Verkiezingsretoriek Rutte slecht voor land
De verkiezingsretoriek van premier Rutte is slecht voor onze reputatie als constructieve Europese partner van het eerste uur en als kiezer moeilijk serieus te nemen.
Dinsdag debatteerde de Tweede Kamer met demissionair premier Rutte over de koers van Nederland in Europa. De minister-president was naar de Kamer geroepen om opheldering geven over het ”masterplan” voor betere economische en monetaire samenwerking tussen landen van de Europese Unie dat de voorzitter van de Europese Raad van regeringsleiders Van Rompuy, samen met voorzitter Barroso van de Europese Commissie en de president van de Europese Centrale Bank Draghi, aan het voorbereiden is. Dat laatste is hoog tijd.
De plannen worden tijdens de Europese top op 28 en 29 juni bekendgemaakt, maar Rutte haastte zich alvast te zeggen dat hij „het niet met alles eens is.” Zo voelt hij niets voor eurobonds of het rechtstreeks financieren van banken vanuit het Europese noodfonds en al helemaal niet voor het invoeren van een Europees depositogarantiestelsel. In zulke voorstellen „zijn wij niet geïnteresseerd”, liet de demissionaire minister-president de Kamer weten. Hij vertrok geen spier.
Er zijn acute problemen die opgelost moeten worden, waarschuwde Rutte: de schuldencrisis in Zuid-Europa, het gebrek aan groei. Wat de premier dan wel wil? „Van alles.” Europees toezicht op de financiële markten bijvoorbeeld. De discussie daarover dateert al van ver voor de huidige crisis. Of de schuldenproblemen of het gebrek aan groei daarmee worden opgelost, waag ik ten zeerste te betwijfelen. Die acute problemen, hield Rutte zijn gehoor voor, los je niet op „met allerlei institutionele vergezichten.”
Een hongersnood los je ook niet op door het wijzigen van de Grondwet, zo vergeleek de premier. Toch maakte het kabinet eind vorig jaar nog bekend dat het de komende jaren meer geld zou uittrekken voor het verbeteren van de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden door meer duurzame productie, verbeterde toegang tot kwalitatief goede voeding, een betere toegang tot markten voor boeren in ontwikkelingslanden en een beter ondernemersklimaat. Daarmee zette de regering in op minder voedselhulp en meer zelfredzaamheid. Geen grondwetswijziging, maar het doel is duidelijk: minder hulp door structurele hervormingen.
De premier pleitte voor een betere begrotingsdiscipline als oplossing voor de problemen in de eurozone. Dat is precies wat met het gebruik van eurobonds wordt beoogd: de schuld van de deelnemende landen wordt centraal gefinancierd en landen die uit de pas lopen betalen een extra premie. Daarmee kunnen in de toekomst probleemgevallen worden opgevangen.
Ook voor het oplossen van de acute problemen zoals die in de Spaanse bankensector verdienen de voorstellen serieuze overweging. Door directe steun vanuit het Europese noodfonds aan banken in plaats van via leningen aan de Spaanse overheid kan de vicieuze cirkel tussen de banken en de overheid worden doorbroken.
Door bij voorbaat al zijn handen af te trekken van de plannen van Van Rompuy geeft Rutte een verkeerd signaal. Of je nu voor of tegen verdere Europese integratie bent: de huidige impasse is voor niemand goed. Door als een drammende peuter overal onmiddellijk „nee” op te zeggen, breng je een oplossing niet dichterbij. Bovendien lopen we zo het risico dat we in Europa langs de zijlijn komen te staan. Deze verkiezingsretoriek is slecht voor onze reputatie als een constructieve Europese partner van het eerste uur en is voor de kiezer moeilijk serieus te nemen.
De Nederlandse belangen zijn stevig verankerd binnen de Europese Unie: bijna driekwart van onze uitvoer gaat naar EU-landen en ongeveer de helft van de totale uitvoer is bestemd voor landen binnen de eurozone. Maar ook niet-economische belangen spelen een grote rol: wat is de waarde van bijna zeventig jaar vrede op het continent? Als oplossing voor de huidige crisis hebben we meer Europa nodig, in plaats van minder.
Met de juiste maatregelen ter bevordering van de economische kracht van zwakkere lidstaten en met de juiste versterking van de Europese wederzijdse invloed op elkaars economisch beleid en een versterking van de onderlinge financiële steunmaatregelen kan de muntunie in het tweede decennium van haar bestaan succesvoller zijn dan in de eerste tien jaar.
Nederland heeft daar veel bij te winnen.
De auteur is eurofiel en is als econoom werkzaam bij Rabobank Nederland.