. Hij noemt het een kwestie van meegaan met de tijd. „Het is netter en handiger. En je hebt niet langer het gedoe met posters die over elkaar heen worden geplakt”, stelt hij.

In Soest en Soesterberg worden de posters op doek gedrukt en in frames in de stad neergezet. „Onze oude aanplakborden waren aan vervanging toe en we vinden dit meer van deze tijd”, liet een woordvoerster weten. „We gaan dit dus een keer proberen.”

Ook in Capelle aan den IJssel gaat het om een proef. Daar komt naast het gemeentehuis een bord waarop de campagneposters worden geprojecteerd. In de rest van de stad kan gewoon worden geplakt. „Na de verkiezingen gaan we kijken of we dit ook op andere plekken in de stad willen doen”, lichtte een woordvoerder toe.

De gemeente Oosterhout heeft het plaatsen van de borden dit keer uitbesteed aan een bedrijf. „Zij regelen ook dat de posters op de borden komen”, zegt een woordvoerder. „In Oosterhout mag dus niet meer worden geplakt.” De gemeente koos hier om twee redenen voor: lagere kosten en gelijke kansen voor alle partijen. „Vroeger had de ene partij een grote poster en de ander een kleine. Nu zijn alle maten gereguleerd.”

In Amsterdam verschilt het. „Sommige stadsdelen gebruiken voorgeprinte borden, andere gaan voor het ouderwetse plakwerk. Er zijn ook stadsdelen waar een combinatie is gevonden”, aldus een woordvoerder. Hij stelt dat de voorbedrukte borden vooral zijn bedoeld om te voorkomen dat partijen over elkaar heen plakken.

Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn gemeenten vrij om het plakken van posters te reguleren. Ze moeten wel voldoende ruimte verstrekken om campagneposters op te kunnen hangen. Daarom kiezen veel steden ervoor om naast de gebruikelijke plakplaatsen in campagnetijd extra borden neer te zetten.