Vertrouwen in economie ver te zoeken
Hoe komt de economie er ooit weer bovenop? Een vraag die veel besproken wordt in de media. Het is ook een regelmatig terugkerend gespreksonderwerp onder collega’s en een dankbaar thema op verjaardagfeestjes. Vergelijkingen worden getrokken met de jaren dertig, en vaker met het begin van de jaren tachtig, toen Nederland eveneens in een langdurende recessie belandde. De achterliggende gedachte is dat we ons door deze vergelijkingen er een beeld van kunnen vormen hoe diep de crisis wordt en hoe lang deze gaat duren.
Ik heb daar grote twijfels bij. Natuurlijk zijn er in de economie wetmatigheden te ontdekken. Die helpen ons om te begrijpen wat er gebeurt en waarom het gebeurt. Er zijn echter altijd incidenten die een grote invloed hebben op het uiteindelijke verloop. Denk aan de aanslag op de World Trade Center, omvallende banken enzovoorts. Economische wetten zijn daarom niet zo geschikt om de toekomst te voorspellen.
Daar komt bij dat als dat wel het geval zou zijn, we ook kunnen anticiperen. Als we zouden weten dat we over vijf jaar opnieuw in een recessie zouden belanden, zouden nu de maatregelen genomen kunnen worden om dat te voorkomen. Helaas geeft de geschiedenis ons op dit punt weinig hoop. Steeds weer opnieuw blijkt dat we weinig leren, en dat crises niet voorkomen kunnen worden.
Economen zijn het er niet over eens op welke manier er ingegrepen moet worden. Moet er bezuinigd worden op overheidsuitgaven? Of moet de economie juist gestimuleerd worden, zodat we in staat zijn deze rekening te betalen met de inkomsten die de toekomstige groei ons gaat opleveren? Waarover wel overeenstemming is, is het belang van vertrouwen. Wanneer consumenten vertrouwen hebben in de economie, gaan ze meer uitgeven, groeit de vraag naar producten, krijgen ondernemers weer vertrouwen, waardoor zij weer gaan investeren en komt de economische motor weer op gang. Maar ja, hoe krijg je de consument zover? Ik heb doorgaans weinig last van pessimisme, maar heb nu toch moeite om lichtpuntjes te ontdekken.
Als het gaat om vertrouwen kijken we doorgaans naar de politiek. Die biedt echter ook geen vertrouwenwekkend schouwspel. De houdbaarheid van politici is steeds beperkter. De inkt van het lenteakkoord is nog niet droog of de ondertekenaars nemen er vanwege de aanstaande verkiezingen alweer afstand van. Het politieke landschap is versnipperd. Een partij met dertig zetels is een grote partij. De grootste partijen zijn niet meer in het midden, maar op de flanken te vinden. Stabiele coalitievorming is ver weg. De tijdshorizon voor beleid wordt daardoor onherroepelijk korter. Fundamentele hervormingen die nu op draagvlak kunnen rekenen, kunnen volgend jaar weer om zeep worden geholpen.
Evenmin vertrouwenwekkend is de nadruk op een grotere rol voor de EU, zoals die door Europese leiders wordt uitgesproken. Hoewel het duidelijk is dat er landen zijn zoals Griekenland die er een potje van maken, is het ook een feit dat de problemen mede het gevolg zijn van de Europese integratie. Steeds vaker blijken er ontwikkelingen in gang gezet te zijn waarvan niemand de gevolgen had kunnen overzien. Er is een draaikolk gaande waardoor er steeds meer geld en bevoegdheden in het Europese putje dreigen te verdwijnen. Meer Europa kan niet de oplossing zijn.
Duidelijker nog is de boodschap zoals de profeet Jeremia die ons voorhoudt: „Zo zegt de Heere: Vervloekt is de man die op een mens vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt (…) hij zal zijn als de heide in de wildernis, die het niet gevoelt wanneer het goede komt. (…) Gezegend daarentegen is de man, die op den Heere vertrouwt. (…) Want hij zal zijn als een boom, die aan het water geplant is en zijn wortels uitschiet aan een rivier, en gevoelt het niet wanneer er een hitte komt, maar zijn loof blijft groen; en in een jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van vrucht te dragen” (Jer. 17:5-8). Met vertrouwen op de mens kom je beschaamd uit, maar de vrucht waar Jeremia van spreekt gaat economische voorspoed verre te boven.
De auteur is onderzoeker bij het LEI, een onderzoeksinstituut dat deel uitmaakt van Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel. Reageren? nietbijbroodalleen@refdag.nl