Opinie

Versobering WW treft kleine MKB-er onevenredig hard

De kleine MKB’er wordt onevenredig hard getroffen door de nieuwe wet die bepaalt dat werkgevers na ontslag zes maanden lang de WW-uitkering betalen, betoogt Chris Baggerman.

10 July 2012 19:57Gewijzigd op 14 November 2020 22:06
Foto ANP
Foto ANP

Kamerleden van de PvdA en SP zijn dinsdag hard in aanvaring gekomen met de wetgevingsmachine van minister Kamp. Ik ken weinig bewindslieden die in zo’n hoog tempo het parlement bestoken met nieuwe wetgeving. Het wetsvoorstel inzake de hervorming van het ontslagrecht is er daar één van.

Het is gemakkelijk om vanaf de zijlijn kritiek te leveren, maar de inkt van het Kunduzakkoord was nog niet droog of de kritiek barstte los. De reacties van economen, vakbondsbobo’s, ouderenbonden, Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond logen er niet om.

Nu het stof is neergedwarreld blijft de vraag over: wat betekent dit nieuwe wetsvoorstel bijvoorbeeld voor de kleine ondernemer met drie of vier medewerkers? Immers, een van de voornemens is om de WW-premie voor werkgevers in 2013 tijdelijk met 0,5 miljard euro te verhogen en vanaf 2014 de kosten van de eerste zes maanden werkloosheid bij de werkgever neer te leggen?

Weliswaar stelt minister Kamp triomfantelijk dat dit een belangrijke bijdrage van structureel 
1 miljard euro levert aan het herstel van de overheidsfinanciën, maar betaalt de kleine werkgever niet het gelag?

De Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) meent dat met dit voorstel de kleine MKB-ondernemer onevenredig hard wordt getroffen.

Gering effect

De voorgenomen hervorming van het ontslagrecht en de WW, vanaf 2014, bestaat uit drie elementen. Ten eerste wordt het huidige duale stelsel vervangen door een enkelvoudig ontslagstelsel, waarin de preventieve toetsing plaatsmaakt voor toetsing achteraf door de rechter.

Ten tweede maken de ontslagvergoedingen plaats voor een zogenaamd transitiebudget voor iedere medewerker waarvan de arbeidsrelatie onvrijwillig eindigt.

Ten derde worden de kosten voor de eerste maanden werkloosheid neergelegd bij de werkgever, voor medewerkers met vaste én tijdelijke contracten.

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft op verzoek van de politieke partijen, betrokken bij het akkoord, becijferd wat de maatregelen opleveren.

Zij stellen onomwonden dat de hele exercitie niet zoveel oplevert: „Door de herziening van de ontslagbescherming neemt de werkloosheid in 2014 licht toe doordat het voor werkgevers iets gemakkelijker wordt om werknemers te ontslaan. Daar staat echter tegenover dat het voor werkgevers duur blijft om medewerkers te ontslaan. Dit komt door de 
doorbetaling van het eerste 
halfjaar WW. Dit heeft weer een drukkend effect op de werkloosheid. Het saldo-effect van de twee maatregelen samen is naar verwachting relatief gering. Door het hele pakket uit het begrotingsakkoord 2013 neemt de werkloosheid met 0,7 procentpunt toe in 2017.”

De RMU plaatst vraagtekens bij het plan om de eerste zes maanden de WW-uitkering door de voormalige werkgever te laten betalen.

Daarvoor zijn de volgende redenen: 1) Vaak is er een bedrijfseconomische noodzaak om een medewerker te ontslaan. 2) voor een klein MKB-bedrijf is het nagenoeg onmogelijk om de kosten voor zes maanden WW-uitkering op te brengen. 3) De maatregel leidt waarschijnlijk tot extra administratieve rompslomp. 4) Het UWV heeft in deze constructie minder prikkels om streng maar rechtvaardig te toetsen of een werkloze intensief werk zoekt: de WW is immers toch op kosten van de werkgever. 5) Het ontslag is lang niet altijd aan de werkgever te wijten. Is het dan rechtvaardig om de werkgever voor de kosten op te laten opdraaien?

Uitdaging

De RMU heeft een beter plan. Is het niet wijzer dat betrokkenen zich bij de uitvoering van de WW sterker richten op een nieuwe baan voor de werknemer? De uitdaging is om hierbij meer te gaan denken in kansen die ook voor de kleine ondernemer haalbaar zijn. Dat kan op verschillende manieren.

Allereerst, stimuleer scholing van werknemers. Zowel om de organisatiedoelen te bereiken alsook om doorgroeimogelijkheden voor de werknemers te creëren. Werknemers groeien door scholing naar taakvolwassenheid. Dat is van belang. Een complexe en mondiale werkomgeving vraagt namelijk extra kwaliteiten. Ook voorkomt de werkgever zo langdurige werkloosheid van personeel.

Een andere prikkel zou kunnen liggen in het aanpassen van de hoogte van de WW-uitkering. De WW-uitkering zou na de vervolguitkering van één jaar ieder halfjaar met een bepaald percentage verminderd kunnen worden, met als absolute ondergrens het sociaal minimum, 70 procent van het minimum loon. In zo’n geval wordt de arbeidsmarktfunctie versterkt.

De auteur is coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer