Achtste gebod
Een mens wordt uit de werken gerechtvaardigd, en niet alleen uit het geloof, zo schrijft de apostel Jakobus. Aan welke werken moeten we dan denken? Jakobus geeft enkele voorbeelden: de naakte kleden, de hongerige voeden, rijken niet voortrekken boven armen. Zonder zulke werken is het geloof dood. Het geloof blijkt uit de werken.
Onlangs publiceerden twaalf organisaties een onderzoek dat gedaan was onder Bijbelgetrouwe christenen in Nederland. Gevraagd werd hoeveel mensen geven aan hun naaste. Maar ook of en hoe ze werk maken van een bewuste leefstijl (vliegreizen, groene energie, eerlijke producten).
Tot mijn verrassing bleken heel wat christenen bezig te zijn met het maken van verantwoorde consumptiekeuzes. Christenen in sommige kerkverbanden lopen zelfs iets voor op de gemiddelde Nederlander. Niet dat ze met sinterklaas per se meer eerlijke chocoladeletters opknabbelen, maar ze kopen gemiddeld wel iets vaker eerlijke producten.
Overigens was niet iedereen zo positief verrast. Gert-Jan Segers, directeur van het wetenschappelijk bureau van de ChristenUnie, stelde naar aanleiding van het onderzoek dat het verschil tussen de Bijbelgetrouwe christen en de gemiddelde Nederlander groter zou moeten zijn. Net zoals christenen veel meer geven, zouden ze ook bewuster moeten consumeren. Als genade een mensenleven écht verandert, zou dat toch overal in moeten blijken? Een rake opmerking.
In elke tijd vraagt het christelijk geloof om een concrete toepassing in het dagelijks leven. De mannen van het Reveil hadden oog voor de armen, de mensen van de straat, de prostituees en mensen met psychiatrische problemen. Denk bijvoorbeeld aan ds. O. Heldring en zijn stichtingen. Dergelijk handelen was een authentieke antwoord op de zelfgenoegzame liberaalchristelijke samenleving, die deze kwetsbaren niet zag staan.
In elke tijd kan er onder christenen een blinde vlek ontstaan. Er waren tijden dat christenen slavernij met een beroep op de Bijbel verdedigden. William Wilberforce was nodig om de ogen te openen. Ook de apartheid in Zuid-Afrika werd door sommigen jarenlang op grond van de Bijbel verdedigd. Daar is men later van teruggekomen.
Misschien zouden we, kijkend naar onze tijd en onze eigen gezindte, kunnen zeggen dat de noodzaak van een bewuste leefstijl en dito consumptiegedrag een van onze blinde vlekken is. Geld geven aan onze arme naaste, dat gebeurt gelukkig nog steeds en al vele jaren. Daar zit de blinde vlek niet zozeer. Maar beseffen we voldoende dat we de situatie van onze naaste ver weg net zo goed kunnen beïnvloeden? Bijvoorbeeld door voorzichtiger om te springen met natuurlijke hulpbronnen en een eerlijke prijs te betalen aan de boer ver weg voor onze banaan en onze kop warme chocolademelk. Beseffen we dat zoiets eveneens een kwestie van rechtvaardigheid is en niet een gulle gift aan de arme naaste?
Onze wereld is een complexe wereld. We brengen niet zo gauw en zo gemakkelijk ons eigen handelen direct in verband met de leefsituatie van anderen op duizenden kilometers afstand. Economen, wetenschappers, maar ook maatschappelijke organisaties hebben een taak om die ingewikkelde verbanden inzichtelijk en begrijpelijk te maken. Zodat we het allemaal op hoofdlijnen begrijpen.
Ook voor kerken en geestelijke leiders ligt hier een uitdaging. Zo bleek uit ons onderzoek dat 22 procent van de gereformeerdebonders en 23 procent van de leden van de Gereformeerde Gemeenten meer ondersteuning van hun kerk verlangen om invulling te geven aan een bewuste leefstijl. Dat is bijna een op de vier kerkgangers.
Kerken doen er goed aan de consequenties van het achtste gebod voor ons persoonlijke leven opnieuw te doordenken: we praten zo makkelijk over het geven van onze rijkdommen aan onze naaste. En dan denken we aan de barmhartige Samaritaan. Maar gaat het dan altijd om weggeven wat van ons is, of soms ook om teruggeven wat een ander rechtens toekomt? Calvijn zei het al in de Catechismus van Genève, bij het achtste gebod: „Wij moeten moeite doen dat ieder het zijne behoudt.”
De auteur is politiek adviseur bij Woord en Daad. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl