Dat schrijft de scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, woensdag op de website van de PKN.

Wie het eerste boek van ds. Hendrikse, “Geloven in een God die niet bestaat” gelezen heeft, zal, volgens dr. Plaisier, niet verbaasd zijn over het tweede. “Het eerste boek laat weinig tot geen ruimte voor een unieke betekenis van Jezus Christus voor ons mensen, het tweede bevestigt dat.”

Volgens dr. Plaisier is het tweede boek van ds. Hendrikse een theologische verhandeling “waarin getracht wordt Jezus los te pellen uit de kerkelijke overlevering, die volgens Hendrikse al diep in de Bijbel zit. Het is een poging de ‘echte’ Jezus te reconstrueren, met een sterke neiging zich af te zetten tegen de Bijbelse en kerkelijke overlevering.”

Volgens dr. Plaisier is dat al vele malen eerder geprobeerd. “Aan de bijbelschrijvers en de traditie wordt verweten Jezus ‘gemanipuleerd’ te hebben, maar dat verwijt valt als een boemerang op de schrijver zelf terug. Bovendien: meestal houd je zo een Jezus over, die aangepast is aan de smaak van de auteur zelf. Het is niet een Jezus die het hart in gloed zet en levens van mensen vernieuwt. Het is niet een Jezus voor armen en stervenden, voor zondaars en bedelaars”, aldus de scriba van de Protestantse kerk.

Volgens hem is de pastorale handreiking “Spreken over God”, die aanvaard is door de generale synode van de Protestantse Kerk in reactie op de verschijning van het eerste boek van ds. Hendrikse, “een poging om op een positieve wijze te spreken over God. In deze handreiking is het spreken van God wezenlijk verbonden met Jezus Christus. God heeft zich ten diepste uitgesproken in Jezus Christus.” Dr. Plaisier: “We menen dat de kerk met minder niet toe kan.”

Dr. Plaisier hekelt de kritische benadering van de Protestantse Kerk door ds. Hendrikse in publicaties naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek. In het dagblad Trouw verweet ds. Hendrikse de PKN dinsdag een gebrek aan lef omdat de kerk hem niet uit het ambt heeft gezet. Volgens dr. Plaisier moet een predikant die vindt dat de kerk dingen leert of van ambtsdragers verwacht die hij of zij in geweten niet kan delen of volbrengen, zichzelf de vraag stellen “of het nog mogelijk is in overeenstemming met de gelofte in deze kerk het ambt uit te oefenen.”

Lees meer over ds. Hendrikse in ons dossier.