Economie

Kamp gokt met pensioen van jongeren

Al bijna vijf jaar lang maken pensioenfondsen zich op voor een korting op de pensioenen. Maar vlak voordat die stap eindelijk gezet zou worden, kiest minister Kamp voor de vlucht naar voren met een cadeau voor ouderen dat een strop kan betekenen voor jongeren.

Marcel ten Broeke
6 July 2012 20:02Gewijzigd op 14 November 2020 22:01
Kamp. Foto ANP
Kamp. Foto ANP

Stelt u zich voor: omdat de kosten voor een bankrekening tegenwoordig zo hoog liggen, besluiten een oudere en een jongere om samen een rekening te openen. De jongere stort iedere maand geld, de oudere niet: hij is met pensioen en leeft van zijn deel van het geld plus de rente die de bank vergoedt. Daarover hebben ze goede afspraken gemaakt.

Maar sinds in 2008 de crisis uitbrak en centrale banken de geldkraan een zwengel gaven, is de rente op de rekening alleen maar gedaald. En dat klopt niet, beweert de oudere. Hij vertelt de jongere dat de rente straks heus weer omhooggaat. Tot die tijd neemt hij het geld dat hij voor zijn gevoel misloopt door de lagere rente éxtra op van het gezamenlijk saldo.

U zult begrijpen: de jongere accepteert dit niet. Immers: als de rente nu eens níét stijgt, dan soupeert de oudere een bedrag op dat eigenlijk voor hem was bestemd. Hij probeert de oudere op andere gedachten te brengen en dreigt anders de gezamenlijke rekening te stoppen. Ook in zijn vriendenkring is er geen jongere meer te vinden die nog een rekening met een oudere wil openen.

Ongeveer zo’n situatie doet zich nu voor in pensioenenland. Een situatie die grote gevolgen kan hebben voor het vertrouwen dat jongeren nog in deze instellingen hebben.

Wat is er aan de hand? Eigenlijk ging het mis toen pensioen­fondsen in 2006 in overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) besloten niet langer te rekenen met een fictieve, vaste rekenrente van 4 procent, maar deze te vervangen door een marktrente, die toen nog zo’n 5 procent bedroeg, maar op dit moment nog slechts 2 procent.

De fondsen gebruiken die rente om uit te rekenen hoeveel geld ze nu al moeten reserveren voor de pensioenen van jongeren. Daarmee bepaalt de rekenrente voor een belangrijk deel de dekkingsgraad van pensioenfondsen, die aangeeft in welke mate pensioenfondsen kunnen voldoen aan hun verplichtingen van nu én straks.

Door tegenvallers op de beurs, een fors gestegen levens­verwachting en een hard gedaalde marktrente is die dekkingsgraad sinds 2008 flink gedaald, zelfs tot ver onder het minimumniveau dat DNB eist. De centrale bank eist daarom maatregelen: fondsen moeten aantonen of ze hun buffers snel weer op peil kunnen krijgen of anders de pensioenen van deelnemers korten.

Sinds 2008 ageert de pensioen­lobby tegen die maatregelen. En met redelijk succes: zo kregen ze al langer de tijd om hun tekorten op orde te brengen. Ook zagen de fondsen hun wens in vervulling gaan om als rekenrente een gemiddelde rente over drie maanden te mogen hanteren in plaats van uit te gaan van dagkoersen. De rente zou immers snel weer stijgen, meenden de fondsen in 2009. In de praktijk zakte de rente sindsdien alleen maar verder weg en dus ook de dekkings­graden van de fondsen.

Mede daarom voert de pensioen­lobby, met steun van SP en PVV, ook een hevig pleidooi om de marktrente helemaal los te laten en weer te gaan werken met een fictieve (lees: vooral hogere) rente. „Als wij een fatsoenlijke rekenrente hebben, stijgt de dekkingsgraad van de pensioenfondsen met 
15 tot 20 procentpunten. En dan is op papier het probleem voorbij”, stelde SP-Kamerlid Ulenbelt vorig jaar tegenover Kamp. De huidige rente is volgens de SP’er juist kunstmatig, omdat die gemanipuleerd zou worden door de ECB om zo banken en landen te redden.

Tot nu toe hield Kamp echter de boot af. „De rente is geen truc, maar een realiteit”, stelde hij. „In Japan zitten ze al elf jaar tegen een lage rente aan te kijken. Als we ons rijk rekenen en uitgaan van hogere rentes, geven we nu te veel uit. De kans is groot dat we dan de rekening op het bordje van jongere generaties leggen. Ik vind het dus onverantwoord om met een hogere rente te gaan rekenen.” Aldus Kamp.

Maar kort voordat pensioenfondsen, na ruim vier jaar in onderdekking te hebben gezeten, eind dit jaar eindelijk een kortingsbesluit zouden moeten nemen, maakte Kamp vrijdag een belangrijke draai. Via een woordvoerder kondigde hij aan de rekenrente kunst­matig te willen verhogen door uit te gaan van een fictieve rente van 4,2 procent, die ook voor ver­zekeraars geldt en waardoor veel fondsen helemaal niet meer hoeven te korten.

Dat is wellicht goed nieuws voor ouderen, zeker voor hen met een laag pensioen, maar slecht nieuws voor jongere generaties. Juist nu een grote groep babyboomers op het punt staat van pensioneren, kan –als de rente laag blijft– de maatregel van Kamp voor hen een grote financiële domper betekenen. Geld dat nu te veel wordt uitgekeerd, is immers straks niet meer terug te halen. Terwijl een korting nu, straks bij een aantrekkende rente wél kan worden hersteld.

De keuze van Kamp lijkt ook gesteund te worden door het CDA, dat in zijn jongste verkiezingsprogramma pleit voor zo’n kunstmatig hogere rekenrente die pensioenfondsen uit de problemen kan toveren. Beide partijen lijken erop te gokken dat ouderen die keuze meer waarderen dan dat jongeren 
–vaak totaal niet bezig met hun pensioen– de truc doorhebben.

Maar als er iets geleerd is in de achterliggende jaren, dan is het wel dat potentiële risico’s dikwijls te laag worden ingeschat en potentiële winsten te hoog. Dat zou Kamp, die in september de knoop doorhakt, te denken moeten geven. Op een overheid die de pensioendeel­name verplicht stelt, rust de taak om de belangen van alle deelnemers te behartigen.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer