Charismatische Wiegel maakte VVD geliefd en groot
De VVD’er Hans Wiegel, die maandag op 83-jarige leeftijd overleed, maakte zijn partij geliefd bij het volk, in het bijzonder bij het conservatieve deel. Hij noemde zichzelf de beste premier die Nederland nooit heeft gehad.

Hans Wiegel was een natuurtalent in de politiek. Hij startte ooit als penningmeester van een regionale afdeling van VVD-jongeren in het Gooi en klom op tot landelijk voorzitter van de JOVD. Reeds op 25-jarige leeftijd kwam hij in de Tweede Kamer. In 1971 –hij was toen 30– kozen de liberalen hem tot fractievoorzitter en lijsttrekker. In de jaren zeventig kruiste hij in de Tweede Kamer op legendarische wijze de degens met PvdA-voorman Joop den Uyl. De VVD groeide toen uit tot een volkspartij.
In 1977 smeedde Wiegel met de toenmalige CDA-voorman Dries van Agt binnen enkele weken een kabinet. De liberale leider ging aan de slag als minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier. Van 1982 tot 1994 zwaaide hij als commissaris van de Koningin de scepter in Friesland. Tot slot was hij tot zijn 71ste voorman van Zorgverzekeraars Nederland. Ook toen hij niet meer dagelijks in Den Haag was, liet hij regelmatig van zich horen in interviews en geschreven columns. Dat leverde hem de bijnaam op „het orakel uit Ljouwert” oftewel Leeuwarden. Ooit noemde hij zichzelf de beste premier die Nederland nooit gehad heeft.
Humor
Van 1995 tot 2000 maakte Wiegel deel uit van de Eerste Kamer. Door zijn toedoen ontstond in 1999 een korte kabinetscrisis toen de liberaal als enige van zijn fractie tegen de invoering van het referendum stemde en de wet de vereiste meerderheid niet behaalde: de Nacht van Wiegel was geboren. De raspoliticus wilde in de jaren negentig graag terugkeren als landelijk VVD-voorman, maar de partijtop blokkeerde dat. Die wilde geen oudgediende van stal halen.
Wiegel had charisma en gevoel voor humor. Hij hield eens een toespraak op een partijbijeenkomst toen een van de aanwezigen ging staan en Wiegel de straatversie van het mannelijk lid van een hond toeriep. De protesterende man droop onder gejoel van de aanwezigen af toen de liberaal antwoordde: „Aangenaam, mijn naam is Wiegel.”
Zelfs de toenmalige koningin Juliana wist geen weg met de gevatheid van Wiegel. De vorstin wilde bij haar troonsafstand in 1980 graag amnestie verlenen aan gevangenen. Maar minister Wiegel voelde daar niets voor. Juliana probeerde nog een slagroomtaart voor iedere gevangene te regelen. Wiegel zei:„Majesteit, dat lijkt me een uitstekend idee. En dan spuiten we met slagroom op elk van die taarten: Nog vele jaren!” In een interview met RD-magazine in 2021 stelde de liberaal: „Ik plaag graag.”
Conservatief
Het privéleven van Wiegel ging niet over rozen. In 1980 verloor hij zijn eerste vrouw door een auto-ongeval. En 25 jaar later trof zijn tweede vrouw, die een zus was van zijn eerste vrouw, hetzelfde lot. Zes jaar geleden kreeg hij een herseninfarct waarvan hij overigens grotendeels herstelde.
Wiegel stond te boek als een liberaal met een conservatieve inslag. „Het bestaande vernieuwt zich vanzelf”, vertrouwde hij zijn biograaf Sijpersma toe.
Op zondagen luisterde Wiegel graag naar samenzang van de EO: „Dat vind ik fantastisch. En dan zing ik zelf ook mee. Dan kijk ik ook hóé die ouderen en jongeren daar zingen. Ik vind het mooi dat dat gebeurt en dat er mensen zijn die dat geloof hebben. Ik geloof ook in een sturende hand in mijn leven.”