Lesgeven in Ethiopië (2)
„Ouders merken dat zij ertoe doen! Morgen vertellen ze hun buren dat ze geïnterviewd zijn door een leerkracht!”
De derde dag van de cursus die we hier in Ethiopië geven, gaat over het interviewen van ouders. Door middel van deze techniek verzamelen leerkrachten informatie die gebruikt kan worden om een kind beter te begrijpen en het daarna de juiste hulp te bieden. Vanmiddag komen er ouders om deze techniek te oefenen.
Om halfeen rijst er een misverstand. Merga, de coördinator van de cursus, geeft aan dat de ouders al in het hotel zijn. De leerkrachten krijgen de opdracht om in een kwartier het interview voor te bereiden en daarna met de ouders in gesprek te gaan.
Onder de cursisten, die meestal heel verlegen zijn, ontstaat geroezemoes. Als westerlingen redeneren we dat ouders niet kunnen wachten wanneer ze al in het hotel zijn. De cursisten ervaren dit niet als probleem. Ze willen zich graag goed voorbereiden, daarna anderhalf uur lunchen en dan met de ouders spreken. Merga legt uit dat het voor de ouders geen enkel probleem is om te wachten; het is een verschil in cultuur.
Vervolgens schrijf ik op het bord dat het interview met de ouders om 14:30 uur start. De cursisten halen opgelucht adem.
Hoe zouden de ouders zijn? Ik verwacht een rijtje verlegen moeders met hoofddoeken en lange rokken. Maar zodra ik de hoteltuin inloop, waar de ouders zitten, zie ik mannen in jassen en colberts met een hoed of pet op. Blijkbaar zijn er váders gekomen! Wie zou durven beweren dat dit geen ouders zijn? We begroeten hen met de woorden „akkam ooltan” (goedemiddag).
De cursisten verdelen zich in groepjes van twee en nemen een van de vaders mee naar een wit plastic tafeltje. Gezeten in de schaduw van bomen met prachtige roze bloemen stellen ze hun vragen. Vanwege de taalbarrière kan ik de interviews niet volgen. Wel zie ik schuchtere vaders die zich langzaam ontspannen. Ook zie ik cursisten die toegewend zijn naar de vader iets opschrijven in hun schrift, knikken en opnieuw het woord nemen.
Na de interviews is er tijd om te praten over van alles en nog wat met koffie, thee en heel veel koekjes. Ik probeer een gesprek aan te knopen met een vader met een groene gleufhoed. Een van de cursisten vertaalt. De man heeft vijf kinderen: drie jongens en twee meisjes. Vanmorgen heeft hij een reis van vijf uur gemaakt om ons te bereiken. Dan maakt een uurtje meer of minder wachten inderdaad niet uit.
Om halfvijf worden alle vaders bij elkaar geroepen. Ze zitten in een halve cirkel om ons heen. Merga spreekt de mannen toe en bij ieder „galatoma” (dankjewel) lichten de mannen hun hoofddeksel op. We nemen op Ethiopische wijze afscheid: een stevige hand, rechterschouders tegen elkaar en een hartelijk „galatoma.”
Drs. J. Nijsse en dr. J. Stolk verzorgen namens Driestar Educatief en Woord & Daad gedurende twee weken een aantal cursussen in Ethiopië. Op deze pagina geven zij vijfmaal een impressie. Vandaag deel 2.