Hemelvaartsdag: sinds vijfde eeuw feestdag
APELDOORN – Hemelvaartsdag. Hoe zit het ook alweer? Waarom donderdag? Wat herdenkt de kerk en hoe doet zij dat?
Feit: Op Hemelvaartsdag staat de kerk stil bij de hemelvaart van de Heere Jezus na Zijn lijden en sterven (Goede Vrijdag) en opstanding (Pasen).
Beschrijving: De beschrijving van de geschiedenis van hemelvaart is in de Bijbel met name te vinden in Handelingen 1:4-14, Markus 16:19 en Lukas 24:50-52.
Plaats: De hemelvaart vond plaats bij Bethanië (Lukas 24:50), vanaf de Olijfberg (Handelingen 1:12).
Datum: Hemelvaartsdag valt op de veertigste dag na Pasen. Dit is gegrond op de Bijbeltekst Handelingen 1:3, waar staat dat de Heere Jezus „nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang.” Hemelvaartsdag valt altijd tien dagen voor Pinksteren. Pinksteren is aan Pasen gekoppeld omdat het volgens Leviticus 23 vijftig dagen na Pesach gehouden moest worden.
Kalender: Omdat Pasen gekoppeld is aan de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente, en Hemelvaartsdag aan Pasen is gekoppeld, kan Hemelvaartsdag op zijn vroegst op 30 april vallen en op zijn laatst op 3 juni.
Buitenland: In veel landen is het donderdag een vrije dag en zijn er kerkdiensten, zoals in België, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland. In andere landen wordt zondag –een week voor Pinksteren– stilgestaan bij de hemelvaart. Dat geldt voor landen zoals Hongarije, Italië, Polen en Spanje.
Vroege Kerk: Aan de hemelvaart was tot en met de vierde eeuw geen aparte feestdag gewijd. Pasen en Pinksteren stonden centraal en de hemelvaart werd als onderdeel van de overwinning van Christus beschouwd. Bisschop Gregorius van Nyssa (335-394) wordt gezien als een vroege voorvechter van de feestdag. Augustinus schrijft erover alsof het een breed gehouden herdenkdag is. In de vijfde eeuw wordt Hemelvaartsdag een aparte feestdag. In Jeruzalem is het feest rond 425 ingevoerd.
Middeleeuwen: In de middeleeuwen werd Hemelvaartsdag het afsluitende feest van de paasperiode. Het doven van de paaskaars op die dag symboliseerde dat. In de eeuwen daarna werden Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren steeds meer als losse feestdagen gevierd.
Oosterse Kerk: Hemelvaartsdag heet in de Oosterse Kerk Analepsis (opneming) of Episozomene (verlossing van boven). Dit jaar valt de datum van de viering samen met die in de westerse kerk.
WeESzondag: De zondag tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren heet de weeszondag. Omdat Christus was opgevaren naar de hemel en de Heilige Geest nog niet was uitgestort, leek de kerk als een wees te zijn. Daarbij wordt verwezen naar Johannes 14:18, waar de Heere Jezus zegt: „Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u.” In de Oosterse Kerk is dit de zondag van de Heilige Vaders.
Vakbonden: Hemelvaartsdag is voor een deel van de buitenlandse rooms-katholieke vakbonden een speciale gedenkdag. Op de veertigste dag na Pasen staat de rooms-katholieke arbeidersbeweging stil bij het feit dat paus Leo XIII in 1891 zijn encycliek Rerum Novarum over de sociale rechtvaardigheid publiceerde. De rooms-katholieke vakbeweging ziet de encycliek als haar grondvest. De herdenking is een tegenhanger van de socialistische 1 meivieringen.
Dauwtrappen: Op Hemelvaartsdag organiseren natuurorganisaties vroeg in de morgen fiets- en wandeltochten. Dit dauwtrappen zou teruggaan op een heidens gebruik om het meifeest of de heropleving van de natuur te vieren. Vooral in de 19e eeuw geloofden mensen dat het met blote voeten door het bedauwde gras lopen een genezende werking zou hebben.